Open brief Utrechtse alfa-studenten aan minister Bussemaker
Studentleden van de faculteitsraad Geesteswetenschappen schrijven aan minister Bussemaker dat ook in Utrecht 'het rendementsdenken' schade aanricht. De wet moet veranderen.
Geachte dr. Bussemaker,
Terwijl het Maagdenhuis al dagen bezet wordt door activisten is het bij het Bestuurscentrum van de Universiteit Utrecht erg rustig. Toch is die rust bedrieglijk. Ook in Utrecht borrelt er al jaren onvrede, kritiek en een gevoel van onmacht over de koers van Nederlandse universiteiten. Omdat juist onze discipline vaak als eerste geslachtofferd wordt bij een bezuiniging, voelen wij ons als studentengeleding van de faculteitsraad Geesteswetenschappen (GW) genoodzaakt om te reageren op de situatie aan de UvA. De huidige protesten richten zich met name op het rendementsdenken, een ideologie die ook in Utrecht zijn entree heeft gemaakt.
Het afgelopen academisch jaar hebben wij als medezeggenschappers ondervonden hoe het beleid doordrongen is met de wensen uit Den Haag. Zowel ons faculteitsbestuur als het College van Bestuur zijn noodgedwongen gebonden aan dit gedachtegoed. Zo wordt sneller afstuderen belangrijker geacht dan het schrijven van een goede scriptie.
Een jaar terug was er landelijke ophef over het negatieve rapport van de visitatiecommissie over de scripties bij GW-faculteiten. Dit soort incidenten zijn sterk verbonden met het rendementsdenken. Natuurlijk begrijpen wij ook dat universiteiten voorzichtig moeten omgaan met geld, maar wij denken dat dit is doorgeslagen naar een drang om alles in eurotekens uit te drukken. En dat terwijl deze doctrine, net als in Amsterdam, ook in Utrecht niet breed wordt gedragen door de personen die de gevolgen van het beleid direct ondervinden, namelijk studenten en docenten. Zelfs multinationals besteden steeds meer aandacht aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als bijvoorbeeld commerciƫle uitgeverijen vanuit hun overtuiging ook onrendabele dichtbundels uitbrengen, waarom zou een semioverheidsinstelling als een universiteit dat niet kunnen?
Dankzij een dichte mist van universitaire bureaucratie, weet het rendementsdenken, ondanks het gebrek aan draagvlak, toch ingang te vinden in de universiteiten. Er wordt geen fatsoenlijk tegengewicht geboden aan beslissingen van bovenaf. Dit zou de taak van de medezeggenschap moeten zijn, maar deze wordt niet genoeg in staat gesteld invloed uit te oefenen. Wij merken dat we rationele argumenten kunnen leveren aan het bestuur, maar in een groot deel van de gevallen missen deze slagkracht door een gebrekkig wettelijk kader. Noodgrepen als kraken en staken zoals in Amsterdam zijn daar het gevolg van.
Het wettelijk kader wordt gevormd door de wet op het hoger onderwijs uit 1992, waarin onder meer de rechten van de medezeggenschap zijn vastgesteld. In de praktijk schiet de wet simpelweg tekort. Zo staat in de wet dat wij als faculteitsraad alleen instemmingsrecht hebben op wijzigingen in het faculteitsreglement en de Onderwijs- en Examenregeling. Er wordt echter veel meer beleid gemaakt binnen de faculteit en vaak worden we geconfronteerd met al vooraf genomen beslissingen. Bovendien maakt de complexe structuur van bestuur en medezeggenschap het mogelijk dat verschillende lagen van bestuur naar elkaar wijzen als het gaat om verantwoordelijkheid. Zo is het vaak onduidelijk of zaken op facultair- of op opleidingsniveau besloten moeten worden. Deze omstandigheden bemoeilijken de inspraak van studenten en docenten binnen hun universiteit.
Door de jaren heen heeft de wet hoger onderwijs het rendementsdenken echter geen strobreed in de weg kunnen leggen. Wij pleiten daarom voor een herziening van de wet wat betreft het deel dat over medezeggenschap is opgenomen. Een uitbreiding van de wettelijk vastgelegde instrumenten voor medezeggenschappers kunnen de balans tussen het bestuur van bovenaf en de wensen van onderop herstellen. Studenten die een gebouw moeten bezetten om hun punt te kunnen maken en compromissen te kunnen sluiten, laten zien dat ze zich niet meer verbonden voelen met de koers van hun universiteit. Als de wensen van studenten en docenten gereflecteerd worden in het beleid, dan kunnen ze zich er ook aan verbinden. Om dit te realiseren is een sterke, wettelijk geregelde, positie van de medezeggenschap nodig.
Met hartelijke groeten,
De studentengeleding van de Faculteitsraad Geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht.