Het niveau van de universiteitsraad moet omhoog
Tijdens de Week van de Medezeggenschap klopt een nieuwe partij aan de poort van de Universiteitsraad. De landelijke studentenpartij De Vrije Student wil dit jaar meedoen in Utrecht. De drie studenten hebben kritiek op de huidige studentvertegenwoordigers.
Met stijgende verbazing bezochten wij de kick-off van de Week van de Medezeggenschap aan de Universiteit Utrecht. Universiteitsraadsleden vertelden aan D66-Kamerlid Paul van Meenen dat ze het moeilijk vonden om invloed uit te oefenen in de universiteitsraad. Enorm zonde, deze studenten zijn namelijk verkozen om het universiteitsbeleid te beïnvloeden. Daarom moet het niveau van de universiteitsraad volgens ons een stuk omhoog.
Volgens de informatiepagina’s van de universiteit volgt de U-raad het College van Bestuur kritisch, voorziet het (on)gevraagd van advies en beslist het mee over belangrijke onderwerpen. In de praktijk komt hier weinig van terecht.
Wij voelen ons al jaren onvoldoende gerepresenteerd door onze studentvertegenwoordigers: niet in de universiteitsraden en niet door de studentenbonden in Den Haag. De groep studenten die zich bezighoudt met medezeggenschap, komt uit een kleine kring. Dat de meerderheid van de studenten medezeggenschap niet interessant vindt, blijkt ook uit de opkomst bij de verkiezingen voor universiteitsraden: die blijft vaak steken op zo’n vijftien procent.
We hebben nu lang genoeg geaccepteerd dat pluche-plakkende universiteitspolitici geen stip op de horizon zetten, maar kiezen voor grauwe middelmaat. Door de invoering van het leenstelsel voor studenten wordt een miljard euro extra geïnvesteerd in instellingen voor hoger onderwijs. Geld waar de universiteitsraden over mogen meepraten. En bijna alle studentenpartijprogramma’s zetten in op duurzame koffie en gesubsidieerde cultuur.
We moeten echter inzetten op investeringen in 21ste eeuwse zaken als digitalisering, internationalisering en ambitieus, kleinschalig onderwijs.
Nee, we gaan geen panden bezetten voor een democratischere medezeggenschap, zoals twee jaar geleden gebeurde in Amsterdam. Wij slaan liever met onze vuisten op tafel bij het College van Bestuur.
Moet er meer medezeggenschap komen op de universiteit? Onzin: de huidige medezeggenschapsrechten worden nauwelijks benut en de kwaliteit van student-vertegenwoordigers is zwaar onvoldoende. Daarnaast gaan partijen de harde confrontatie met elkaar en de universiteitsbesturen nog te vaak uit de weg.
Universiteitspartijen moeten eerst zélf investeren in de kwaliteit van de kandidaten. De vertegenwoordigers van de studenten moeten diverser en capabeler worden. Zo kan de universiteitsraad, die voor de helft uit studenten bestaat, het beleid van de universiteit bepalen, zeker omdat de raden instemmingsrecht hebben over het geld dat vrijkomt uit het leenstelsel.
Dus nee, wij voelen ons niet vertegenwoordigd door de huidige universiteitsraad. Daarmee zeggen we niet dat het onderwijs aan onze universiteit is zoals het zou moeten en kunnen zijn. Wel kiezen we voor andere, betere oplossingen. Die gaan uit van de ambitie van de student en zijn eigen verantwoordelijkheid. En van maximale kansen voor iedere student om het beste onderwijs van de wereld te krijgen.
Daarom komen wij met een nieuwe studentenvertegenwoordiging: De Vrije Student. Een landelijke studentenraadspartij met een ambitieus programma. Een partij die zich inzet voor digitalisering, internationalisering en ambitieus onderwijs, en niet voor flauwekulsubsidies en duurzame koffie. Een partij voor de student die op zoek is naar de hoogste kwaliteit van onderwijs en naar de beste kansen om zich binnen en buiten Nederland te ontplooien. Die student gaat er gewoon voor.