Medewerkersmonitor 2023: tevredenheid overheerst

Werkdruk UU-medewerkers iets gedaald, maar blijft te hoog

Afbeelding DUB

UU-medewerkers beoordelen het werken bij de universiteit met het rapportcijfer 7.8, hetzelfde cijfer als twee jaar geleden. Dat blijkt uit de resultaten van de Medewerkersmonitor 2023, een tweejaarlijks onderzoek naar de werktevredenheid en werkbeleving van medewerkers. Het ondersteunend personeel (obp) gaf een 7,9. Het wetenschappelijk personeel (wp) een 7,7.

Van de ruim 8600 medewerkers van de UU vulde 55 procent de vragenlijst in, in 2021 was dat 53 procent. De respons was bij de diensten groter dan bij de faculteiten. Bij de Universiteitsbibliotheek deed bijna driekwart van de medewerkers mee.

Alle UU-medewerkers kregen eind vorige week een link naar de resultaten. Behalve de universiteitsbrede uitkomsten konden ze ook die van hun eigen organisatie-onderdeel zien.

Een analyse van de uitkomsten staat sinds woensdagochtend online (alleen met Solis-id, red.). Daarin staat ook dat resultaten per onderdeel, maar ook per functiegroep kunnen verschillen. Zo oordeelden tijdelijk docenten en postdocs over meer aspecten negatief dan medewerkers in andere functies.

Tevredenheid blijft
De gemiddelde UU-medewerker vindt zijn werk nog net zo plezierig en inspirerend als twee jaar geleden. Ook als het gaat om ontwikkelingsmogelijkheden en de samenwerking met collega’s en leidinggevenden is er vrijwel niets veranderd.

Alle onderdelen scoren tussen de 3,5 en 4,0 op een vijfpuntsschaal. In vergelijking met andere universiteiten die eenzelfde monitor doen, zijn vrijwel alle resultaten in Utrecht positiever. Zeker over ‘collegialiteit’ en ‘sociale steun van collega’s’ is er grote tevredenheid.

De UU wordt ook als werkgever goed beoordeeld, al valt het rapportcijfer iets minder hoog uit dan vorige keer. Kreeg de universiteit in 2021 nog een 7,6, nu is dat een 7,4. Die daling is toe te schrijven aan een lagere waardering door het obp, bij het wp veranderde er niets.

Iets minder werkdruk
Opvallend is dat de gemiddelde UU-medewerker iets minder werkdruk en werkstress zegt te ervaren dan twee jaar geleden. De verschillen zijn uitermate klein maar bij alle deelvragen hierover zijn de resultaten net iets beter. Zo hebben medewerkers iets vaker voldoende tijd voor hun werkzaamheden en maken ze zich iets minder zorgen over hun werk als ze vrij zijn.

De mogelijkheid om vaker thuis te werken, heeft duidelijk een positieve invloed gehad op de werkdruk. Medewerkers die ‘hybride’ werken, geven aan iets meer dan 40 procent van de tijd thuis te werken. Die flexibiliteit blijkt zeker voor het obp een behoorlijk positieve invloed te hebben gehad op de balans tussen werk en privé. Als nadeel wordt gezien dat de band met collega’s minder hecht is geworden.

Overigens blijft het zo dat het wetenschappelijk personeel veel negatiever oordeelt over de werkdruk en werkstress dan ondersteunende medewerkers. Waar alle UU-medewerkers aangeven dat hun werkdruk hoger is dan zij zelf acceptabel vinden, is dat verschil bij het wp een stuk groter dan bij het obp. Op een schaal van 1 tot 10 zouden wetenschappers een werkdruk van een ‘6,6’ normaal vinden, in de praktijk is die volgens hen een ‘7,5’. 

De resultaten op dit onderdeel kunnen volgens de onderzoeksmethodiek ‘neutraal’ genoemd worden. Op de meeste vragen over werkdruk en werkstress scoort de UU net zo goed als of beter dan andere universiteiten. De ‘ervaren werkdruk’ is in Utrecht het laagst en het verschil tussen ‘ervaren’ en ‘acceptabele’ werkdruk het kleinst van alle universiteiten.

grafiek medewerkersmonitor

Uit UU-brede rapportage / Onderzoek IVA Onderwijs

Ruim een kwart ziet ongewenst gedrag
Uit de medewerkersmonitor blijkt ook dat bijna een derde van de medewerkers in het afgelopen jaar ongewenst gedrag waarnam in de werkomgeving. Opmerkelijk is dat het percentage medewerkers dat zelf te maken kreeg met ongewenst gedrag iets is afgenomen tot 12,3 procent. ‘Roddelen’ en ‘machtsmisbruik’ worden het meest genoemd als uitingen van ongewenst gedrag.

Medewerkers meldden het vaak niet als ze iets waarnamen (51,9 procent) of als ze zelf slachtoffer waren (43 procent). In verreweg de meeste gevallen werd het voorval ‘niet ernstig genoeg’ bevonden. Maar in behoorlijk wat gevallen was er geen vertrouwen dat er iets met een melding wordt gedaan, bestond de vrees voor repercussies of wilden betrokken liever niet de werkrelatie met een collega belasten.

Bespreken met team
In een intranetbericht zegt directeur Human Resources Aletta Huizenga blij te zijn met de toename van het aantal medewerkers dat de vragenlijst invulde. Volgens haar scoort de UU op bijna alle aspecten beter dan andere universiteiten waar vergelijkbare onderzoeken worden uitgevoerd.

Maar Huizenga benadrukt dat de UU nog steeds stappen moet zetten om de werkdruk terug te dringen. “Ook sociale veiligheid is een onderwerp waar we volop aandacht voor blijven houden.”

Volgens Huizenga is het de bedoeling dat leidinggevenden op basis van de resultaten van de medewerkersmonitor met hun eigen team het gesprek aangaan en onderzoeken wat er verbeterd moet worden. “En ook om stil te staan bij de zaken die goed gaan en waar je trots op bent. Want ook de positieve zaken mogen benoemd worden.”

Advertentie