Pijnlijke universiteitsgeschiedenis
Stolpersteine gelegd voor joodse hoogleraar die werd ontslagen
De stolpersteine zijn onthuld door rector Henk Kummeling en een kleindochter van een Utrechtse wetenschapper die onder supervisie stond van Hermann Jordan. De stolpersteine (struikelstenen) zijn kleine stenen met een messing plaatje die geplaatst worden in de stoep voor de woningen van slachtoffers van het naziregime. Op het plaatje staan de persoonlijke gegevens van onder andere Joden, Sinti, Roma, gehandicapten en homoseksuelen.
Jordan was van 1919 tot 1 april 1943 hoogleraar vergelijkende fysiologie der dieren aan de Universiteit Utrecht, totdat hij gedwongen ontslagen werd vanwege zijn Joodse geloof. Jordan dook onder en overleed aan een hersenbloeding op 21 september 1943. Zijn vrouw Nanette van Witsen overleefde de oorlog en kwam in 1959 te overlijden.
De twee stolpersteine. Foto: DUB
Eigen verleden
Het is belangrijk om als universitaire gemeenschap “de tijd te nemen om te reflecteren op onszelf en onze goede, maar ook slechte en pijnlijke momenten in de geschiedenis”, sprak Kummeling voordat de stolperstenen in de stoep werden gelegd. De UU onderzoekt haar koloniale verleden.
Het is goed dat “jongere mensen, studenten, de tijd en moeite nemen om stil te staan bij de inclusie en exclusie in de huidige tijd". Bijvoorbeeld bij “het verschrikkelijke conflict in het Midden-Oosten, waaronder in Gaza. Mensen willen vanwege een andere afkomst niet meer met elkaar praten.”
Lezingen over in- en exclusie
Voor de onthulling van de stolpersteine werden er lezingen gehouden over in- en exclusie aan de Universiteit Utrecht. Het symposium werd georganiseerd door de werkgroep Utrechtse Universiteitsgeschiedenis, die de geschiedenis van de UU onder de aandacht brengt ter ere van het vierhonderdjarig bestaan van de universiteit in 2036.
De universiteit werkte al eerder samen met de stichting Stolpersteiner. Studenten van de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur deden onderzoek naar slachtoffers van het nationaalsocialisme in de gemeente Utrecht. Studenten gingen in gesprek met bewoners van huizen waar slachtoffers destijds woonden en praatten met nabestaanden. De resultaten werden gedeeld met de Stichting Stolpersteinen, die de stenen voor de juiste woningen kon plaatsen.