Vijf meldingen bij UU-vertrouwenspersoon na #MeToo

Creative commons: pixabay

In 2017 trokken meer studenten aan de bel over (seksuele) intimidatie dan het jaar daarvoor, blijkt uit het jaarverslag van UU-vertrouwenspersoon Jeanette van Rees.  Van Rees sprak vorig jaar met vier studenten die te maken kregen met opmerkingen over hun uiterlijk, de wens om een relatie te beginnen of stalking door een medestudent of medewerker. Dat zijn meer meldingen dan in 2016, toen één student bij haar klaagde over (seksuele) intimidatie. De MeToo-discussie zorgde mogelijk voor een toename van het aantal meldingen.

Toch is het moeilijk om te spreken van een trend, benadrukt Van Rees. Het aantal meldingen van studenten over (seksuele) intimidatie schommelt de afgelopen jaren consequent tussen de één en vier per jaar. Doordat de aantallen zo klein zijn, is het lastig om uitspraken te doen over een toename of afname van voorvallen. Het geringe aantal meldingen is niet uniek voor de Universiteit Utrecht. Uit een recent rapport van het Ministerie van OCW blijkt dat bij de landelijke vertrouwensinspecteur weinig klachten binnenkomen vanuit het hoger onderwijs. Van de 106 meldingen over seksueel misbruik en 247 klachten over seksuele intimidatie, waren er slechts twee afkomstig uit het hoger onderwijs. Van Rees verklaart dit doordat het bij andere onderwijsinstellingen vaak om minderjarigen gaat en bij het hoger onderwijs om volwassenen. “Ik denk dat zij het zelf oplossen en niet landelijk een melding maken.”

Vijf meldingen na MeToo-discussie
Toch vermoedt Van Rees dat de toename van het aantal meldingen ten opzichte van vorig jaar is veroorzaakt door de MeToo-discussie. Nadat de hashtag werd gelanceerd, namen twee studenten en drie medewerkers contact met haar op over (seksuele) intimidatie. In een aantal gevallen ging het daarbij om zaken die jaren eerder waren voorgevallen. Zo was er een UU-medewerker die melding maakte van (seksuele) intimidatie tijdens de studententijd.

De rapportage van de landelijke onderwijsinspecteur betreft de periode voor de MeToo-discussie, dus de impact hiervan is volgens het Ministerie nog niet duidelijk. Desondanks stelt de inspectie al dat er in de maanden direct na de MeToo-discussie geen sprake is geweest van een stijging van het aantal meldingen. “In de periode september tot en met december 2017 hebben we 114 meldingen onder de noemer seksueel geweld geregistreerd. Dit aantal ligt lager dan het aantal meldingen in de vergelijkbare periode van 2016 (121) en hoger dan dezelfde periode in 2015 (111).”

Eén op de drie klachten over hinderlijke aanraking
Over de aard van de meldingen binnen de UU wil Van Rees geen details geven, omdat medewerkers en studenten haar in vertrouwen spreken. Als ze echter een vergelijking maakt met de meldingen die worden gedaan op de website Athena’s Angels, dan herkent zij met name de “minder heftige” verhalen. Bijvoorbeeld dat iemand op de site vertelt dat een collega zakelijke mails ondertekent met hartjes en kusjes. Of dat een docente het gevoel heeft dat de opleidingsdirecteur alleen aandacht heeft voor haar uiterlijk doordat hij haar blijft aanstaren. Een melding zoals die van een PhD-student die schrijft dat haar copromotor zei dat haar toekomst afhing van haar reactie op zijn avances, komt haar niet bekend voor. Bij Van Rees zijn tot dusver niet dergelijke vormen van (seksuele) chantage gemeld. Toch sluit zij niet uit dat dit ook binnen de UU kan gebeuren.

Uit het rapport van de landelijke onderwijsinspecteur blijkt dat één op de drie klachten over seksuele intimidatie, gaan over hinderlijke aanrakingen. Volgens Van Rees is voor vrijwel alle medewerkers en studenten de reden om (seksuele) intimidatie te melden, het feit dat zij hun verhaal willen doen. “Melders vragen vaak aan mij: ‘Wat had ik anders kunnen doen?’.” Daarnaast wil een deel van de medewerkers en studenten een melding maken, zodat hun ervaring geregistreerd is met het oog op statistieken en/of de vorming van een dossier. Vorig jaar wilde slechts één van de acht melders daadwerkelijk een klachtenprocedure starten.

Na MeToo vaker adviesvragen van leidinggevenden
Sinds de MeToo-discussie krijgt Van Rees vaker adviesvragen van leidinggevenden. Ze willen weten hoe je (seksuele) intimidatie bespreekbaar maakt of hoe je het beste kunt omgaan met bepaald gedrag. Dat laatste heeft volgens Van Rees vaak betrekking op onbewust en niet-kwaadwillend gedrag van een collega, dat desondanks als storend ervaren kan worden. “Dat kan bijvoorbeeld zijn dat iemand zegt: ‘Die collega legt de hele tijd een arm om mij heen en dat vind ik niet prettig’.  Leidinggevenden vragen zich dan af hoe je dat aankaart zonder iemand te beledigen of het gevoel te geven dat hij/zij iets helemaal verkeerd doet.”

“Zeker met de internationalisering moeten we daar oog voor hebben, omdat dingen die wij normaal vinden dat elders niet zijn. Neem bijvoorbeeld bepaalde grappen. Als je als universiteit open wil staan voor medewerkers en studenten met een andere culturele achtergrond, dan moet je daar goed over nadenken.”

Meldingen bij vertrouwenspersoon

Jeanette van Rees behandelt niet uitsluitend meldingen over (seksuele) intimidatie. Studenten en medewerkers kunnen ook bij de vertrouwenspersoon terecht met klachten over onder andere discriminatie, agressie, geweld, pesten en werk-/studie gerelateerde problemen. Uit de eerdere jaarverslagen blijkt dat de meldingen van studenten verhoudingsgewijs vaker over (seksuele)  intimidatie gaan, dan die van medewerkers. De afgelopen zes jaar ging de helft van de meldingen van studenten hierover. Terwijl de meldingen van medewerkers in slechts één op de vijf gevallen over (seksuele) intimidatie ging. Medewerkers meldden zich vaker vanwege werk gerelateerde problemen.

Volgens Van Rees is het feit dat studenten vaker (seksuele) intimidatie melden te verklaren door de afhankelijkheidsrelatie. Uit het rapport van de landelijke vertrouwensinspecteur blijkt bijvoorbeeld dat de beschuldigde van seksuele intimidatie in vier op de tien meldingen een met taken belast persoon is zoals een docent.

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Gemiddeld

Meldingen van studenten over (seksuele) intimidatie 

4

1

4

4

1

4

3

Aandeel van totaal aantal meldingen studenten

80%

33%

50%

36,4%

33%

50%

47,4%

Meldingen van medewerkers over (seksuele) intimidatie 

5

3

0

0

2

4

2,3

Aandeel van totaal aantal meldingen medewerkers

41,7%

25%

0%

0%

25%

20%

21,9%

Advertentie