Klimaatonderzoeker Detlef van Vuuren wint Spinozapremie

‘Wat geweldig dat je met een model complexe milieuproblemen kunt begrijpen’

Detlef van Vuuren. Foto: NWO
Detlef van Vuuren. Foto: NWO

Hij was eind meii op een bijeenkomst met internationale vakgenoten in Montpellier toen Detlef van Vuuren (53) een telefoontje kreeg van NWO-voorzitter Marcel Levi. “Ja, dan ben je natuurlijk superverrast en ook een beetje overdonderd.”

Hoewel Levi hem op het hart drukte het nieuws zo geheim mogelijk te houden, kon hij niet anders dan een collega die naast hem stond  te laten delen in zijn vreugde. Lachend: “Daarna heb ik ook mijn vrouw maar even gebeld.” De echtgenote van Van Vuuren is de Utrechtse hoogleraar Scheikunde Petra de Jongh.

Klimaatscenario’s
Van Vuuren wordt door de jury van de Spinoza-premie vooral geprezen voor het vervolmaken van het Image-model, de korte benaming van het Integrated Model to Asses the Global Environment. Dat model van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), waar Van Vuuren vier dagen in de week werkzaam is als senior-onderzoeker, analyseert de complexe relaties tussen milieu, economie, gedrag en technologie. Het biedt wetenschappers en politici daardoor onder meer zicht op de effecten van mogelijke beleidsmaatregelen op het klimaat of milieu.

Het model speelde een belangrijke rol in de rapporten van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Van Vuuren is al jaren een van de auteurs en coördinatoren. 

Ook de maximumwaarden in het Parijs-akkoord van 1,5 graad en 2 graden werden ondersteund met scenario’s van het team van Van Vuuren. Het Image-model is volgens de jury ‘de kroon op een wetenschappelijke carrière’.

Meer toegepaste wetenschapper
Dat de Utrechtse hoogleraar Integrated Assessment of Global Environmental Change met zijn gemakkelijk hanteerbare modellen tal van wetenschappers uit allerlei verschillende disciplines verder heeft geholpen, blijkt wel uit het feit dat hij wereldwijd een van de meest geciteerde klimaatwetenschappers is. Het persbureau Reuters zette hem in 2021 om die reden op de vierde plek van een mondiale ranglijst. 

Zelf zegt hij wellicht nog het meest trots te zijn op het feit dat zijn werk behalve wetenschappelijke invloed, ook maatschappelijke invloed heeft. Hij noemt het ook “werkelijk bijzonder” dat hem “als meer toegepaste wetenschapper” nu de Spinoza-premie ten deel is gevallen. 

De combinatie van werken bij het planbureau en bij de universiteit vindt hij ideaal. Hij kan vrijelijk onderzoek doen samen met aio’s en heeft tegelijkertijd gemakkelijk toegang tot ministeries en internationale organisaties. Ook Utrechtse studenten kan hij zo een inkijkje in de praktijk geven.

“Maar wat die invloed op politieke en beleidsmatige beslissingen nu precies is, is altijd wel wat moeilijk expliciet te maken”, vertelt hij via een Teams-verbinding vanuit de Rocky Mountains. Daar woont hij de in vakkringen bekende Snowmass-workshop van de Stanford-universiteit bij. “In zo’n klimaatakkoord vind je je inbreng wel terug, maar het is allemaal heel diffuus.”

Broeikasboekhouder
De oorsprong van zijn succesvolle loopbaan ligt in de jaren 80 toen hij als Utrechtse student Milieukunde geïnspireerd raakte door het beroemde rapport De grenzen aan de groei van de Club van Rome. Daarmee luidde een groep wetenschappers al in 1972 de noodklok voor het klimaat. “Dat was voor mij werkelijk een eye opener. Wat geweldig dat je met een model kunt proberen zulke complexe milieuproblemen te begrijpen om vervolgens maatschappelijk relevante scenario’s te maken.”

