Open brief aan het College van Bestuur en de academische gemeenschap

Hier publiceert DUB een open brief aan het universiteitsbestuur en de gehele universitaire gemeenschap van het actiecollectief Rethink UU.

 

DE TOEKOMST VAN DE ACADEMISCHE GEMEENSCHAP

OPEN BRIEF
AAN HET COLLEGE VAN BESTUUR
EN DE ACADEMISCHE GEMEENSCHAP VAN DE UNIVERSITEIT UTRECHT

Wij roepen iedereen die zich betrokken voelt bij de toekomst van de universiteit op deze brief te ondertekenen. Daarmee geef je een krachtig signaal dat je de hier genoemde zorgen deelt, dat je de urgentie onderschrijft van een breed gedragen debat over het functioneren van de universiteit, en dat je wilt bijdragen aan het proces om de universiteit te hervormen.

Onderteken deze brief door een email te sturen naar Rethink.UU@gmail.com.

Utrecht, 30 maart 2015

In het hele land maken studenten en docenten zich zorgen over de toekomst van de universiteit. Zij maken zich zorgen over hun academische gemeenschap, waarin zij samenkomen om kennis te verwerven en te delen, over de mens, de maatschappij en de natuur. De universitaire vorming is de basis van kritisch burgerschap en intellectuele cultuur en is daarom van levensbelang voor een gezonde, creatieve en welvarende samenleving.

Wij, medewerkers en studenten van de Universiteit Utrecht, delen met onze collega’s en medestudenten in het hele land het verlangen naar inspirerend onderwijs dat geworteld is in onafhankelijk onderzoek. Maar bovenal delen wij de zorgen en onvrede over de manier waarop de universiteit functioneert.

De idealen van de academische gemeenschap staan onder druk.

Wij constateren in het onderwijs een eenzijdige nadruk op studierendement en op het behalen van kwalificaties voor de arbeidsmarkt. Het aantal studenten stijgt, terwijl de financiering achterblijft. De toegenomen hang naar efficiëntie en uniformering die hieruit voortvloeit,bedreigt de diepgang en flexibiliteit van de academische vorming en vergroot de administratieve lasten. De grote inzet van tijdelijk personeel ondergraaft de continuïteit in het onderwijs en ontzegt veel jonge, getalenteerde docenten het perspectief op een duurzame academische loopbaan. Dit personeelsbeleid weekt het onderwijs los uit zijn voedingsbodem van wetenschappelijk onderzoek, waardoor een essentieel kenmerk van academische opleiding verloren gaat. In deze situatie voelen velen zich opgejaagd wild - studenten en docenten verenigd in de ratrace naar het diploma.

Wij constateren in het onderzoek eenzelfde eenzijdige nadruk op rendement. Net als het onderwijs raakt het onderzoek bevangen door output, targets en inhoudelijke stroomlijning,waarbij meetbaarheid zwaarder weegt dan kwaliteit. Doordat de middelen voor onderzoek wegvloeien uit de universiteit ontstaat een competitie voor financiering die kostbare tijd en energie vreet. Dit financieringsmodel creëert bovendien een tweestromenland waarin het academische onderwijs losgezongen raakt van het onderzoek en de combinatie van beide voor docenten niet meer vanzelfsprekend is. Het vergroot de druk op de onderwijzende staf en leidt tot tijdelijke aanstellingen voor onderzoek, die het loopbaanperspectief van jonge wetenschappers erg onzeker maken. De stress en de werkdruk van medewerkers zijn op veel plekken dan ook geen louter individueel probleem meer.

Wij constateren in het bestuur van de universiteit een gebrek aan daadwerkelijke medezeggenschap over fundamentele aspecten van onderwijs, onderzoek en beheer. De universitaire gemeenschap heeft geen stem in de samenstelling van de belangrijkste besluitvormende organen binnen de UU: de Raad van Toezicht, het College van Bestuur en de decanen. Bovendien zijn de bevoegdheden van medezeggenschapsraden onvoldoende omtegenwicht te bieden aan top-down gestuurd beleid dat geen recht doet aan de diversiteit en de kwaliteit van onderwijs en onderzoek in de verschillende faculteiten.

Wij vragen, tot slot, aandacht voor de positie van ondersteunend en facilitair personeel, in administratie, gebouwenbeheer, catering en schoonmaak, dat evenals het academische personeel de gevolgen van de bestuurlijke rendementslogica voelt.

