Uitzonderingen mogelijk op onderwijsregels UU
De Universiteitsraad heeft vorige week ingestemd met de nieuwe onderwijsrichtlijn. In deze verzameling regels worden zaken als groepsgrootte, contacturen en herkansingsnormen geregeld. Ze blijken minder streng dan gedacht.
In de richtlijn staan alle centraal geregelde onderwijsvoorschriften. Er zijn basale afspraken in opgenomen als het aantal studiepunten dat een bacheloropleiding moet bevatten of de eis dat docenten een basiskwalificatie moeten hebben. Maar er staan ook regels in die, aldus de rector "een ambitieus studieklimaat" moeten bevorderen zoals de nieuwe regels rondom het doen van een hertentamen.
De richtlijn bestaat sinds de invoering van het bachelor-masterstelsel in 2002. De laatste versie dateert van 2006 en is nu weer toe aan een update. De aanpassing is nodig door onderwijsvernieuwingen (bama 3.0), het nieuwe Strategisch Plan en de Prestatieafspraken met de minister van Onderwijs. In deze laatste versie is onder meer toegevoegd dat hoogleraren in alle jaren van de opleiding zichtbaar moeten zijn; dat honoursstudenten internationale ervaring moeten opdoen en dat het vroeger verplicht gestelde portfolio, facultatief wordt. Ook staat hier nu in op hoeveel contacturen een student minimaal en maximaal recht heeft. De nieuwe richtlijn wordt van kracht op 1 september 2014.
Semantiek
De behandeling van de nieuwe onderwijsregels (pdf) vorige week in de Universiteitsraad lijkt op een aantal momenten meer op een examen woordverklaren voor rector Bert van der Zwaan, want wat bedoelt hij nu precies met het woord richtlijn? Is het, zoals decaan Henk Kummeling in de faculteitsraad van Recht, Economie, Bestuurs & Organisatie uitlegde, een wet die hier en daar ruimte laat voor facultaire interpretatie, of moet aan elk artikel uit de richtlijn tot op de letter nauwkeurig worden voldaan?
De notitie is geen Stalinistisch schrijven, zegt Van der Zwaan: “De onderwijsrichtlijn moet je zien als een chassis dat eenheid van bestuur beoogt. Het bestaat uit een aantal voorschriften. Wij willen dat het onderwijs in de geest van deze voorschriften wordt vormgegeven. Dat betekent dat we onderwijs willen in zo klein mogelijke groepen, dat we een grote keuzevrijheid voor studenten willen en dat we een toetsbeleid voorstaan dat bij elke opleiding hetzelfde is.”
De studenten vragen de rector het woord facultatief te vermijden in het artikel over het portfolio: "dit woord kan worden uitgelegd als ‘op facultair niveau’". Ook wordt gevraagd wat ‘een zichtbare’ hoogleraar is en wat verstaan moet worden onder ‘internationale ervaring’ van honoursstudenten.
De rector kan bij de vraag over het woord facultatief zijn eigen oren niet geloven. “Vragen jullie mij nu om een omschrijving van het woord facultatief?” “Ja”, zei de raad. “Het levert verwarring op.”
En over het woord ‘zichtbaar’: “Wij juichen het in zijn algemeenheid toe als beroemde rolmodellen vroeg zichtbaar worden in de opleiding om studenten te enthousiasmeren. Maar het is geen moeten”.
Als het gaat over het opdoen van internationale ervaring ziet het universiteitsbestuur het liefst dat honoursstudenten een half jaar naar bijvoorbeeld een Chinese universiteit vertrekken. Maar het blijkt onmogelijk om dat alle honoursstudenten op te leggen vanwege tijd- en geldgebrek, zegt de rector. Daarom staat nu in de richtlijn ‘honoursstudenten doen internationale ervaring op’. Een opmerking die heel breed geïnterpreteerd mag worden.
Onderhandelen over instroommoment honours
Er zijn ook inhoudelijke vragen. Over het instroommoment van een honoursopleiding bijvoorbeeld. Volgens het voorstel van het universiteitsbestuur kan tijdens het eerste jaar en aan het einde van het eerste jaar nog worden overgestapt naar een honoursopleiding. De studenten willen graag dat zij ook nog in het tweede jaar kunnen instromen. Dat verzoek wordt afgewezen. De rector: "Ik wil de datum wel bijstellen tot 1 september van het tweede jaar. Daarna kan een eerstejaars nog wel instromen, maar alleen op voorspraak van de zogeheten honours director.""
