Evaluatie afgerond
UU gaat definitief geen banden met Israël verbreken
De Universiteit Utrecht heeft geen samenwerkingen met Israëlische instellingen waarbij wetenschappelijke kennis relevant is voor de Israëlische defensie-industrie en militair toegepast kan worden. Daarnaast is de kans dat de wetenschappelijke kennis uit lopende onderzoeksprojecten zal leiden tot een verslechtering van de mensenrechtensituatie “zeer gering”. Dat blijkt uit een evaluatie van de UU naar haar samenwerkingsprojecten met Israëlische instellingen.
Deze zomer maakte de UU al bekend dat het overgrote deel van de samenwerkingen door kon gaan. Bij een aantal projecten moest de UU meer onderzoek doen, waarvoor er advies bij het Loket Kennisveiligheid van de Rijksoverheid werd gevraagd. Ook die laatste projecten kunnen dus doorgaan.
Naar aanleiding van de pro-Palestinademonstraties en -bezettingen vorig collegejaar beloofde het universiteitsbestuur om alle samenwerkingen te onderzoeken en het bestuur maakte daarnaast een lijst met de samenwerkingsprojecten met Israëlische instellingen openbaar.
Evaluatie van samenwerkingen
De faculteiten en het Adviesteam Kennisveiligheid van de universiteit hebben de evaluatie naar de samenwerkingsverbanden uitgevoerd. Daarbij is onderzocht of wetenschappelijk kennis oneigenlijk gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld militaire toepassingen en projecten bij kunnen dragen aan de verslechtering van de mensenrechtensituatie. De UU werkt daarnaast ook aan een ethisch afwegingskader dat naar verwachting in november of december in de Universiteitsraad wordt besproken. Dit is een breder kader waaraan nieuwe samenwerkingen getoetst worden, bijvoorbeeld samenwerkingen met de fossiele industrie, en waarbij schendingen van mensenrechten ook in worden meegenomen.
Studentenpartij Vuur zou graag zien dat niet alleen nieuwe, maar ook de bestaande Israëlische samenwerkingen aan het ethische afwegingskader getoetst worden. “Samenwerkingen die met het kader Kennisveiligheid zijn goedgekeurd, worden niet opnieuw getoetst aan het nieuwe kader. Ik wil toch het universiteitsbestuur verzoeken om dit te doen en anders alleen met de twijfelgevallen”, zei Saban Caliskan, studentlid van Vuur, maandag in een commissievergadering van de Universiteitsraad.
De rector wil daar nog niet op vooruit lopen en liever eerst met de Universiteitsraadsleden het nieuwe afwegingskader bespreken. Om alle samenwerkingsverbanden met Israël die in de evaluatie zijn goedgekeurd opnieuw te gaan toetsen aan het ethisch beleidskader, ziet hij niet zitten. Op het moment dat er nieuwe feiten en omstandigheden zijn, waarbij er concrete aanwijzingen dat er bij een bepaalde samenwerking iets niet aan de orde, wil hij dat wel doen.
“Het Internationaal Gerechtshof onderzoekt of er genocide plaatsvindt. Als dat bevonden wordt, zijn dat dan nieuwe feiten en omstandigheden?”, wil Caliskan weten.
“We hebben een eerste advisory opinion van het Internationaal Gerechtshof gehad over de bezette gebieden en dat daaraan niet mag worden meegewerkt", antwoordde Kummeling. “We zullen het niet accepteren als onderzoeksverbanden plaatsvinden of uitgevoerd worden in bezette gebieden of als er onderwijs plaatsvindt. We zullen dat bij de desbetreffende partner aan de orde stellen.”
Uitwisseling met Israëlische universiteiten
Naast onderzoekssamenwerkingen met Israëlische organisaties heeft de UU ook uitwisselingscontracten voor studenten met Israëlische universiteiten. Sinds het uitbreken van het Gaza-conflict geldt er een negatief reisadvies voor de gebieden en zijn de Israëlische universiteiten niet meer beschikbaar als uitwisselingsbestemming. Israëlische studenten kunnen nog wel naar de UU komen, maar dat gebeurt volgens een woordvoerder in de praktijk weinig.
“Het contract met twee van de drie instellingen is inmiddels verlopen (Hebrew University en Reichman University). Deze instellingen zijn daarom in oktober offline gehaald als beschikbare uitwisselingsbestemming op de UU website”, schrijft de UU in het persbericht. Het uitwisselingsprogramma met de Universiteit van Haifa wordt in het collegejaar 2025-2026 wederom niet opengesteld vanwege het negatieve reisadvies.
De universiteit schrijft terughoudend te zijn met het aangaan van nieuwe samenwerkingen met Israëlische organisaties, maar wel een landenneutraal beleid te hanteren. “Dit houdt onder meer in dat er geen landen bij voorbaat uitgesloten kunnen worden van samenwerking - met uitzondering van landen of instellingen waartegen sancties van kracht zijn.”