In deze situatie voelen velen zich machteloos. Sommige problemen volgen uit bestuurlijke keuzes binnen de universiteit en kunnen op facultair of universitair niveau worden verlicht, maar andere vloeien voort uit landelijk beleid, zoals de onderfinanciering van de universiteit,de prestatieafspraken en het topsectorenbeleid. Omdat deze problemen zo fundamenteel zijn, moet de academische gemeenschap allereerst dit gevoel van machteloosheid overwinnen en weer zelf de verantwoordelijkheid voor de academische gemeenschap in handen nemen.
Daarom roepen wij de volledige universitaire gemeenschap op om de komende maanden over al deze kwesties met open vizier van gedachten te wisselen en de fundamentele vragen over onderwijs en onderzoek opnieuw te stellen. Welke onderwijsidealen staan voor ons voorop? Wat verwachten wij van goed wetenschappelijk onderzoek? Hoe kan een goed loopbaanperspectief aan medewerkers worden geboden? Welke vormen van medezeggenschap zijn wenselijk?

Wij willen deze discussie openen met enkele voorstellen, waarvan sommige wel, andere niet op het niveau van de universiteit kunnen worden gerealiseerd. We roepen de hele universitaire gemeenschap, inclusief het College van Bestuur, op om met elkaar hierover het debat aan te gaan:

1. De democratisering van het universitaire bestuur, bijvoorbeeld door de verkiezing van het College van Bestuur, de Raad van Toezicht en de decanen te introduceren, door de bevoegdheden van de universiteitsraad en faculteitsraden uit te breiden, en door ook op lagere niveaus de medewerkers en studenten een duidelijke stem te geven in het beleid.

2. De heroverweging van top-down hervormingen van onderwijs en onderzoek, gebaseerd op een diepgaande reflectie op de mogelijkheid en de wenselijkheid om het onderwijs- en onderzoeksbeleid te decentraliseren, met bijzondere aandacht voor de solidariteit binnen en tussen de opleidingen.

3. De terugdringing van de rol van de universiteit als ondernemer en commercieel bedrijf, en van het bedrijfsmatige beleid inzake facilitaire diensten.

4. De bevordering van een evenwichtiger personeelsopbouw door de vergroting van het aantal vaste contracten in verhouding tot tijdelijke aanstellingen, door de verbetering van het loopbaanperspectief voor tijdelijk personeel, en door de versterking van de band tussen onderwijs en onderzoek.

5. De gezamenlijke inzet van alle leden van de universitaire gemeenschap in Utrecht en van andere universiteiten om met het ministerie van Onderwijs te werken aan een nieuw financieringsmodel voor het onderwijs dat niet primair gebaseerd is op prestatie- en outputeisen.

6. De gezamenlijke inzet van alle leden van de universitaire gemeenschap in Utrecht en van andere universiteiten om met het ministerie van Onderwijs en NWO te werken aan een nieuw financieringsmodel voor het onderzoek, dat gebaseerd is op inherent wetenschappelijk belang en op een pluriforme opvatting van maatschappelijke relevantie.

Wij roepen op tot een goed geïnformeerde en breed gedragen discussie over deze centrale kwesties en roepen medezeggenschapsleden op om deze punten in te brengen in de universiteitsraad en faculteitsraden. Uiteraard zullen de gesignaleerde problemen in diverse delen van universiteit verschillend worden ervaren. Belangrijk is vooral dat de discussies en daaruit voortvloeiende hervormingen van onderop gestalte krijgen, ook buiten de medezeggenschap, omdat alleen een door alle geledingen van de universitaire wereld gedragen vernieuwing kans van slagen heeft. Aan de landelijke politici en de samenleving moeten wij duidelijk maken dat een sterke, autonome en publiek relevante universiteit van vitaal belang is voor de toekomst. Onze positie wordt sterker als blijkt dat de zorgen over de toekomst van de universiteit leven bij de hele academische gemeenschap, op alle bestuurlijke niveaus, en als we helder kunnen aangeven welke problemen we binnen de universiteit kunnen oplossen en welke we op landelijk niveau moeten aankaarten.

Het debat waartoe wij met deze brief de aanzet geven, moet zich de komende weken en maanden in alle geledingen van de universiteit verspreiden. Daartoe zullen allerlei activiteiten voor samenspraak en samenwerking worden georganiseerd. Uit dit proces moeten concreet uitgewerkte, uitvoerig gedocumenteerde voorstellen voortvloeien die zullen uitmonden in een Utrechtse Universitaire Agenda voor de hervorming van de universiteit. Wij vragen alle leden van de academische gemeenschap en het College van Bestuur nadrukkelijk zich achter dit proces te scharen.

Rethink UU

Onderteken deze brief door een emailbericht met vermelding van je naam en departement te sturen aan: Rethink.UU@gmail.com.

 

Rethink UU is een collectief van medewerkers en studenten van de Universiteit Utrecht die hervorming van de universiteit nastreven.

Meld je aan op de discussielijst: Rethink.UU@gmail.com.
Rethink UU is ook op Facebook te vinden: www.facebook.com/RethinkUU.

 

Advertentie