Joris Luyendijk en UU-leidinggevenden

Masterclass diversiteit: meesterlijk voorbeeld van privileges

vier vinkjes, pixabay

Ik las een enthousiaste aankondiging in de Nieuwsbrief 28 september van het EDI Office (Equality, Diversity & Inclusion): “In het kader van het UU brede leiderschapsprogramma kunnen alle leidinggevenden aan de UU op 3 november de Masterclass diversiteit bijwonen. Spreker bij deze Masterclass is niemand minder dan Joris Luyendijk. Joris is antropoloog en journalist en deelt met ons zijn kijk op diversiteit, die afgelopen jaar tot opschudding heeft geleid.”

Inderdaad: opschudding. Dat klopt. Niemand minder dan Joris Luyendijk betoogt in zijn boek De zeven vinkjes - Hoe mannen zoals ik de baas spelen dat het hoog tijd is dat geprivilegieerde mensen zoals hij ruimte maken voor mensen met minder privileges. Mensen zoals hij zijn man (check), wit (check), hetero (check), hebben minstens één in Nederland geboren ouder, minstens één ouder met een hoge opleiding, een goed inkomen, een zekere maatschappelijke status of cultureel kapitaal, en hebben zelf een atheneum- of gymnasiumopleiding afgerond en zelf een universitaire opleiding afgerond (check, check, check, check). De ‘zevenvinkers’ moeten ruimte maken voor de mensen die niet altijd het voordeel van de twijfel kregen omdat ze te vaak als De Ander worden beschouwd.

In een interview met Volkskrant Magazine in februari werd Luyendijk gevraagd of hij er ongemakkelijk van zou worden als zijn boek een bestseller zou worden en hij er veel geld aan zou verdienen. Nee, antwoordde hij, “dan zou ik blij zijn. Ik ben ook gewoon een mens, met geldingsdrang”. Het boek kreeg aandacht in onder andere de Volkskrant, NRC en Buitenhof en stond inderdaad vanaf de publicatie tot in de zomer in de lijst van zestig bestverkochte boeken. Luyendijk kan de komende tijd lezingen en masterclasses geven tot hij een vinkjes-overload heeft. Hij wil best bepleiten dat er ruimte moet komen voor anderen, maar niet ten koste van zijn eigen portemonnee.

De opschudding ontstond dan ook omdat Luyendijk geen enkele blijk geeft van de intentie om daadwerkelijk ruimte te maken voor mensen met minder privileges. Bovendien was hij niet volledig met zijn zeven ‘vinkjes’.

In zijn boek laat Luyendijk verschillende privileges (‘vinkjes’) onvermeld, terwijl die toch ook een cruciale rol spelen bij iemands kansen en positie. Bijvoorbeeld:

   8. cisgender

   9. zonder handicap of chronische ziekte

10. zonder (waarneembare) religie

‘Zevenvinkers’ die trans zijn, een rolstoel gebruiken, niet langer dan 5 uur per dag kunnen werken en altijd een keppeltje dragen, krijgen nog altijd veel minder de kans om ‘de baas te spelen’.

Ruimte maken
De ideeën over verschillende assen van ongelijkheid die elkaar kruisen en versterken komen oorspronkelijk niet van Luyendijk maar werden in 1989 geïntroduceerd door de Amerikaanse feminist, jurist en hoogleraar Kimberlé Crenshaw, een zwarte vrouw. Zij noemde dit fenomeen intersectionaliteit (kruispuntdenken). De term komt niet voor in het boek (behalve in de verantwoording, waar Luyendijk vermeldt dat hij ‘jargon’ als ‘intersectionaliteit’ bewust heeft vermeden) en Crenshaw krijgt geen credits voor haar werk. Emeritus hoogleraar van de UU Gloria Wekker en haar boek Witte onschuld - Paradoxen van kolonialisme en ras worden wel verschillende keren genoemd, maar Wekker heeft gemengde gevoelens over het boek van Luyendijk. Zij en Nancy Jouwe vinden het wrang dat er amper wordt verwezen naar de vrouwen van kleur die intersectionaliteit in het leven riepen, maar dat Luyendijk zich dit werk toe-eigent.

