Universiteiten vragen laag collegegeld aan Oekraïense studenten
Het hoger onderwijs vraagt al langere tijd duidelijkheid van het kabinet over het collegegeld en de mogelijke studiefinanciering voor studenten uit Oekraïne. Eind vorige maand beloofde het kabinet “binnenkort” meer duidelijkheid. De universiteiten wachten dat niet langer af en hebben vandaag “om onaanvaardbare situaties te voorkomen” zelf de knoop doorgehakt over de hoogte van het collegegeld.
Collegegeld
Normaal gesproken betalen studenten van buiten de Europese Economische Ruimte het hoge instellingscollegegeld. De veertien Nederlandse universiteiten maken een uitzondering voor studenten uit Oekraïne vanwege de oorlog met Rusland. Dat betekent dat deze studenten voor het collegejaar 2022-2023 het veel lagere wettelijke collegegeld van 2.209 euro betalen.
De universiteiten werken dat in de praktijk op verschillende manieren uit: soms zal rechtstreeks het wettelijke collegegeld gevraagd worden en soms wordt het verschil met het instellingscollegegeld vanuit een fonds gecompenseerd.
“Het nieuwe collegejaar komt steeds dichterbij”, legt UNL-voorzitter Pieter Duisenberg het besluit uit. “Het is belangrijk om snel zekerheid te bieden aan aspirant-studenten die gevlucht zijn uit Oekraïne, juist omdat ze in zo'n onzekere situatie verkeren over hun toekomst.”
Niet genoeg
Maar de studenten hebben meer nodig dan een verlaging van het collegegeld, waarschuwt UNL. Ze hebben momenteel geen recht op studiefinanciering. Daarom vragen de universiteiten het kabinet om studenten uit Oekraïne van leefgeld te voorzien. De studenten kunnen nu een beroep doen op universitaire noodfondsen, maar eigenlijk is zulke hulp “geen verantwoordelijkheid van universiteiten”.
De hogescholen zijn nog in gesprek over de hoogte van het collegegeld. Ze verwachten eind deze week een beslissing te nemen.