Utrechts onderwijsdebat: “Basisbeurs is geen verworven recht”

‘Wat mag kwaliteit kosten?’ was de vraag tijdens een lagerhuisdebat afgelopen vrijdag bij de Hogeschool Utrecht. Omdat ook het publiek zijn zegje mocht doen, zaten de acht aanwezige Tweede Kamerleden af en toe wippend van ongeduld op hun stoel.

Helemaal de verkeerde insteek, begon Paul van Meenen (D66) al tijdens de aftrap van het door de ISO en LSVb georganiseerde debat: “Onderwijs is geen kostenpost, maar een investering. Wat kan kwaliteit opleveren? Dat zou ik een goede vraag vinden.”

Iedereen wil goed onderwijs voor iedereen, bleek al snel. Wat daar voor nodig is? De intrinsieke motivatie van studenten mag best wat beter, zei Mohammed Mohandis (PvdA) daar over. ‘Bildung’ is belangrijk, vulde Jesse Klaver (GroenLinks) aan. “We moeten kansen creëren”, aldus Carola Schouten (ChristenUnie).

De eerste vier stellingen werden gemoedelijk afgewerkt. Er waren debatten over de vraag of Nederland het beste hoger onderwijs ter wereld heeft, of het onderscheid tussen hbo en wo nog wel houdbaar is, of bedrijven ook opleidingen zouden mogen aanbieden en of we moeten streven naar een zo hoog mogelijk opgeleide bevolking.

Terwijl iedereen de mond vol had van excellentie en topstudenten, zei Roelof Bisschop (SGP) over die laatste stelling: “Er zijn meer waarden in het leven dan de beste zijn. Soms maak je keuzes die ten koste gaan van topprestaties, omdat je andere dingen ook belangrijk vindt.” Even was iedereen stil.

Pas toen de langverwachte stelling kwam – wel of geen leenstelsel – werd de discussie feller. NVAO-voorzitter Anne Flierman verliet wijselijk het strijdtoneel, terwijl de onderwijswoordvoerders en studenten hun stellingen innamen. Mohandis van de PvdA zat uiteraard in het vak van de voorstanders, net als zijn collega Duisenberg van de VVD. Klaver zat gemoedelijk tussen hen in (“ik ben wel voor een leenstelsel, maar tegen het leenstelsel van dit kabinet”), terwijl Van Meenen in het ‘tegen’-vak zat (“een leenstelsel is politiek gezien nog heel erg ver weg”). Om het plan door de Eerste Kamer te krijgen heeft het kabinet die laatste twee partijen nodig.

De voorstanders herhaalden het nog maar eens: afgestudeerden die te weinig verdienen hoeven hun lening niet terug te betalen, er zijn extra investeringen nodig, de toegankelijkheid blijft een groot goed in Nederland. Ook de tegenstanders zorgden voor weinig verrassingen: jongeren uit arme gezinnen gaan straks niet meer studeren en het kabinet bezuinigt te veel.

GroenLinks-Kamerlid Klaver durfde als enige de aanwezige studenten direct aan te spreken: “Veel van jullie argumenten komen neer op: onze basisbeurs is een verworven recht. Maar luister: jullie zeggen ook tegen de babyboomers dat ze hun recht op hypotheekrenteaftrek, of pensioen op hun 65e, moeten opgeven. Wat je ook tegen het afschaffen van de basisbeurs kunt inbrengen: denk er op zijn minst over na voor je roept dat het nu eenmaal een verworven recht is.”

Het antwoord op de vraag wat kwaliteit nu mag kosten, kon niemand geven.

Advertentie