Meertaligheid en diversiteit als kracht
‘Je hoeft niet dezelfde taal te spreken om elkaar te begrijpen’
DUB publiceerde op 8 maart een achtergrondartikel over de samenwerking tussen internationale medewerkers en Nederlandse collega’s en de daarbij behorende taalkeuzes, naar aanleiding van hun diversiteitsonderzoek. Hoewel het artikel mooie voorbeelden geeft en er zowel internationale als Nederlandse collega’s om input is gevraagd, missen we een aantal aspecten. In het Project Meertaligheid en Medezeggenschap krijgen we daar mee te maken.
Dat samenwerking tussen internationale medewerkers en Nederlandse collega’s meer is dan een taalbeleid vaststellen, geven de voorbeelden in het artikel wel aan. Ook lijkt ons een workshop “Working with Dutchies” zeker nuttig, maar met dit soort workshops kun je ook de plank misslaan. Je spreekt dan immers maar één groep aan, terwijl voor samenwerking juist de dialoog zo belangrijk is.
Vooroordelen en stereotyperingen
In de development guide van de UU staat bijvoorbeeld de Intercultural awareness training. Daarin wordt gewaarschuwd voor een essentialistische kijk op cultuur. Dit betekent dat je bewust moet zijn van het feit dat we mensen in hokjes kunnen plaatsen op basis van vooroordelen en stereotyperingen over hun culturele achtergrond. Het gaat erom dat je leert reflecteren op je eigen handelen in interculturele situaties. Ons lijkt het goed dat er in internationale teams meer aandacht is voor zowel taalbeleid als samenwerkingscultuur. Zorg voor een veilige sfeer en een open houding waarin je elkaar kunt bevragen op gedrag. Is iets wel typisch Nederlands of Chinees? Of lijken we toch meer op elkaar dan op het eerste gezicht gedacht?
In het advies vanuit het M&M-project staat dat je vooral rekening moet houden met de taalniveaus en de wensen van de aanwezigen. Kijk maar naar het voorbeeld van Serena di Palma die graag haar Nederlands wil oefenen, terwijl haar collega’s steeds in het Engels blijven praten.
Engels én Nederlands
Verder valt op dat dit artikel helaas de algemene opvatting bevestigt, dat het bij de taalkeuze altijd lijkt te gaan om de keuze Nederlands óf Engels, terwijl er ook een derde mogelijkheid is namelijk Engels én Nederlands. Het M&M project heeft de mogelijkheid van het gebruik Luistertaal in de universiteitsraad waarin internationals Engels spreken en locals Nederlands uitgebreid verkend en ondersteund.
Overigens is daarbij niet alleen begrip van het Nederlands een issue, maar ook van het Engels, want er zijn ook Nederlandssprekende collega’s die moeite hebben om een geheel Engelstalige vergadering bij te wonen. Om het Nederlandse of Engelse taalniveau te verhogen zijn er verscheidene gratis toegankelijke cursussen voor medewerkers. Het is mooi dat de universiteit deze ter beschikking stelt, maar er zou daarbij ook gekeken moeten worden of mensen extra tijd kunnen krijgen om deel te nemen aan zulke cursussen. Een taalcursus volgen naast een fulltimebaan op de universiteit is immers een hele uitdaging.
Vervolgonderzoek naar meertaligheid
Inmiddels zijn we gestart met een vervolgonderzoek dat wordt gefinancierd uit de NWO Open Competitie. Uitgangspunt in het onderzoek is dat je niet dezelfde taal hoeft te spreken om elkaar te kunnen begrijpen. Kortom, een eenduidig antwoord is niet te geven op de vraag hoe we het beste met meertaligheid kunnen omgaan.
In het achtergrondartikel wordt Bart van der Laar geciteerd met “aan veel oplossingen kleven nadelen”. Maar zijn die nadelen wel echte nadelen? Hoe kun je ervoor zorgen dat iedereen zich gehoord en begrepen voelt? Wij stellen voor om met elkaar het gesprek aan te gaan: bij welke taal of combinatie van talen voelt iedereen in een team zich prettig? Ga gezamenlijk op zoek naar een oplossing en kijk wat mogelijk is binnen de marges van de vaardigheden van je collega’s en budget.