UU houdt 30 miljoen over in 2013

Een overschot van naar verwachting 23,6 miljoen euro. En dan is een meevaller vanuit het nationale begrotingsakkoord - mogelijk zo’n 7 miljoen - nog niet meegerekend. De Universiteit Utrecht houdt over 2013 een behoorlijke som geld over.

De universiteit ontving in 2013 flink meer rijksbijdragen, collegegelden en inkomsten vanuit de tweede- en derdegeldstroom dan begroot. Ook werd een deel van de beleidsgelden niet uitgegeven, terwijl er wel al een bestemming voor was.

De meevaller maakt de universiteit financieel gezonder. Om die reden kunnen dit jaar enkele langlopende schulden worden afbetaald. Maar er is ook een keerzijde, vindt de Utrechtse universiteitsraad. Bewijst het grote overschot immers niet dat het universiteitsbestuur te veel op zijn centen zit?

Leden van de financiële commissie van de universiteitsraad spraken dinsdag met collegelid Hans Amman over de universitaire kwartaalcijfers over 2013 (pdf) en over de begroting van 2014 (pdf).

Raadslid Herre Talsma schetste tijdens die bijeenkomst een beeld van faculteiten en diensten die juist steeds minder vertrouwen hebben in hun financiële perspectief. “Jongeren kunnen geen vast contract krijgen en zittend personeel kan geen volgende stap maken. Het hele systeem zit vast.” Andere leden wezen op de onverminderd hoge werkdruk binnen de universiteit.

Amman was het gedeeltelijk met de raad eens. Ook hij vindt de plus over 2013 groot. Het universiteitsbestuur heeft volgens het collegelid ook geprobeerd het overschot te beperken, onder meer door 26 miljoen op tafel te leggen voor de vier nieuwe strategische onderzoeksthema’s. Maar de besteding daarvan is vertraagd, onder meer omdat onderzoeksgroepen tijd nodig hebben om geschikte medewerkers te vinden. "Het geld is nog maar voor een beperkt deel daadwerkelijk gebruikt.”

De komende jaren zullen de bestedingen meer in lijn zijn met de inkomsten is de verwachting. Maar ook dan is er volgens Amman ruimte om faculteiten meer armslag te geven. Zo komt er meer geld voor de vernieuwing van het masteronderwijs. Verder wordt flink geïnvesteerd in de ict-infrastructuur.

“Maar dan gaat het steeds om geld voor projecten”, stelde studentraadslid Joël Wieme vast. “Het onderwijs en onderzoek heeft een structureel gebrek aan middelen. Waarom kunt u daar niets aan doen?”

Amman benadrukte in zijn reactie dat het universiteitsbestuur de meevaller als incidenteel beschouwt. "Alle risico's vielen nu toevallig de goede kant op." Voor de komende jaren wordt bovendien rekening gehouden met fors dalende inkomsten uit rijksbijdragen en collegegelden, in 2016 zou het om meer dan 14 miljoen minder kunnen gaan. “We gaan dus niet de sluizen openzetten.”

Toch deed Amman dinsdag ook een voorzichtige toezegging die de financiële druk op enkele faculteiten kan verlichten. “Het universiteitsbestuur gaat de komende jaren kijken naar de bekostiging van de huisvesting van de verschillende faculteiten. De situatie is nu wat scheef, sommige faculteiten zijn veel duurder uit dan anderen. Daar kan misschien wat worden gedaan.”

Die boodschap zal onder meer worden verwelkomd bij de faculteit Bètawetenschappen die hoge huisvestingslasten kent. Bètawetenschappen had grote moeite het exploitatietekort over 2014 binnen de perken te houden en moest de afgelopen maanden nog voor 1 miljoen aan extra bezuinigingen vinden. Voor 2015 en 2016 is de situatie nog veel minder rooskleurig.

Collegelid Amman reageerde geprikkeld op de suggestie van raadsleden dat de universiteit te weinig doet om de overhead in de hand te houden. Eigen berekeningen van de raadsleden zouden dit uitwijzen. “Aan die discussie heb ik nu geen behoefte. Wij kijken heel scherp naar de kosten van de overhead van de universiteit. Die maken ook deel uit van de prestatieafspraken die we met de minister hebben gemaakt. Uit de berekeningen die we maken, blijkt dat die kosten dalen of op zijn minst gelijk blijven.”

Amman zegde toe de raadsleden op korte termijn nader te informeren over de manier waarop de universiteit de omvang van de overhead bepaalt. 

Advertentie