Topsporter of chronisch ziek: student voelt zich belemmerd
Ruim één op de acht studenten (13,2 procent) heeft een zogenoemde ‘ondersteuningsbehoefte’ bij het volgen van hun opleiding, blijkt uit de Nationale Studenten Enquête. Het Expertisecentrum inclusief onderwijs (ECIO) heeft de resultaten nader geanalyseerd.
Het gaat niet alleen om studenten met een functiebeperking, zoals dyslexie, ADHD of een lichamelijke beperking. Studenten konden ook aangeven dat ze extra steun nodig hebben vanwege bijvoorbeeld moeilijke familieomstandigheden, een eigen bedrijf of een topsportcarrière.
In het hbo had bijna de helft van alle studenten met een ondersteuningsbehoefte dyscalculie en dyslexie, terwijl die groep in het wo dertig procent beslaat.
Belemmeringen
Het valt op dat een groot deel van de respondenten op zijn minst “een beetje” belemmeringen ervaart bij het volgen van onderwijs. In totaal loopt 85 procent van de studenten met een ondersteuningsbehoefte tegen obstakels aan. Studenten met een psychische aandoening of ADHD ervaren relatief de meeste belemmeringen.
Topsporters en studentondernemers hebben de minste problemen. Desondanks zijn de ondernemers het minst tevreden over de voorzieningen bij hun opleiding. Ze missen bijvoorbeeld een aanspreekpunt, krijgen niet altijd begrip voor hun ondersteuningsbehoefte, of vinden dat ze te weinig financiële steun krijgen van hun instelling.
Ondersteuning
Goed nieuws is er ook. Over het algemeen zijn studenten die extra ondersteuning nodig hebben weliswaar iets minder tevreden over de faciliteiten van de opleiding dan andere studenten, maar die verschillen zijn volgens het ECOI minimaal.
Ze zijn over het algemeen bijvoorbeeld best te spreken over de toetsvoorzieningen (denk aan extra tijd voor toetsen of aan digitale hulpmiddelen) en over de persoonlijk gesprekken met iemand van de opleiding. De communicatie over ondersteuning via de website of een studentenportal wordt juist een stuk minder gewaardeerd. Op bijna alle gebieden zijn studenten met een motorische beperking het meest tevreden van de groep die ondersteuning nodig heeft.
Onderwijsinstellingen
Tussen het hbo en het wo zijn geen grote verschillen geconstateerd. In het hbo zijn studenten het meest tevreden bij Hogeschool Van Hall Larenstein. In het wo scoren Wageningen University en de Universiteit Twente het hoogst bij de bachelorstudenten. Ook bij de wo-masterstudenten haalde de Universiteit Twente de beste cijfers.
Bij de wo-bachelors scoort de UU maar net iets lager dan de twee koplopers, bij de masterstudenten zit de UU in de middenmoot. Opvallend is daar de lage score waar het gaat om zelfstudieplekken.