Bestuur gaat CvB om uitzondering vragen
Sociale Wetenschappen wil tijdelijke docenten in vaste dienst aannemen
Onderwijsbestuurders van meerdere afdelingen bij Sociale Wetenschappen willen de mogelijkheid om niet-gepromoveerde docenten aan te nemen “als daar vanuit de opleiding duidelijk behoefte aan is”. Dat staat in een adviesrapport van de faculteitsraad dat voor de zomer naar het faculteitsbestuur van Sociale Wetenschappen is gestuurd.
De raad onderstreept dat dit niet betekent dat alle tijdelijke docenten een vast contract kunnen krijgen. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over het aantal docenten en over de manier waarop zij bij onderzoek betrokken kunnen worden. Ook voor niet-gepromoveerde, vaste docenten is de verwevenheid tussen onderzoek en onderwijs belangrijk, stelt de raad. Daarom moeten deze docenten een vast aantal uren krijgen om zich te verdiepen in onderzoek.
Structureel werk
De faculteitsraadsleden pleiten voor de mogelijkheid om dit type docent vast in dienst te nemen om zo voor meer rust op de werkvloer te zorgen en om opleidingen de mogelijkheid te geven goede docenten te behouden. Sociale Wetenschappen heeft “een aanzienlijke hoeveelheid niet-gepromoveerde docenten in tijdelijke dienst, die voor een groot deel structurele taken uitvoert."
“Dat betekent dat voor deze taken steeds nieuwe tijdelijke docenten in dienst moeten worden genomen als aanstellingen aflopen.” De faculteitsraad vreest dat dit een negatieve invloed heeft op de organisatie en kwaliteit van het onderwijs.
De afdelingen bij Sociale Wetenschappen delen deze zorg, bleek uit gesprekken die raadsleden begin dit jaar voerden met onderwijsbestuurders. Bijna alle afdelingen zien de meerwaarde in het geven van een vaste aanstelling aan tijdelijke docenten. Sommige opleidingen willen alleen tijdelijke niet-gepromoveerde docenten vast in dienst nemen als zij een promotietraject volgen of gaan volgen.
Klinische praktijk
De afdeling Pedagogiek heeft bijvoorbeeld een "behoorlijke hoeveelheid stagedocenten" tijdelijk in dienst. Zij zijn niet gepromoveerd en hebben vaak nog een tweede baan in de klinische praktijk. Voor de opleiding is het waardevol om deze “verbinding van het onderwijs met de maatschappij te hebben”.
Ook bij Psychologie combineren sommige UU-docenten het lesgeven met werken in de praktijk. De afdeling vindt dat er een uitzondering moet zijn op het beleid dat niet-gepromoveerde docenten geen vaste aanstelling kunnen krijgen.
Cao-afspraken
Het advies van de faculteitsraad druist in tegen de lijn van het College van Bestuur. Ondanks aanhoudende kritiek blijft de UU vasthouden aan haar beleid dat docenten alleen een vast contract krijgen als zij onderwijs met onderzoek combineren en gepromoveerd zijn op een voor de opleiding relevant onderwerp.
Ook al moet de universiteit volgens de laatste cao-afspraken het aantal tijdelijke contracten van het wetenschappelijk personeel in drie jaar tijd terugdringen naar 13,5 procent. Als reactie hierop zei vicevoorzitter Margot van der Starre in oktober “in principe meer UD’s in vaste dienst” aan te nemen “in plaats van tijdelijke docenten”.
Terugkerend probleem
De faculteit Sociale Wetenschappen heeft meer dan 13,5 procent aan tijdelijke contracten, laat decaan Leoniek Wijngaards-de Meij weten in de faculteitsvergadering op 14 november. Het faculteitsbestuur wil “kijken naar de mogelijkheden” voor het terugbrengen van het aantal tijdelijke contracten en kijken waar er uitzonderingen mogelijk zijn.
Over dat laatste wil het faculteitsbestuur ook praten met het CvB. “Bij de klinische praktijk is het al heel lang een terugkerend probleem: Hoe zorg je ervoor dat je genoeg docenten hebt die ook de klinische ervaring en kwalificatie hebben?” Het zal dan om een uitzondering gaan, onderstreept de decaan nogmaals.