Strengere eisen om tophoogleraar aan de UU te worden
Dat heeft collegevoorzitter Anton Pijpers bekend gemaakt tijdens de opening van het academisch jaar op 6 september in de Domkerk. Hij noemt de nieuwe criteria ‘open science proof’. In de nieuwe richtlijn om bevorderd te worden tot de hoogste schaal spelen de toppublicaties en citaties van de professor in wetenschappelijke toptijdschriften een minder dominante rol dan tot nu toe.
Je hebt op de universiteit twee soorten hoogleraar. Wie benoemd wordt, start in de regel als Hoogleraar 2 en kan later doorstromen naar Hoogleraar 1. De schaal van Hoogleraar 2 loopt van 5.749 tot 8.371 euro per maand. Bij Hoogleraar 1 is de inschaling van 6.405 tot 10.106 euro per maand.
In de nieuwe opzet moet een Hoogleraar 1 een toonbeeld zijn van academisch leiderschap: “het is een rolmodel en boegbeeld voor de Universiteit Utrecht en wordt als zodanig door anderen erkend en herkend.” Wie in aanmerking denkt te komen voor zo'n bevordering tot de hoogste schaal, moet een narratief schrijven van zo’n tweeduizend woorden. Daarin moet de kandidaat aangeven hoe hij of zij scoort op criteria van teamspirit, leiderschap, onderwijs, onderzoek, maatschappelijke impact en bestuurlijke of andere activiteiten buiten het onderzoek. Op minstens drie vlakken zou die score bovengemiddeld moeten zijn. Daarnaast moet de hoogleraar zijn cv, een lijst met vijf toppublicaties en een relevante bijlage naar keuze.
De decaan neemt het intiatief bij een bevordering draagt de kandidaat voor bij het College van Bestuur. Het bestuur vraagt een bevorderingscommissie een deelcommissie van drie hoogleraren in te stellen, van wie één uit de eigen faculteit, één expert van een verwant vakgebied en één lid dat verder af staat van het vakgebied. Deze commissie adviseert het College van Bestuur.
De nieuwe richtlijn is één van de stappen van het College van Bestuur om handen en voeten te geven aan het programma Erkennen& Waarderen. Volgens dat programma moeten wetenschappers breder beoordeeld worden dan alleen op hun toppublicaties volgens de h-index en hun citaties. Een artikel in Nature deed veel stof opwaaien, zowel in positieve als in negatieve zin. Veel wetenschappers gaven aan blij te zijn dat de universiteit de traditionele manier van beoordeling op basis van de impactfactor loslaat, anderen vrezen dat de beoordeling subjectief wordt en dat Nederland zijn toppositie in de wereldwijde ranking van wetenschappers door het nieuwe beleid dreigt te verliezen.