Inmiddels betitelt De Volkskrant hem als ‘de broeikasboekhouder van de wereld’ en laat Van Vuuren ook weinig na om zijn kennis over de klimaatontwikkelingen publiekelijk uit te dragen. Laatst stond hij zelfs op het toneel van TivoliVredenburg om - begeleid door een orkest - uit te leggen wat de ecologische footprint van de mens precies betekent. 

Maar activisme schuwt hij. “Je moet als wetenschapper wel een betrouwbare gesprekspartner blijven voor iedereen. Laat ik het zo zeggen: zowel Jesse Klaver als premier Rutte moeten kunnen zien dat je je als wetenschapper op feiten baseert en niet op wat je vindt. Tegelijkertijd weet ik natuurlijk wel dat er onvoldoende gebeurt. En natuurlijk wringt  dat soms ook.”

‘Parijs’ pakt goed uit
Een vraag die de Utrechtse hoogleraar vaak wordt gesteld is of hij pessimistisch of optimistisch is over het klimaat. Het antwoord is afgewogen. Van Vuuren ziet dat juist het niet-bindende karakter van het Parijs-akkoord verrassend positief uitpakt. Veel landen hebben inmiddels beleid gemaakt om de doelstellingen te halen die ze zelf vrijwillig onderschreven. Ook bedrijven, banken en andere maatschappelijke sectoren lijken het belang daarvan in te zien. 

 “Mijn overtuiging is dat uiteindelijk – ondanks alle weerstand en belangen – iedereen zal beseffen dat klimaatbeleid voor de samenleving als geheel goed is. En dat het ook goedkoper is dan het alternatief van niets doen. Maar dan zullen we de lasten ook eerlijk moeten verdelen.”

Het maximum van anderhalve graad opwarming gaan we, zonder op zijn minst een tijdelijke overschrijding, hoe dan ook niet meer halen, weet Van Vuuren. Maar de doelstelling ‘ruim onder de twee graden ’ moet – mede dankzij de innovaties op het gebied van nieuwe energiebronnen - nog steeds mogelijk zijn, zo denkt hij. 

“Als het huidige klimaatbeleid wordt voortgezet, zal de temperatuur met zo’n 2,7 graden stijgen. Het gat is nog steeds erg groot, maar we hebben onze projecties de afgelopen jaren steeds in positieve richting kunnen bijstellen. Dat neemt allemaal natuurlijk niet weg dat overal de gevolgen zijn te zien van de opwarming die er nu al is.”

Vertrouwen houden
Hij kijkt met bezorgdheid naar de verkiezingsuitslagen in Europa en daarbuiten. In het Nederlandse hoofdlijnenakkoord worden de doelstellingen van Parijs gehandhaafd, maar wordt het onderliggende beleid uitgekleed. 

“Maar wat me nog het meest zorgen baart, is hoe er wordt omgegaan met de wetenschap. Als we als maatschappij niet meer in staat zijn om te handelen op basis van feiten, maar allerlei alternatieve waarheden gaan verkondigen, dan komen we pas echt in het moeras terecht. Wat eerder met covid gebeurde, dreigt nu met het klimaat en met stikstof te gebeuren. Vertrouwen houden in de wetenschap, is echt superbelangrijk.”

Planetaire grenzen
Van Vuuren denkt dat scenario-onderzoek gebaseerd op modellen in de komende jaren in nog sterkere mate kan bijdragen aan het begrip van mogelijke oplossingen voor de klimaatcrisis. Maar daarvoor is volgens hem wel meer aandacht nodig voor “de eerlijkheid en de haalbaarheid” van die oplossingen en voor de samenhang met andere duurzaamheidheidsproblemen. 

Hij zegt de Spinozapremie te willen gebruiken om daar aandacht aan te besteden. “Een interessant concept daarbij zijn de zogenoemde planetaire grenzen voor klimaat, stikstof, biodiversiteit, water en enkele andere problemen. Wat is nodig om binnen deze grenzen te blijven? Maar ook: met welke milieudruk krijgen we te maken als we iedereen op aarde een redelijk bestaansniveau willen geven? Moeten we de cake niet wat eerlijker gaan verdelen?”  

Advertentie