De UU pronkt met idealen die zij niet in praktijk brengt
Hoog tijd dat de UU duurzaamheid en mensenrechten serieus neemt
De Universiteit Utrecht (UU) noemt zichzelf trots een “University for Human Rights”, dat is dan ook het thema van dit academisch jaar. In beleidsstukken en toespraken horen we mooie woorden over duurzaamheid, academische vrijheid en sociale rechtvaardigheid. Maar idealen zijn niets waard als ze vergeten worden in het licht van ongemakkelijke keuzes.
De afgelopen jaren hebben we gezien hoe er dialoogsessies zonder inhoud en Deep Democracy-gesprekken zonder democratie worden georganiseerd. Constant gesprekken, maar nooit echte macht in de handen van onze gemeenschap. De beslissingen komen altijd nog van bovenaf. Ook wordt er gesproken over het belang van medezeggenschap, maar diezelfde medezeggenschap wordt keer op keer niet meegenomen in belangrijke besluiten zoals de demonstratieregels en het honoursonderwijs. Een echte poging om te luisteren naar de universiteitsgemeenschap wordt dusver niet gedaan.
Als progressieve studentenpartij gelooft Lijst Vuur in een universiteit die niet slechts observeert, maar participeert. Een universiteit die haar voorbeeldrol serieus neemt en principes en idealen omzet in actie. Een universiteit die durft samen te werken met diens eigen gemeenschap. Het moment om dat te bewijzen, is nu.
Duurzaamheid mag geen slachtoffer zijn van bezuinigingen
Inmiddels lijkt duidelijk dat de UU de doelstelling om in 2030 klimaatneutraal te zijn, in het huidige tempo niet gaat halen. We doen niet genoeg ons best, en met het oog op de bezuinigingen op hoger onderwijs bestaat het gevaar dat de deadline wordt opgeschoven. Net als in Wopke Hoekstra’s iconische uitspraak, is 2030 ineens niet meer heilig. Wanneer de uitvoering moeilijk wordt, mag de natuur wel wat langer boeten. Een echte kernwaarde geef je niet op zodra het lastig wordt. De klimaatcrisis is niet optioneel; het is één van de grootste bedreigingen van onze tijd. Juist als een academische instelling moet de UU het voortouw nemen. De bureaucratische realiteit zal vast lastig worden, maar 2030 opgeven kan geen optie zijn.
Dat betekent voor de UU dat samenwerken met fossiele bedrijven die het Klimaatakkoord van Parijs ondermijnen, zoals Shell en Exxon, niet meer kan. Zij hebben keer op keer bewezen dat zij in praktijk niks geven om klimaatactie. Hun volledige winstmodel is immers gebouwd op de uitbuiting van onze planeet. Door met deze bedrijven samen te werken dragen we bij aan hun PR waarmee ze hun zogenaamde goede bedoelingen voor de natuur propaganderen. Dit wordt ook wel greenwashing genoemd.
Maar, wat kunnen we dan wél doen? Inzetten op transparantie, ambitieus klimaatbeleid en integratie van duurzaamheid in alle aspecten van het universiteitsbeleid – van vastgoed tot het curriculum.
Schendingen van mensenrechten is geen grijs gebied
De situatie in Gaza is schrijnend, en wordt met de dag schrijnender. Palestijnse universiteiten worden gebombardeerd, academici worden vervolgd, journalisten vermoord en studenten raken ontheemd of worden vermoord. Meer dan 5000 Palestijnse studenten en 95 professoren zijn om het leven gekomen, aldus cijfers van april vorig jaar, dit getal zal inmiddels wel hoger liggen. Internationale mensenrechtenorganisaties, de Verenigde Naties en rechtbanken spreken van Israëlische schuldigheid aan oorlogsmisdaden, apartheid, kolonisatie en zelfs tekenen van genocide.
En toch: de Universiteit Utrecht blijft stil.
