Vragen raadsleden over criteria
UU-bestuur herhaalt: op korte termijn opheldering over banden met Israël
In de vergadering reageerden rector Henk Kummeling en collegevoorzitter Anton Pijpers op een verzoek van leden van de fractie van Lijst Vuur. In een nota drongen de studentraadsleden begin deze maand aan op een toetsing van de institutionele banden met Israëlische universiteiten. Gezien de ontwikkelingen in Gaza waren er volgens de leden voldoende redenen om die te verbreken.
De UU besloot twee weken geleden al om elf samenwerkingsverbanden en drie uitwisselingsprojecten met Israëlische universiteiten te publiceren. Het UU-bestuur beloofde daarbij ook om deze samenwerkingsverbanden tegen het licht te houden.
Nu ook de contacten van het UMC Utrecht bekend zijn, gaat het om een lijst van in totaal 23 overeenkomsten, die op de UU-website staan. Het UMC maakt een eigen herbeoordeling en volgt een eigen tijdpad.
Ethisch beleidskader
In een reactie op de nota van de U-raadsleden staat nu te lezen dat faculteitsdecanen samen met het UU-bestuur nog voor de zomer tot een oordeel moeten komen over de vraag of de situatie in Gaza moet leiden tot het beëindigen van verbanden.
Voor wat betreft de drie studentenuitwisselingen is faculteiten gevraagd om het belang daarvan aan te geven. “Het op voorhand uitsluiten van studenten uit welk land dan ook vindt de UU onwenselijk”, zo schrijft het UU-bestuur.
Die raadsleden van Lijst Vuur hadden graag gezien dat de herbeoordeling van de banden met de Israëlische universiteiten had plaatsgevonden aan de hand van een nieuw ethisch beleidskader, zo stond in hun nota. Een speciale commissie met daarin ook medewerkers en studenten had daar dan naar kunnen kijken.
Tijd nodig
Volgens het UU-bestuur wordt er door een expertgroep al enige tijd gewerkt aan criteria voor een ethische beoordeling van samenwerkingsverbanden. De aanleiding daarvoor was de kritiek op contacten van de UU met de fossiele industrie, maar ook mogelijke schendingen van mensenrechten worden daarbij betrokken.
Die groep heeft nog even tijd nodig, zo wordt gemeld. De nieuwe ethische uitgangspunten moeten bovendien worden gekoppeld aan al geldende criteria voor kennisveiligheid (bijvoorbeeld: is er sprake van sensitieve technologie) en integriteit (kent een instelling academische vrijheid).
Over een aantal maanden wil het UU-bestuur een integraal kader voor de beoordeling van samenwerkingsverbanden aan de universiteitsraad voorleggen. Er komt dan ook een adviescommissie die moet helpen bij de daadwerkelijke toepassing van dat kader. Het UU-bestuur benadrukt zelf verantwoordelijk te blijven voor beslissingen over de toelaatbaarheid van overeenkomsten.
Nieuwe vragen
Het antwoord van het UU-bestuur leidde maandag tot nieuwe vragen van de opstellers van de raadsnota. Wat worden dan nu de criteria aan de hand waarvan de banden met de Israëlische universiteiten worden beoordeeld? In hoeverre kan het bijvoorbeeld een rol spelen dat een universiteit gebouwen in bezet gebied heeft staan? En in hoeverre wordt meegewogen dat een universiteit banden heeft met het ministerie van Defensie?
Kummeling en Pijpers stelden in de vergadering nog geen antwoord te kunnen geven op die vragen. Zij nodigden de Vuur-studenten uit om informatie die zij hebben over de activiteiten van de betrokken Israëlische universiteiten en hun zorgen daarover met hen te delen.
Rector Kummeling zei daarbij wel: “We testen in eerste instantie onze eigen samenwerking, en kijken daarbij dus vooral naar het specifieke project of programma en minder naar het instituut of het land.”
Op korte termijn zal er een vervolgoverleg plaatsvinden tussen de raadsleden en het UU-bestuur. Kummeling zei tijdens die nieuwe afspraak graag ook aandacht te vragen voor de manier waarop het Palestina-conflict ook de verhoudingen binnen de universiteit zelf op scherp zet. Hij vertelde dat hij veel verontruste en geëmotioneerde mensen te spreken kreeg. “We moeten echt oog blijven houden voor de manier waarop dit onze eigen gemeenschap raakt.”