De vrije wetenschap is in gevaar

Donkere wolken pakken zich samen aan de horizon van de vrije wetenschap. Na decennia van steeds vrijere contacten tussen wetenschappers wereldwijd, volgend op de lange periode van ontspanning sinds de Tweede Wereldoorlog en vooral na de val van de Berlijnse Muur, is er nu  sprake van een steeds verdergaande beperking van die vrijheid.

De eerste tekenen waren al langer zichtbaar. Maar vooral sinds 2008, toen de financiële crisis de wereld toonde dat ons economisch bestel fragiel is en de Arabische Lente in 2010 ontaardde in een brand van grote proporties, wordt steeds duidelijker dat de wereld zich naar een toestand beweegt van tegenstellingen. Het onvermogen van Europa om snel en adequaat te reageren op de stroom vluchtelingen, samen met de oplopende Oost-West spanningen, hebben geleid tot grote zorgen onder delen van de bevolking, de versterking van populistische partijen en een steeds sterkere oriëntatie op het eigen land.

Dit alles raakt de vrije wetenschap: de tekens aan de wand zijn duidelijk voor wie ze wil lezen. In Iran is een hoogleraar rampengeneeskunde van de Vrije Universiteit Brussel onlangs ter dood veroordeeld. Hij zou collaboreren met wetenschappers uit vijandelijke staten. In Rusland is al geruime tijd sprake van een wetenschap die Poetin moet volgen op straffe van sancties. In een aantal landen van Midden en Oost-Europa is sprake van toenemende druk op onderwijs en onderzoek, zoals in Hongarije en Polen. Het was een grote klap toen in Turkije wetenschappers ernstig werden beperkt in hun bewegings- en handelingsvrijheid. Dat verergerde nog toen de regering, na het uitroepen van de noodtoestand, hele universiteiten sloot en hoogleraren en medewerkers ontsloeg. Inmiddels is duidelijk dat ook in dit land sprake is van ernstige inperking van de vrijheid van wetenschap. En de afgelopen weken ging een schok door de wereld vanwege de ontwikkelingen in de Verenigde Staten, altijd een bolwerk van academisch debat met vrijheid en openheid als essentiële ingrediënten van de samenleving.

De aantasting van de vrije wetenschap kent twee gedaanten. Het eenvoudigst te herkennen is de expliciete vorm waarin zij plaatsvindt in bijvoorbeeld Turkije en Iran: doodstraf, sluiten van universiteiten, ontslag van decanen en wetenschappers op grond van de beschuldiging te heulen met ‘de oppositie’ of op grond van het predicaat ‘vijand van de staat’. Dit is kenmerkend voor totalitair opererende overheden. Een op het eerste gezicht minder ernstige maatregel in deze gedaante is het recent afgekondigde inreisverbod van de regering Trump, waardoor mensen (onder wie wetenschappers) worden gediscrimineerd op grond van nationaliteit en geloof. Door deze en soortgelijke maatregelen worden ook studenten getroffen die elders opgeleid willen worden om kennis te maken met andere wetenschappelijke culturen, om daardoor verrijkt bij te dragen aan de toekomst van de wereld.

Moeilijker te herkennen, maar minstens zo gevaarlijk, is de meer impliciete vorm die verloopt via het in diskrediet brengen van de wetenschap, vaak via social media. Dit is geen nieuw verschijnsel: het ontkennen van de feiten door klimaatsceptici is een bekend voorbeeld, evenals het door de tabaksindustrie ondermijnen of manipuleren van wetenschappelijk onderzoek. Ook dit zagen we de Amerikaanse regering onlangs doen in uitlatingen via Twitter over klimaat, vaccinaties en milieu. Ook het dreigement van president Trump per tweet aan de Universiteit van Berkeley om hun financiering in te trekken, toen een bijeenkomst op de universiteit met een spreker uit ‘het Trump-kamp’ vorige week om veiligheidsredenen moest worden afgezegd, leidt tot groeiende zorg.

Deze ontwikkelingen zullen in eerste instantie wetenschappers en de wetenschap treffen in de landen waar het om gaat. Maar ze kunnen ons allen treffen. De wereld heeft de vrije wetenschap broodnodig voor behoud van welvaart en voor het oplossen van de enorme uitdagingen waarvoor de wereld zich gesteld ziet. Al deze ontwikkelingen belemmeren open communicatie en uitwisseling van ideeën, en daarmee de vrije wetenschap, en leiden tot een beperking van de maatschappelijke opbrengsten daarvan.

Tot onze vreugde komt er verzet: zo schieten wereldwijd wetenschappers hun collega’s te hulp. Ook als rectoren van de Nederlandse universiteiten zullen wij tegenwicht bieden. Dat doen we door ons uit te spreken, maar ook door bijvoorbeeld het steunen van organisaties als de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF en Scholars At Risk. Bovendien zullen we ons tot het uiterste inspannen om onze instellingen te vrijwaren van enige beperking van de vrijheid van wetenschap en van debat. Maar er is veel meer nodig. We doen een oproep aan de Nederlandse regering, aan de regeringen van de EU-staten, aan de Europese Commissie, het Europese Parlement en aan overheden overal ter wereld om zich met kracht te keren tegen inperkingen van de vrije wetenschap. Laten we het tij keren nu het nog kan; de geschiedenis leert ons dat we te vaak wegkeken van onwelgevallige zaken, of ons te lang in slaap lieten sussen.

Het Rectorencollege, waarin alle Nederlandse universiteiten vertegenwoordigd zijn:  
Prof. Bert van der Zwaan (voorzitter), Prof. Emile Aarts, Prof. Frank Baaijens, Prof. Han van Krieken, Prof Gerty Lensvelt, Prof. Rianne Letschert, Prof. Karel Luyben, Prof. Karen Maex, Prof Arthur Mol, Prof. Anja Oskamp,  Prof. Thom Palstra,  Prof. Huibert Pols, Prof. Elmer Sterken, Prof. Carel Stolker, Prof. Vinod Subramaniam

Deze open brief is ook gepubliceerd in het NRC Handelsblad.

Advertentie