Is een stem op UUinActie eigenlijk wel verantwoord?
UUinActie wil de eisen van WOinActie overbrengen in de Utrechtse universiteitsraad en de bestaande medezeggenschap opschudden en democratiseren. Een nobel streven, maar er zijn zeker drie redenen om niet op UUinActie te stemmen, zo blijkt uit het artikel Enorme declaraties bij universiteiten: cultuurprobleem of overdreven ophef? in Trouw over de nasleep van het declaratiedrama - berichtgeving waarbij ikzelf overigens betrokken was. Met name opmerkingen van U-raadslid en fractievoorzitter van de personeelsgeleding Joop Schippers hebben mij aan het denken gezet.
Ten eerste is er geen enkel probleem met de bestaande bestuursstructuur, zo leert hoogleraar Joop Schippers ons. De deur van het College van Bestuur staat altijd open, zegt hij in Trouw, en bestuurders zijn aanspreekbaar. Interventies zoals die van Floris Boudens die het declaratiegedrag van de collegevoorzitter aan de kaak stelde, zijn in zijn ogen dan ook hinderlijk. Dus: wie zou er controleerbaarheid willen, als er al toegankelijkheid is?
Punt twee: verkeersveiligheid. Dat komt in de eisenlijsten van WOinActie of UUinActie totaal niet naar voren, terwijl de bestaande medezeggenschap zich daar al lange tijd hard voor maakt. Schippers stelt in algemene zin dat ‘de medezeggenschap steeds het standpunt heeft ingenomen dat je niet wilt dat een bestuurder na een dag vol vergaderingen vermoeid in de auto stapt en vervolgens tegen een boom aan rijdt’. Ik eis dat UU in Actie dit standpunt in haar programma opneemt én uitbreidt: het is wat mij betreft ook volstrekt onacceptabel als vermoeide schoonmakers, docenten, IT’ers, promovendi of chauffeurs na een dag hard werken tegen een boom aan rijden. Als je er goed over nadenkt, is het met de huidige werkdruk verbazingwekkend dat er langs de Utrechtse wegen überhaupt nog bomen staan waar geen universitaire medewerkers tegenaan zijn gebotst.
Tot slot: zijn de figuren achter UUinActie eigenlijk wel te vertrouwen? Er zijn namelijk nogal wat Belgen of mensen met een Belgische connectie aan verbonden, en ik weet niet of zij wel in staat zijn tot verantwoord declareren. Ik ben het met Schippers eens, ‘dat we ons hier in Nederland grosso modo netjes en sober gedragen’, als het om declaraties gaat. Maar met die zuiderse smulpapen weet ik het zo net nog niet. Aan de Belgische universiteiten is immers zelfs iedere postdoc – en ik spreek uit ervaring – vanaf de noen eerst uren zoet met het verorberen van copieuze spijzen en exquise wijnen, om daarna de rest van de werkdag te spenderen aan het invullen van de bijbehorende declaratieformulieren, alvorens zich naar huis te laten chauffeuren. En dat soort toestanden, dat moet je hier niet willen.