Staat van het onderwijs: Inspectie breekt lans voor betere medezeggenschap

Mei 2018: gespannen wordt geluisterd naar de verkiezingsuitslag van de Universiteitsraad, foto DUB

De inspectie presenteerde vandaag haar jaarlijkse rapport ‘De staat van het Onderwijs’. Daarin maakt de inspectie de balans op: hoe staat het ervoor met het onderwijs en waar is ruimte voor verbetering?

De gevolgen van de coronapandemie passeren de revue, net als cybercriminaliteit en het functioneren van de medezeggenschap in het hoger onderwijs. Daarmee gaat het niet goed, constateert de inspectie.

Zorgelijke opkomstpercentage verkiezingen
Verkozen studenten en medewerkers praten met het bestuur van hun onderwijsinstelling over belangrijke thema’s. “Een goed functionerende medezeggenschap kan een belangrijke informatiebron zijn om risico’s op tijd in beeld te krijgen”, schrijft de inspectie. Studenten en medewerkers weten uit eigen ervaring immers wat er speelt op hun hogeschool of universiteit.

Maar door de lage opkomstpercentages bij verkiezingen komen die interne checks and balances in gevaar. Dat vormt een “risico voor het functioneren van de medezeggenschap en daarmee voor de informatievoorziening aan het bestuur”, aldus de inspectie.

Het is niet de eerste keer dat de alarmbellen afgaan over de medezeggenschap. De verkiezingsopkomst loopt al jaren terug – ook in Utrecht - en ook de ondersteuning van de raden laat hier en daar te wensen over, wees onderzoek van Berenschot uit.

Minister Dijkgraaf liet eerder dit jaar weten vooralsnog geen reden tot ingrijpen te zien. Hij laat het aan de onderwijsinstellingen om de juiste ondersteuning te bieden.

Cybercriminaliteit
Een ander onderdeel van ‘risicomanagement’ dat volgens de onderwijsinspectie aandacht vereist is de cyberveiligheid. Onderwijsinstellingen zijn door de jaren heen meerdere keren doelwit van cybercriminelen geweest die na het hacken van systemen losgeld eisten. Vorig jaar stelde de inspectie al dat de overheid de touwtjes in handen moet nemen en ook vandaag waarschuwt de inspectie dat er op dit gebied meer regie en samenwerking nodig is.

Verengelsing
De inspectie besteedde ook aandacht aan de verengelsing van het onderwijs. Bij de universiteiten is het Engels als instructietaal steeds gebruikelijker, mede door het toenemende aantal studenten uit het buitenland.

Dat heeft voordelen, maar leidt soms ook tot moeilijkheden voor studenten en docenten die het Engels minder goed beheersen, stelt de inspectie. Het moet bovendien geen “onbedoeld selectiemiddel” worden, waarschuwt ze, omdat het Engels toekomstige studenten kan afschrikken.

De inspectie wijst er overigens op dat het aantal anderstalige opleidingen in het hbo onduidelijk is en wil dat er “op korte termijn” een overzicht beschikbaar komt.

Onderwijs op afstand
Ook de coronapandemie blijft niet onbesproken in het jaaroverzicht. Studenten hadden last van eenzaamheid en motivatieproblemen en docenten kregen te maken met een hoge werkdruk.

Maar de pandemie heeft ook wat opgeleverd: de digitalisering van het onderwijs is versneld, de ICT-infrastructuur is verbeterd en de deskundigheid van docenten is vergroot. Onderwijsinstellingen willen die voordelen logischerwijs vasthouden en het is volgens de inspectie daarom van belang dat ze een “actuele visie op digitaal onderwijs” ontwikkelen.

Daarbij moeten de voor- en nadelen van onderwijs op afstand goed tegen elkaar worden afgewogen. “Als dit goed lukt, kunnen studenten profijt hebben van kwalitatief versterkt en flexibel hoger onderwijs.”

Advertentie