UU dreigt te stoppen met Nationale Studenten Enquête
Hoe tevreden ben je over de studielast van je opleiding? Sluit de inhoud van je studie aan bij het beeld dat je vooraf van je opleiding had? En in welke mate ben je tevreden over de deskundigheid van je docenten? Het is een kleine greep uit de vragen van de Nationale Studenten Enquête (NSE). Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap subsidieert dit jaarlijkse onderzoek onder studenten vanuit de gedachte dat objectieve informatie over opleidingen en instellingen bijdraagt aan de kwaliteit en transparantie van het hoger onderwijs. Aankomende studenten kunnen de resultaten gebruiken om te bepalen waar en wat ze willen studeren, doordat de resultaten onder andere de basis vormen voor de Keuzegids en de Elsevier-ranglijst. Universiteiten en hogescholen kunnen de resultaten daarnaast gebruiken om de onderwijskwaliteit te verbeteren.
Druppel die de emmer doet overlopen
De UU vraagt jaarlijks aan haar studenten om de vragenlijst in te vullen. Ongeveer één op de drie doet dat. Maar binnen de universiteit is er onvrede over de NSE. Onder andere medezeggenschapsorganen vragen zich al langer af of de UU niet beter kan stoppen met de enquête of in ieder geval de uitkomsten minder serieus kan nemen. Kritiek hebben zij op de vraagstelling van de NSE. Ook is er discussie of je überhaupt je onderwijskwaliteit moet meten aan de hand van de tevredenheid van studenten. Daarnaast zijn er geluiden dat je de uitkomsten van de NSE kan manipuleren: docenten zouden hun studenten soms oproepen de vragenlijst positief in te vullen omdat dat goed is voor de opleiding en voor de waarde van hun diploma.
Toch kwam het nooit zover dat het bestuur van de Universiteit Utrecht overwoog niet mee te doen aan het onderzoek. Tot vorige week. Toen zei rector Henk Kummeling in een gesprek met de onderwijscommissie van de Universiteitsraad dat de UU komend jaar misschien niet meer meedoet aan de NSE. De UU verschilt al langere tijd op een aantal punten van inzicht met stichting Studiekeuze123 die de enquête afneemt. Het opnemen van geheel anonieme antwoorden, is de druppel die de emmer doet overlopen.
'Resultaten NSE onbruikbaar'
De UU benadrukt dat er geen discussie is over de vraag of de privacy van studenten gerespecteerd moet worden, maar wel over de manier waarop. De functionarissen gegevensbescherming van de Nederlandse universiteiten zien graag dat er gewerkt wordt met een zogenaamd informed consent. Dit houdt in dat studenten voordat zij de NSE invullen worden geïnformeerd dat hun eigen universiteit een deel van hun persoonsgegevens kan bekijken, om welke informatie dat gaat en wie die gegevens kan zien. Als studenten de vragenlijst invullen gaan zij hier automatisch mee akkoord.
Stichting Studiekeuze123 vindt dat studenten op die manier onvoldoende geïnformeerd worden over hun privacy. Zij vraagt studenten daarom vooraf of zij de vragenlijst anoniem willen invullen of niet. Dit zodat ook studenten die niet willen dat hun persoonsgegevens gebruikt worden door hun onderwijsinstelling, de vragenlijst invullen. Hierdoor koos afgelopen jaar gemiddeld 30 procent van alle deelnemende studenten er voor om anoniem te blijven.
Daardoor zijn de resultaten in de ogen van de UU onbruikbaar voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs, aldus Renée Filius. Het hoofd onderwijsbeleid van de directie Onderwijs & Onderzoek illustreert dat met drie voorbeelden. Zo is het niet meer mogelijk om te kijken hoe een opleiding over de jaren heen heeft gescoord doordat de gegevens wiskundig vervuild zijn. Ook is het niet meer mogelijk te kijken naar de ervaring van bijvoorbeeld specifiek eerstejaars. En daarnaast kunnen instellingen alleen nog maar het oordeel van de master als geheel zien en niet meer wat de studenten vinden van programma’s binnen een bepaalde master.
'Heel jammer als de UU niet meer mee zou doen'
Filius en Kummeling vinden het daarom “serieus te overwegen” om te stoppen met de NSE en zelf een enquête af te nemen onder studenten. Kummeling hoopt echter dat Studiekeuze123 tegemoet komt aan de wensen en zorgen van de UU, die volgens hem door meer universiteiten gedeeld worden. De rector pleit ervoor dat universiteiten die het sentiment delen samen optrekken bij het ontwikkelen van een nieuwe vragenlijst als dat nodig blijkt te zijn.
