Vrouwelijke docent krijgt lagere cijfers van studenten
In studentevaluaties krijgen vrouwelijke docenten minder waardering dan hun mannelijke collega’s. Dat kan hun carrière schaden, waarschuwen onderzoekers van het Rotterdamse instituut ISS.
Hogescholen en universiteiten vragen hun studenten graag wat ze van hun onderwijs en hun docenten vinden. Maar in deze evaluaties hebben vrouwen het moeilijker dan mannen, stelt het International Insitute of Social Studies van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
De gevolgen kunnen groot zijn. Vrouwen zouden door de lagere beoordelingen 11 procent minder kans maken om universitair hoofddocent te worden. Voor eerlijke loopbaankansen zou men daar rekening mee moeten houden.
Het is niet de eerste keer dat onderzoekers de rol van sekse in studentbeoordelingen aan de kaak stellen, maar de ISS-onderzoekers maken voor hun onderzoek gebruik van de bijzondere situatie aan hun eigen instituut: daar geven mannelijke en vrouwelijke docenten vaak samen een vak, zodat de uitkomsten beter vergeleken kunnen worden.
In vijf jaar tijd zijn 650 evaluaties van in totaal 272 vakken verzameld. De onderzoekers hebben de evaluaties vergeleken en vonden steeds eenzelfde patroon, ook als ze rekening hielden met de inhoud van de vakken en de samenstelling van de studentengroep. Vrouwen scoren lager dan mannen.
De onderzoekers probeerden ook voor andere effecten te corrigeren. Zo krijgt de cursusleider vaak een hogere beoordeling dan de andere docent, maar dat kan het verschil niet verklaren. Hetzelfde geldt voor leeftijd. Ook de wetenschappelijke kwaliteit van de docenten (de impact van hun publicaties) verandert niets aan de uitkomst.
Voor de zekerheid keken de onderzoekers nog of uitschieters naar boven (heel goede mannelijke docenten) of naar beneden (heel slechte vrouwelijke docenten) de uitkomst verstoorden, maar nee.
Ze konden niet zien of vrouwelijke studenten anders oordelen dan mannelijke studenten, zegt een van de onderzoekers desgevraagd. Want studenten vullen de evaluaties anoniem in, dus je weet niet wie er een laag cijfer geeft.
Overigens keken de onderzoekers ook naar de etniciteit van docenten. Die bleek geen invloed te hebben op de uitkomsten van de evaluaties. Studenten zijn dus wel seksistisch, maar niet racistisch.
Te wit, te Nederlands, te westers, te mannelijk, te elitair, kortom: te ‘ons soort mensen’. Hoe kan de universiteit dat veranderen? Klik hier voor meer verhalen over internationalisering, emancipatie, inclusie en politieke correctheid.