Sterker nog: de academische samenwerking met Israëlische instellingen blijft in stand – instellingen die veelal verweven zijn met het militaire apparaat van de bezetter. Dat deze instellingen een “kritische tegenstem” vormen, houdt geen stand wanneer diezelfde universiteiten actief bijdragen aan repressie[1]. De kritische stemmen die er zijn, zullen wij, als de UU, altijd beschermen. Met kritische academici en studenten willen we in contact blijven in het geval van een boycot, maar de instituten als geheel zijn onlosmakelijk verbonden met de onderdrukking van Palestijnen. Van kabinet Wilders-I mogen we gerust verwachten dat er “geen rode lijn” is met betrekking tot Israëls acties, aldus Dick Schoof in een gesprek met Artsen Zonder Grenzen en diverse vredesorganisaties enkele weken terug. Sterker nog, het huidig kabinet heeft er tot nu toe alles aan gedaan om Israël zoveel mogelijk toch te faciliteren.
Niet alleen journalisten, maar ook wij als wetenschappers en studenten hebben de plicht om waarheid en rechtvaardigheid aan het licht te brengen als de machthebbers in Den Haag dat niet doen. De universiteiten hebben een unieke plek in de samenleving, een positie die serieus genomen wordt door veel inwoners van Nederland. Juist omdat de universitaire stem serieus wordt genomen, dragen ze ook een bijzondere verantwoordelijkheid om zich uit te spreken tegen onrecht. Die normatieve functie van de universiteit snijdt zo aan twee kanten: waar veel Israëlische universiteiten hand in hand werken met het IDF en de bezetting helpt te legitimeren, kunnen wij onze positie gebruiken om onrechtvaardigheid tegen te gaan.
Zwijgen is in dit geval niet neutraal. Om te zwijgen, wetende dat die stilte een groen licht geeft aan genocide, is een keuze. Een keuze die de Israëlische regering alle ruimte geeft die ze wil om Palestijnen voorgoed te verdrijven. Een keuze waaraan de Israëlische regering dit afgelopen weekend bekend maakte navolging te geven. Een keuze die niet past bij een universiteit die zegt voor mensenrechten te staan.
Als zelfs de universiteit zwijgt, wie spreekt er dan nog?
Onze universiteit mag geen veilige haven zijn voor wegkijken. In het geval van de etnische zuivering van Palestijnen hebben wij niet alleen een morele, maar ook een wettelijke plicht om ons uit te spreken. Het Eerste VN-Verdrag tegen Genocide (1948), ondertekend door Nederland, verplicht staten én overheidsorganen om afstand te nemen van genocide en alles te bewerkstelligen om genocide te voorkomen. Zelfs als onze eigen overheid besluit te zwijgen, ontslaat dat ons als academische gemeenschap niet van die verantwoordelijkheid. Integendeel: het is juist dan dat de Universiteit Utrecht haar onafhankelijkheid en moreel kompas moet laten spreken.
Daarnaast is wetenschap een van de laatste verdedigingslinies van waarheid, rechtvaardigheid en hoop. De universiteit heeft als publieke instelling niet alleen de ruimte, maar ook de plicht om moreel leiderschap te tonen – zeker wanneer anderen dat nalaten. De politieke ontwikkelingen in de wereld vragen om instellingen met een ruggengraat. Instellingen die durven in te gaan tegen de autocratische, koloniale trends. De vraag is: durft de Universiteit Utrecht dat te zijn?
In ons visiedocument en het gevoerde beleid maakt Lijst Vuur zich hard voor een rechtvaardige, duurzame en democratische universiteit: een universiteit die transparantie en ethiek boven winst stelt, die mensenrechten centraal zet in haar samenwerkingen, en die studenten en medewerkers serieus neemt als medebouwers van de academische gemeenschap. Wij geloven dat een universiteit geen neutrale toeschouwer kan zijn in een wereld die steeds vaker wordt geteisterd door ecologische vernietiging, structureel onrecht en geweld.
Lees onze volledige visie hier.
[1] Maya Wind, Towers of Ivory and Steel (2024)
Dit is een opiniestuk van studenten Saban en Hermen. Saban zit in de Universiteitsraad en Hermen heeft zich kandidaat gesteld voor de U-raad. Opinies zijn ingezonden artikelen. Het standpunt van de schrijvers is niet per definitie ook het standpunt van DUB.