Te veel meerkeuzetoetsen in hoger onderwijs
Het is geen vernietigend rapport dat de Onderwijsraad vandaag uitbrengt, maar het geeft wel te denken. De toets- en examenpraktijk is “uit balans”, schrijven de onderwijsadviseurs aan de bewindslieden van Onderwijs. Ze nemen ook het hoger onderwijs onder de loep.
Daar zien ze een paar problemen. Opleidingen willen liever geen gedoe over de beoordeling van studenten; ze willen valide en betrouwbare toetsing. Het gevolg is dat ze steeds vaker hun toevlucht nemen tot meerkeuzevragen. Dan is er weinig discussie over het cijfer en zijn docenten ook nog eens sneller klaar met nakijken.
Toetsen onder druk
Maar wat doe je als je bijvoorbeeld “houdingsaspecten en vaardigheden in (semi)realistische beroepssituaties” wilt bekijken? Zulke toetsen komen onder druk te staan, meent de raad. En dat is zonde, want veel vaardigheden kun je nauwelijks toetsen met meerkeuzevragen. Dat geldt natuurlijk ook voor het schrijven van beschouwingen.
Een ander probleem is dat de vakken in het hoger onderwijs steeds meer op zichzelf staan. Modulair onderwijs, heet dat. Dat klinkt leuk en flexibel, maar het gevolg is dat de samenhang in opleidingen verdwijnt.
Neem alleen al het opknippen van universitaire opleidingen in een bachelor en een master: het heeft ervoor gezorgd dat tegenwoordig veel meer studenten twee keer stagelopen en twee keer een scriptie schrijven, terwijl ze dat vroeger één keer zouden doen.
Gebrek aan samenhang
Zo gaat het met vakken ook: ze bouwen lang niet altijd op elkaar voort. Dit gebrek aan samenhang (of: deze toegenomen flexibiliteit) zorgt ervoor dat er veel ‘beslissende’ toetsen zijn: gezakt of geslaagd. Docenten kunnen immers niet meer zeggen: deze stof komt volgend jaar weer terug, pik het dan maar op.
Bovendien krijgen studenten vaak meer dan één toets per blok, plus oefentoetsen. “Door de vele toetsen ervaren sommige studenten hun studie als een hordeloop en dit brengt soms stress met zich mee.”
Er zou meer ruimte moeten zijn voor ‘formatieve’ toetsen die studenten (en de opleiding) inzicht bieden in hun ontwikkeling en die niet meteen tot een ja-of-nee leiden, overweegt de raad. Onderwijsinstellingen moeten beter nadenken over wat ze willen bereiken met toetsen.
Bachelorexamen
En dan kan de overheid duidelijke kaders bieden – ook in het hoger onderwijs. Enige mate van standaardisering van de eindtoetsing, “bijvoorbeeld van bachelorexamens van gelijke opleidingen”, is volgens de raad “het overwegen waard”.
Overigens is het niet voor het eerst dat de tentamens in het hoger onderwijs bekritiseerd worden. Twee jaar geleden deed de Onderwijsinspectie dat ook. Zes jaar geleden gingen hogescholen meer samenwerken in hun toetsing, na een advies met de veelzeggende titel Vreemde ogen dwingen. Dat advies was voortgekomen uit een aangenomen PVV-motie voor centrale examens in het hbo om het eindniveau te garanderen. Die centrale examens werden uiteindelijk haalbaar noch wenselijk geacht, maar samen toetsen bedenken kon wel.