Universiteit zoekt alternatieven voor colleges met meer dan 75 studenten
Net voor de zomer hadden de roosteraars van de Universiteit Utrecht het onderwijsprogramma rond. Praktisch al het onderwijs zou weer op locatie aangeboden. Ook de hoorcolleges. Daarmee volgden de opleidingen een advies van een werkgroep die had geadviseerd om ook grotere colleges voor groepen tot maximaal 100 studenten weer fysiek aan te bieden.
“Bij grote studies hebben we de studenten verdeeld in meerdere groepen en hebben we meer zalen in de stad gereserveerd”, vertelt Renée Filius, hoofd Onderwijs van de universiteit. “Wij hadden signalen gekregen dat de meeste studenten toch graag weer onderwijs op locatie wilden, ook als het om hoorcolleges ging. Zo kan men elkaar weer ontmoeten.”
Plannen in het water
Door de aanvullende eis van demissionair premier Mark Rutte tijdens de persconferentie van 16 augustus, viel een deel van die plannen in het water. Filius: “Het was onmogelijk om al die grote groepen van rond de 100 studenten verder op te delen. Toch wilden we ook niet alles weer helemaal online maken.”
Dus zijn de vicedecanen onderwijs bij elkaar gekomen en is er overleg geweest met andere universiteiten om zo alternatieven te bedenken. Een daarvan is dat de hoorcolleges op locatie doorgaan, maar dat een deel van de studenten ze online volgt. Het is afhankelijk van de studie en het college hoe dat precies ingevuld gaat worden. Filius: “Je zou je kunnen voorstellen dat de studenten met de achternaam A tot en met K de ene week aanwezig zijn, en de andere studenten de week daarop. Maar het is aan de opleidingen zelf om hier een formule voor te vinden die het best bij het college past. Het kan zijn dat een bepaald college nu toch noodgedwongen helemaal online gegeven gaat worden. Dat gaat in overleg met de docent. We willen de docenten ook niet belasten met extra werkdruk.”
Altijd een alternatief
Los van de vraag over de grootte van de groep, is de universiteit ook al bezig geweest met de vraag wat te doen als studenten of docenten niet in staat zijn fysiek college te geven. Bijvoorbeeld omdat ze een kwetsbare huisgenoot hebben of zelf kampen met gezondheidsproblemen. Filius: “Wij zijn direct gestart met het maken van procedures hoe je in zo’n geval moet handelen. De lijn van de procedure is gelijk, maar de invulling kan per faculteit verschillen.” Hierover is gecommuniceerd in de recent verstuurde update van het College van Bestuur.
In principe moet er voor elk studieonderdeel een alternatief zijn. Filius: “Stel dat iemand een werkcollege niet kan volgen omdat de student in quarantaine moet. Dan is het 't makkelijkst als iemand het online kan volgen. Waar dat niet kan, zul je creatief naar alternatieven moeten zoeken, zoals het maken van vervangende opdrachten. Het is overigens wel zo dat maar weinig colleges op de UU een aanwezigheidsplicht hebben. Maar als studenten het onderwijs willen volgen maar dit niet op locatie kunnen doen, moet je wel een alternatief bieden.” Toch constateert ook Filius dat het onmogelijk is om het totale programma zowel fysiek als online aan te bieden. “Het gaat ook veel om maatwerk.”
Keuze online of op locatie
Sommige opleidingen hebben aangegeven dat de opleiding naast op locatie ook online te volgen zal zijn. De universiteit heeft de studenten die zich voor die opleidingen hebben aangemeld, gevraagd of ze het onderwijs helemaal online zullen volgen. In totaal hebben nu zo’n 180 studenten deze vraag met ja beantwoord, veelal masterstudenten. Opvallend was dat ongeveer de helft van deze groep de master Klinische Psychologie volgt. Deze studenten kunnen de master inderdaad geheel online volgen, maar hebben ook de mogelijkheid om het programma fysiek te volgen. Lang niet alle opleidingen kunnen echter deze combinatie bieden.