Tweede Kamer: medezeggenschap mag vastgoedplannen laten toetsen
Bij grote vastgoedplannen moet de medezeggenschap van universiteiten en hogescholen het recht krijgen op onafhankelijk advies, vindt een meerderheid van de Tweede Kamer.
Slecht huisvestingsbeleid van onderwijsinstellingen heeft geleid tot bezuinigingen op onderwijs en ontslag van docenten, stellen PvdA en D66. Daarom willen ze de medezeggenschap het recht geven om grote vastgoedinvesteringen vooraf te laten toetsen door een onafhankelijk instituut.
Wacht nog even met die motie, vroeg minister Bussemaker vorige week tijdens het debat. Na de affaires met nieuwbouw van ROC Leiden en ROC Amarantis overweegt ze namelijk al enige tijd de komst van een expertisebureau voor vastgoedinvesteringen in het hoger onderwijs. De motie loopt op haar plannen vooruit.
Maar de partijen wilden er niet op wachten en vragen er nu al om. Ook wil een meerderheid een overzicht krijgen van de vastgoedlasten en financiële risico’s die de onderwijsinstellingen lopen. Daar had de SP een motie over ingediend.
Het liefst zou de SP zien dat het vastgoed van universiteiten en hogescholen onder de Rijksgebouwendienst gaat vallen. Dan kunnen nieuwbouw en renovatie nooit tot bezuinigingen op onderwijs en onderzoek leiden. Maar daar is geen meerderheid voor.
De meeste moties over de democratisering van het bestuur werden aangehouden of verworpen. Ook de motie van PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis om opleidingscommissies meer rechten te geven, haalde het niet.
Wel steunt de Kamer een motie van VVD en CDA om de opleidingscommissies beter te scholen en faciliteren. Ook moet de regering dankzij een motie van de PvdA bedenken hoe studenten en docenten een rol kunnen spelen bij de benoeming van bestuurders.
De bedreigde geesteswetenschappen moesten het doen met de aangenomen motie van de Kamerleden Carola Schouten (ChristenUnie) en Mohandis: zij vroegen de regering te bevorderen “dat de geesteswetenschappen in verband met het belang voor de grote maatschappelijke uitdagingen voldoende aan bod komen in de Nationale Wetenschapsagenda”.