Voormalig rector Hans Stoof overleden
Stoof was als bestuurder een bruggenbouwer die de rust terugbracht
Ook na zijn vertrek als rector in 2011 zag je Hans Stoof regelmatig bij academische plechtigheden. Hij was een imposante gestalte die altijd vriendelijk en bedaard informeerde naar de laatste ontwikkelingen op de universiteit. Zijn interesse in de ander was typerend voor hem.
Stoof kwam pas in 1999, aan het eind van zijn loopbaan, naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Hij werd direct vicevoorzitter van de Raad van Bestuur en decaan van de faculteit Geneeskunde. Daarvoor had hij zijn hele loopbaan doorgebracht aan de Vrije Universiteit. Hij was hoogleraar Experimentele Neurologie en directeur van het Onderzoeksinstituut voor Neurowetenschappen en later nog wetenschappelijk directeur van de Onderzoekschool Neurowetenschappen.
Als decaan Geneeskunde wist hij het Academisch Ziekenhuis, het Wilhelmina Kinderziekenhuis en het Militair Hospitaal samen onder te brengen in één Universitair Medisch Centrum. Het maakte hem de bruggenbouwer die met het nodige relativeringsvermogen en optimisme partijen bij elkaar wist te krijgen.
Na het vertrek van de flamboyante Willem Hendrik Gispen werd Stoof gevraagd rector te worden. Aanvankelijk had hij zijn bedenkingen. “Ik wilde het wat rustiger aandoen. Maar het is raar om te willen stoppen met werken als je nog zo jong en kerngezond bent”, zei hij in een interview met het Ublad.
Bijna vier jaar was hij rector. Toen hij kwam was er net veel overhoop gehaald in het hoger onderwijs. Het bachelor-master-stelsel was ingevoerd, faculteiten waren gefuseerd en er was net een document gelanceerd over een nieuwe aanpak van het onderzoek waarin focusgebieden werden aangewezen. “Ik keek rond en meende een zekere mate van metaalmoeheid te constateren. Men was vooral toe aan rust in de tent”, zei hij in het afscheidsinterview in DUB.
Stoof wilde vooral luisteren, kijken en praten. “Ik was geen voorstander van het strooien van graankorrels langs de weg. Bepaal het speelveld en laat mensen daarbinnen zelf met plannen komen.” Hij was wel aanjager van de samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven. In maart 2011 ging hij met emeritaat. Bij zijn vertrek had hij nog een wel een paar tips. “Durf te selecteren. Niet alle studenten horen thuis op de universiteit. Ga meer samenwerken. Veeg je raampje schoon en blijf naar buiten kijken. En tenslotte houd de relatie met het UMCU optimaal. Samen zijn de UU en het UMC een onverslaanbaar koppel.”