Spinoza- en Stevinpremies voor zes topwetenschappers
Er zijn vier Spinozapremies toegekend, ook wel bekend als de Nederlandse Nobelprijzen. Eén daarvan gaat dit jaar naar de Utrechtse hoogleraar Bas van Bavel, expert op het gebied van de sociaaleconomische geschiedenis. Hij deed volgens NWO grensverleggend onderzoek naar de rol van de markteconomie in vroegere samenlevingen en de onze. Zijn originele, vernieuwende analyse heeft de huidige visie daarop radicaal herzien, aldus NWO in een persbericht.
Van Bavel wil de 2,5 miljoen die hoort bij de Spinozapremie gebruiken om nieuwe onderzoekslijnen te ontwikkelen, zei hij in een interview met DUB. "Na het onderzoek over de markteconomie, wil ik de ontwikkeling van andere coördinatiesystemen door de tijd heen onder de loep nemen. Denk aan hoe we de staat hebben ingericht, wat de rol van de familie is of hoe we ons hebben verbonden in gilden. Ik wil zo beter begrijpen hoe deze systemen elkaar door de tijd heen binnen een samenleving in evenwicht hebben gehouden. Welke patronen of mechanismen zie je? En hoe bepaalt dat de welvaart in die periode?”
Infectieziekten, quantumfysica en de Melkweg
Medisch bioloog Yvette van Kooyk, hoogleraar aan het Amsterdam UMC, onderzocht hoe het immuunsysteem ontregeld raakt bij het ontstaan van kanker, auto-immuunziekten en infectieziekten zoals hiv/aids. Ze ontdekte dat bepaalde suikermoleculen de communicatie tussen cellen van het immuunsysteem kunnen stimuleren of juist remmen. Ze ontwikkelt nano-medicijnen die het immuunsysteem ondersteunen bij het gevecht tegen kanker en andere ziekten.
Ronald Hanson, hoogleraar quantumfysica aan de Technische Universiteit Delft en wetenschappelijk directeur van QuTech, is wereldleider op het gebied van quantumnetwerken. In meerdere experimenten wist hij afzonderlijke deeltjes zodanig aan elkaar te koppelen dat ze zich gedroegen als één deeltje, ook al zaten ze meer dan een kilometer uit elkaar. Deze zogeheten verstrengeling is een belangrijke voorwaarde voor de werking van toekomstige quantumnetwerken, die niet te kraken of af te luisteren zijn.
Amina Helmi, hoogleraar dynamica, structuur en vorming van de Melkweg aan het Kapteyn Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen, krijgt de Spinozapremie voor de theorieën, modellen en experimenten waarmee ze de kennis over de vorm, structuur en geschiedenis van de Melkweg en nabijgelegen sterrenstelsels heeft vergroot. Ze leverde een cruciale bijdrage aan de realisatie van de Europese ruimtetelescoop Gaia, die de beweging en samenstelling van meer dan een miljard individuele sterren bestudeert.
Maatschappelijke impact van onderzoek
De Stevinpremies, die vorig jaar voor het eerst in hun nieuwe vorm werden toegekend, honoreren vooral de maatschappelijke impact van onderzoek. Een van de twee laureaten is gezondheidspsycholoog Andrea Evers. Ze leidt een innovatief, grensoverschrijdend onderzoeksprogramma naar de invloed van psychologische factoren op lichamelijke klachten en aandoeningen en verwierf wereldfaam met haar onderzoek naar placebo-effecten en hun tegenhangers, nocebo-effecten. Daarnaast ontwikkelt zij e-health-toepassingen en zelfhulptools voor patiënten. De internationaal samengestelde Stevincommissie die de voordrachten voor NWO beoordeelt, noemt Evers een bevlogen onderzoeker en een geboren communicator. Ze deelt haar kennis via talloze publicaties, lezingen en media-optredens.
De andere Stevinpremie gaat naar Jack Pronk, hoogleraar industriële microbiologie aan de Technische Universiteit Delft. De commissie noemt hem een verbinder die fundamentele wetenschappelijke kennis over de werking van gisten en schimmels vertaalt in een breed scala aan toepassingen met een grote impact op de maatschappij. “Hij is een veelgevraagd spreker, en een bevlogen en veelvuldig bekroond docent die nieuwe generaties onderzoekers inspireert.”