Universiteit Utrecht stijgt licht op ranglijst Times Higher Education
Volgens de Britse ranking behoren tien Nederlandse universiteiten tot de beste tweehonderd van de wereld. De makers meten het succes van universiteiten aan de hand van onder meer wetenschappelijke prestaties, reputatie en het aantal studenten per docent.
Koploper bij Nederland is, net als vorig jaar, Wageningen Universiteit: die stijgt van plaats 62 naar 53. De Universiteit van Amsterdam volgt op 65. De Universiteit Utrecht is gestegen van plek 75 naar 69. De TU Eindhoven valt nu buiten de top 200, net als de universiteiten van Tilburg en Twente.
Als je in de ranglijst kijkt naar de UU, doet de universiteit het in vegelijking met andere Nederlandse universiteiten goed op het gebied van onderwijs, onderzoek en citaties. Andere criteria zijn onderzoek, private samenwerking en internationalisering.
Op wereldschaal doet Nederland het nog altijd opvallend goed: Alleen de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Duitsland en Australië hebben meer universiteiten in de top 200. China nestelt zich naast Nederland in het landenklassement met eveneens tien instellingen in de top 200.
Op nummer één staat voor de zesde keer op rij de Britse Oxford University. Maar Amerikaanse universiteiten blijven de ranglijst domineren, met acht universiteiten in de top 10 en maar liefst 57 instellingen bij de beste 200.
Shanghai-ranking
De Shanghai-ranking werd ook onlangs bekendgemaakt. Daarin prijkten negen Nederlandse universiteiten in de top 200 van de wereld. Universiteit Utrecht scoorde in deze ranking het hoogste van de Nederlandse instellingen met een plek op nummer 50.
Zulke rankings zijn “zeker niet zaligmakend”, zegt voorzitter Pieter Duisenberg van universiteitenvereniging VSNU, “maar ze geven internationaal wel een indicatie waar we staan.” Het langzaam wegzakken van Nederland onderstreept volgens hem waarom de politiek 1,1 miljard euro per jaar extra voor het wetenschappelijk onderwijs zou moeten uittrekken. Nederland doet vooralsnog mee met de top, “maar hoe lang nog”, vraagt hij zich af.
Tegelijkertijd wil Duisenberg de rankings relativeren. “Er ligt relatief veel nadruk op indicatoren als het aantal publicaties en de citatie-impact”, vindt hij. De bestuurders van universiteiten willen juist anders gaan ‘erkennen en waarderen’, en niet alleen maar op wetenschappelijke prestaties letten. Ze willen meer aandacht geven aan bijvoorbeeld onderwijs, patiëntenzorg en leiderschap. Andere wetenschappers waarschuwen voor die daling als criteria als citaties worden losgelaten, zoals blijkt uit een recent artikel op DUB.