Zelfs belangrijke onderzoekers, essayisten, journalisten, schrijvers en activisten als Audre Lorde, Philomena Essed, bell hooks, Angela Davis, Anousha Nzume, Seada Nourhussen, Clarice Gargard, Dalilla Hermans, Reni Eddo-Lodge, Alice Wong, Imani Barbarin, Ijeoma Oluo, Afua Hirsch, Ta-Nehisi Coates, Roxane Gay, Jens van Tricht, Rudy O. Asibey en Layla Saad ontbreken allemaal in dit boek. Al deze mensen doen al decennialang onderzoek naar intersectionaliteit, privileges en discriminatie en schrijven en spreken hierover. Luyendijk staat op hun schouders, zonder ze erkenning te geven. Ook Sylvana Simons vond het opvallend dat Luyendijk zich nu pas bewust is geworden van zijn privileges: ze wees Luyendijk erop dat bij mannen zoals hij het vermogen ontbreekt om “gewoon iets aan te nemen dat ze zelf niet hebben ervaren”.

Masterclass
“Joris Luyendijk komt binnenkort op een event uitleggen dat mensen minder vaak mannen met zeven vinkjes zoals hij moeten uitnodigen, en vaker mensen zoals Jeanette Chedda. En het publiek zal instemmend knikken...”, schreef columnist, schrijver en theatermaker Johan Fretz op Twitter. Dat lijkt me een zeer accurate voorspelling voor de masterclass, want wij zijn allemaal opgegroeid met vooroordelen die diep in de maatschappij zijn doorgedrongen. Zó diep, dat we ons zelf niet bewust zijn van die vooroordelen. Ik weet haast zeker dat de leidinggevenden in de zaal zichzelf niet racistisch vinden, dat ze tegen seksisme zijn, dat het ze niet uitmaakt met wie hun medemensen graag seks hebben en dat ze ook vast en zeker tegen validisme zijn als ze eenmaal is uitgelegd wat dat betekent. Dus knikken zullen ze wel, maar dat is nog geen garantie voor verandering…

Niemand minder dan Joris Luyendijk legt uit waarom men bij lezingen in organisaties helemaal geen ruimte wil maken voor mensen met minder privileges. In het interview met Volkskrant Magazine zei hij “Ik hoorde na die lezingen bij bedrijven vaak: wil je dit alsjeblieft opschrijven, want nu jij het zegt, dringt het door tot mijn collega’s.” Dat was ook precies het antwoord op mijn vraag aan de organisatoren van de masterclass waarom er niet voor gekozen is het UU-budget voor het ‘leiderschapsprogramma’ te besteden aan experts met minder privileges: ze verwachten dat leidinggevenden zich in hem zullen herkennen, en dat het effectief is als iemand met dezelfde privileges oproept tot reflectie en verandering. Er wordt nog een pot goud aan het einde van de regenboog voorgehouden: de organisatoren willen dat de masterclass “het begin is van een verandering”. Hier wordt door HR voorzichtig een intentie om daadwerkelijk ruimte te maken voor mensen met minder privileges gesuggereerd; verder wil HR kennelijk nog niet gaan.

Als Luyendijk zijn eigen betoog ter harte zou nemen en als de UU wil dat de leidinggevenden in de praktijk kunnen zien hoe ‘ruimte maken’ eruit ziet, dan zou Luyendijk starten met de masterclass, en na 5 minuten de échte (en vanzelfsprekend marktconform vergoede) spreker aankondigen, expert en ervaringsdeskundige Jeanette Chedda (of Eline Pollaert of Xandra Koster of Sarita Bajnath of Laura te Hennepe of Olave Nduwanje of Nancy Jouwe of……). Hiermee zou de UU recht doen aan het credo van de disability justice movement (gehandicaptenbeweging), dat inmiddels ook wordt gebruikt door andere gemarginaliseerde groepen: ‘Niets over ons, zonder ons’.

Niemand minder dan Joris Luyendijk zou dit initiatief uiteraard van harte toejuichen.

Advertentie