Maar, zegt Wijnand de Leeuw, bij de opleiding Rechten volg je het hele eerste jaar een verplicht pakket. Je kiest pas in je tweede jaar voor een rechtsgebied. Dan kun je niet voor 1 september weten of je een honoursopleiding wilt gaan doen, zegt hij. De rector reageerde verbaasd: “Als dat zo is, moet dat eerste jaar anders worden ingericht, zodat een rechtenstudent al in het eerste jaar geïnspireerd kan raken en voor een honours kan kiezen voor 1 september.” Afwijken van de datum wil hij niet.
Onderhandelen over contacturen
De studenten willen ook weten hoe streng het universiteitsbestuur is als het gaat over het handhaven van het minimum (12) en maximum (18) aantal contacturen in het eerste jaar. Is het wel zinvol om het maximum aantal uren in de richtlijn te laten staan? “U zei dat dit maximum is genoemd vanwege een financiële limiet.”
Daar wil de rector toch wel graag nuance in brengen. Geld speelt een rol, zei hij, maar de limiet is in de eerste plaats ingesteld om studenten meer aan zelfstudie te laten doen. “Er is een trade-off, wie 40 uur college heeft, doet thuis niets meer. Om een goede balans te krijgen tussen studie en zelfstudie moet je studenten niet overvoeren met contacturen. Zelfstudie is belangrijker dan gedacht. Het is de tijd waarin studenten gaan nadenken over de stof en zich ontplooien.”
De universiteit richt zich in eerste instantie met name op de ondergrens van 12 uur per blok, maar wil de bovengrens niet zomaar schrappen, zegt hij. “Een decaan kan altijd met het college in debat gaan over de boven- én ondergrens om te bespreken waar het precies schuurt. Bij hoge uitzondering kan er worden afgeweken van de regels, maar bij hoge uitzondering. Anders is de lol van de richtlijn er wel af.”
Onderhandelen over het rooster
Buitenlandse studenten kunnen een cursus voor de kerstvakantie afmaken om bij aanvang van het nieuwe semester terug op de eigen universiteit te zijn. De U-raadstudenten vragen het universiteitsbestuur of Nederlandse studenten niet dezelfde mogelijkheid kunnen krijgen als ze in het tweede semester naar een buitenlandse – met name Britse – universiteit willen. Nee, zegt het collegebestuur. Een student moet dat maar zelf regelen met zijn docenten. Dat kan ook, zegt docent en U-raadslid Diederick Raven die bij zijn opleiding Culturele Antropologie veel studenten heeft die net voor het einde van het tweede blok naar het buitenland moeten. “Je kunt het oplossen met schuiven, passen en meten.”
Onderhandelen over doorstroommasters
En dan werpen de studenten nog een probleem op dat het College van Bestuur niet kan oplossen. De minister heeft na Kamervragen over het afschaffen van de doorstroommasters geroepen dat iedere bachelor toch een masteropleiding moet kunnen gaan doen. Hoe gaat de universiteit daar op inspringen, willen de studenten weten. Want straks bestaan er aan de UU alleen nog masters waarvoor een student geselecteerd moet worden. “Het is een groot raadsel hoe de minister haar woord wil nakomen”, zegt de rector. "Kan ze universiteiten dwingen om een master in de lucht te houden? Dat is nog een vraag.”
Onderhandelen over tentamens
Daarna is het tijd om de nieuwe regels omtrent de aanvullende toetsen onder de loep te nemen. Een regeling die na lange discussie en een schorsing een jaar op ijs wordt gezet. Dat betekent dat er volgend jaar nog geen wijzigingen zijn in het toetsbeleid, maar dat de kans bestaat dat er vanaf 1 september 2014 alleen nog een aanvullende toets gemaakt mag worden wanneer een student voor alle toetsen van een cursus minimaal een 4,5 gemiddeld staat. Een regeling waar de studenten uit de U-raad principieel tegen zijn.