Volgens Pauline Thoolen, hoofd informatiemanagement van stichting Studiekeuze123, zou het jammer zijn als de UU niet meer mee zou doen aan de NSE. De UU zou dan ontbreken op de website voor studiekiezers van middelbare scholieren. “De Universiteit Utrecht is een grote universiteit. Als die niet meer meedoet aan de NSE, dan kunnen we toekomstige studenten in onze Studiekiezer geen informatie geven over de studenttevredenheid van de opleidingen van de UU. De NSE is een landelijke enquête, als niet alle onderwijsinstellingen meer meedoen, zijn er minder onderlinge vergelijkingen te maken. Het gaat bovendien ten koste van het landelijke representatieve beeld over de ontwikkeling van de studenttevredenheid. Het zou dus heel jammer zijn als de universiteit niet mee zou doen.”
'NSE kan niet op alle punten aansluiten bij behoefte universiteit'
Thoolen: "Studiekeuze123 voert de NSE met subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uit om een landelijke bron te creëren ten behoeve van de studiekiezer. De resultaten geven mogelijk aanleiding voor een aanvullend inhoudelijk gesprek met studenten. Is hier iets aan de hand? En zo ja, wat is er dan aan de hand? Een landelijk instrument zoals de NSE kan echter niet een kwaliteitsonderzoek zijn dat op alle punten, zoals in de vraagstelling, aansluit bij de behoeften van een individuele universiteiten en hogescholen. " De UU, zo stelt zij, zou zich dus niet uit de NSE moeten terugtrekken als de enige reden is dat het een onvolledig kwaliteitsonderzoek is.
Het hoofd informatiemanagement beaamt dat, voor universiteiten, waardevolle informatie verder geanonimiseerd is dan voorgaande jaren. Dat komt door de nieuwe privacywet. Eén gevolg daarvan is dat universiteiten afgelopen jaar van 30 procent van de deelnemende studenten niet meer konden zien of ze bijvoorbeeld eerste- of ouderejaars zijn. Hun mening is wel meegenomen in het algemene beeld over de instelling of opleiding, maar kan niet worden uitgesplitst naar hoe bijvoorbeeld eerstejaars denken over een specifiek onderwerp. De kritiek van Filius dat universiteiten niet meer kunnen kijken hoe studenten denken over een programma binnen een master, is volgens Thoolen deels ongegrond. "Studiekeuze123 heeft aanvullende informatie aan de universiteiten geleverd waarmee programma's binnen masters gevolgd kunnen worden. Alleen van groepen kleiner dan vijf studenten of als de informatie herleidbaar is, is dat niet gebeurd."
'Anonimiseren biedt podium aan hele doelgroep'
Het is, volgens Thoolen, echter verkeerd om te concluderen dat de universiteit tot dit jaar meer informatie kreeg. Het hoofd informatiemanagement denkt juist dat de UU nu ook gegevens van studenten krijgt die liever anoniem blijven. "Dat zijn studenten die niet mee willen doen als hun gegevens bekend zijn bij hun universiteit. Die studenten heeft de universiteit zelf niet in beeld. Studiekeuze123 heeft binnen de privacywet de ruimte opgezocht om alle studenten aan het woord te laten. Wij zijn dus niet beperkend, maar hebben hiermee een stap gezet om zo veel mogelijk studenten de vragenlijst te laten beantwoorden."
Dat het aantal respondenten zou groeien blijkt echter niet uit de cijfers. Er deden het afgelopen jaar juist minder studenten mee aan de enquête. Aan de afgelopen NSE deed 36,2 procent mee. In 2017 was dat 38,6 procent en het jaar daarvoor 42,9 procent.
NSE-nee of NSE-ja?
Toch staan Studiekeuze123 en de UU niet lijnrecht tegenover elkaar. Beiden onderstrepen dat het belangrijk is om studenten te vragen wat zij vinden van hun opleiding en onderwijsinstelling, zodat de kwaliteit verbeterd kan worden en middelbare scholieren goed voorgelicht kunnen worden. Renée Filius: “De stem van de student moet gehoord worden en bovendien willen we studiekiezers ook goed blijven informeren.” Maar, volgens het hoofd onderwijsbeleid van de directie Onderwijs & Onderzoek, staat de vorm waarin dat moet gebeuren dus wel ter discussie.
De UU moet half november definitief besluiten of ze in 2019 wel of niet meedoet aan de Nationale Studenten Enquête. Als de UU meedoet aan het jaarlijkse onderzoek, dan wordt de vragenlijst in januari 2019 verstuurd.