Kritiek komt nu ook uit gezondheidszorg, ov en publieke omroep

Veel woede om dekking onderwijsdeal

protest Den Haag foto DUB
Protestdemonstratie op 25 november in Den Haag foto DUB

In de onderwijsdeal die vier regeringspartijen en vier oppositiepartijen vorige week sloten over de onderwijsbegroting. blijft het leeuwendeel van de bezuinigingen op onderwijs en onderzoek overeind. Het is dus niet vreemd dat binnen het hoger onderwijs onvrede bestaat over de uitkomsten.  Maar ook buiten het onderwijs klinkt er gemor.

Dat heeft te maken met de  financiële ‘dekking’ die de partijen moesten zoeken. Als ze minder op onderwijs wilden bezuinigen, dan moest ergens anders het mes in. Bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, de publieke omroep en het openbaar vervoer. 

Artsen en verpleegkundigen
Het ministerie van Volksgezondheid moet 315 miljoen euro afstaan. De medisch specialisten gaan 150 miljoen euro inleveren. Dat moet nog uitgewerkt worden, maar het gaat om de inkomens van specialisten in maatschappen, oftewel specialisten met eigen bedrijfjes binnen een ziekenhuis. 

Daarnaast bezuinigen de partijen 165 miljoen euro op de scholing van medisch-specialistische zorg. Het betreft nascholing van artsen en – tot ergernis van velen – verpleegkundigen. Dat gaat dus eigenlijk ook om onderwijs, maar dan betaald door het ministerie van VWS. 

Minister Fleur Agema (PVV) leek niet blij met die afgesproken bezuiniging op scholing. “Ik ben daar heel erg bezorgd over. Dit is me rauw op het dak gevallen.” Ze werd niet of nauwelijks betrokken bij de onderhandelingen. 

Verpleegkundigen kwamen naar de Tweede Kamer om actie te voeren. Agema ging naar hen toe en gaf de demonstranten eigenlijk gelijk. Ze gaat de Tweede Kamer ruimte vragen om een “praktische oplossing” te zoeken, beloofde ze. Ook coalitiepartijen zijn er bij nader inzien niet zo gelukkig mee. Eigenlijk was het de bedoeling dat alleen artsen zouden gaan betalen voor hun bijscholing.

Het is misschien voorspelbaar, maar ook medisch specialisten zijn niet te spreken over de bezuiniging. Zij verzetten zich al jaren tegen het idee om gedwongen in loondienst te gaan en hekelen ook de nieuwste plannen. Ze spreken van ”zware klappen”.

Publieke omroep
De publieke omroep moet 50 miljoen euro inleveren. De NPO mag dat geld terughalen door extra reclames te verkopen, spraken de coalitiepartijen af, maar dat vereist een wetswijziging en minister Bruins weet nog niet zeker of het allemaal gaat lukken: het mag niet marktverstorend werken.

De publieke omroep moest toch al 100 miljoen euro bezuinigen en daar komt het nieuwe bedrag bovenop. Bij rechtse partijen is de NPO niet populair. PVV zou hem het liefst afschaffen en de VVD dacht aan een bezuiniging van 400 miljoen, oftewel een halvering van het budget.

Openbaar vervoer
Ook wordt er 75 miljoen euro bezuinigd op de ov-studentenkaart. De vervoersbedrijven vinden het “een stevige klap”, bovenop andere bezuinigingen, maar volgens minister Bruins merkt niemand er iets van.

Sinds de coronacrisis reizen studenten minder en daarom krijgen de vervoersbedrijven een lagere vergoeding voor de ov-studentenkaart. Aanvankelijk kregen ze compensatie om de klap van de crisis op te vangen en die 75 miljoen euro bleef gereserveerd voor het geval studenten toch weer vaker de bus of trein zouden pakken. Maar ze reizen nog altijd minder. Dus, redeneert het kabinet, kan dat geld ook wel ergens anders voor gebruikt worden.

Het neemt een hap uit het budget voor het openbaar vervoer, naast bezuinigingen op het ov rond grote steden. Het vervoersaanbod zou ernstig in gevaar komen – ook voor andere reizigers.

Staatssecretaris Chris Jansen bevestigde het in de Tweede Kamer. Beide bezuinigingen “zullen vooral effect hebben op het regionale openbaar vervoer”, zei hij. “Denk aan verschraling van de dienstverlening.”

In het debat vroeg GroenLinks-PvdA aan het CDA waarom de partij hiermee akkoord is gegaan. “Het eerlijke antwoord is dat dit niet per se onze voorkeur had”, antwoordde Kamerlid Eline Vedder. Maar ze vond het nog belangrijker om de langstudeerboete te schrappen. “Want die schaadt de toekomst van onze jongeren nog veel harder.”

Apparaatskosten
De overheid moet ook in eigen vlees snijden, vinden de vier regeringspartijen (PVV, VVD, NSC en BBB) en vier oppositiepartijen (CDA, ChristenUnie, SGP en JA21) die samen de deal hebben gesloten. De ‘apparaatskosten’ moeten met 174 miljoen euro omlaag. 

Het gaat met name om personeelskosten, staat in het amendement dat de begroting bijstuurt. Vakbond CNV zet de hakken alvast in het zand: een bezuiniging op ambtenaren zou “volstrekt onaanvaardbaar” zijn. 

Ter illustratie, het ministerie van OCW moet 22 miljoen inleveren. De apparaatskosten zijn de laatste jaren gestegen van 351 miljoen in 2023 naar 420 miljoen voor het komende jaar. Sommige delen van de overheid, zoals Defensie en de inlichtingendiensten, zijn ervan uitgezonderd.

Accijns op vapen
En zelfs de minst omstreden bezuiniging, een hogere accijns op vapes vanaf 2029, roept vragen op. De overheid rekent zich veel te rijk, kopt het Financieele Dagblad.

Scholieren roken minder, maar grijpen vaker naar de (goedkopere) vapes, oftewel e-sigaretten. Een verhoging van de accijns zou, net als bij sigaretten, de staatskas spekken en tegelijkertijd het gebruik verminderen.

Maar de omzet van e-sigaretten zou rond de 30 miljoen euro liggen, schrijft het FD. Dan kom je niet snel aan een opbrengst van 75 miljoen euro. En hoe hoger de prijs, redeneert de brancheorganisatie, hoe vaker mensen voor de zwarte markt kiezen. De opbrengst uit tabaksaccijns is ook lager dan verwacht.

 

Advertentie