Student, maak je punt zonder anarchistische bezettingen
Loop niet blind achter Amsterdam aan, schrijft masterstudent Mark Ouendag in een open brief aan medestudenten. Anarchistische bezettingen en politiek geladen stemmingmakerij zijn nergens voor nodig.
Beste collegastudenten,
Ik maak mij zorgen. Met elkaar vormen wij de hoogopgeleide beroepsbevolking van de toekomst. Samen zijn we de high potentials van het moment, die met elkaar de samenleving van de toekomst gaan vormgeven. Om te zorgen dat wij een zo breed mogelijke bijdrage kunnen leveren volgen wij een grote verscheidenheid aan universitaire opleidingen.
Hoezeer deze studies ook van elkaar mogen verschillen, er is één essentiële overeenkomst: studenten worden er academisch, maar ook maatschappelijk en professioneel gevormd. We specialiseren ons niet alleen in ons specifieke inhoudelijke vakgebied, maar we doen ook bepaalde academische vaardigheden op. Dat betekent onder anderen dat we allemaal leren kritisch te redeneren, dat we leren om formele en informele logica te begrijpen en herkennen en dat we belangrijke verbale vaardigheden opdoen.
Juist die vaardigheden nemen een essentiële plek in bij onze rol in de samenleving van de toekomst. Ze belasten ons met een belangrijke verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid om maatschappelijke problemen op te lossen vanuit een dialoog, in plaats van met protest. Een dialoog waarin wij elkaar proberen te overtuigen met inhoudelijke argumenten. Een dialoog waarin ruimte wordt geboden voor verschillende meningen en een dialoog waarin wordt geluisterd naar mensen met een andere mening.
Als er iets is wat ik in mijn periode als universitair student heb geleerd, is het wel dat onze maatschappij zelden zwart of wit kleurt. De waarheid ligt vaak in het genuanceerde midden. Misschien is het zoeken naar dat midden wel juist onze taak, onze bijdrage aan de maatschappelijke dialoog.
Bezettingen zijn geen gelegitimeerd middel
Juist op dat essentiële gebied liggen mijn zorgen. Wat er in de afgelopen weken in Amsterdam gebeurt, toont in mijn ogen niet het besef van de verantwoordelijkheid die wij als jonge academici in mijn ogen zouden moeten hebben. De anarchistische bezettingen van het Bungehuis en het Maagdenhuis beschamen deze verantwoordelijkheid eerder. Ze vertegenwoordigen een verlangen naar lang vervlogen flowerpower-tijden, waarin we nog met elkaar de straat op gingen om te protesteren tegen kernenergie. In die tijd was een bezetting van het Maagdenhuis een passend en gelegitimeerd middel om iets af te dwingen. Die tijd is echter lang voorbij.
De acties in Amsterdam ontdoen de maatschappelijke dialoog van haar juist zo charmante nuance. Men is voor of tegen democratische hervormingen binnen elke universiteit en de opportunistische wie niet voor ons is, is tegen ons-mentaliteit viert hoogtij. Tot mijn grote vreugde klonk vanuit mijn eigen Utrecht eerder een meer genuanceerd geluid. Met de medezeggenschap in onze stad was het een stuk beter geregeld en dergelijke praktijken zouden we in Utrecht niet zo snel zien, zo klonk het uit de mond van de voorzitter van onze Studentunie VIDIUS.
Nu, amper een week later, dreigen we echter ook in Utrecht de nuance te verliezen. Plotseling ontstaat er een initiatief voor 'De Nieuwe Universiteit' en komen termen als de academische lente ook in De Uithof voorbij.
In Utrecht hebben we het beter voor elkaar dan in Amsterdam
Naar mijn overtuiging is hier sprake van een volstrekt onbegrijpelijke ommezwaai, die absoluut geen recht doet aan de hoge standaarden van studenteninspraak en medezeggenschap die wij er in Utrecht op na houden. Vergeleken met Amsterdam hebben wij het hier immers veel beter voor elkaar. De door het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht en de Universiteitsraad in gezamenlijkheid georganiseerde open dialoog die op donderdag 5 maart heeft plaatsgevonden, onderstreept dat.
Ik verzet me dan ook krachtig tegen het initiatief en ik roep mijn collega-studenten in Utrecht en daarbuiten op om binnen hun respectievelijke universiteiten hetzelfde te doen. Laten we nou alsjeblieft niet blind achter Amsterdam aanlopen. Laten we het zogenoemde 'rendementsdenken' niet zonder meer veroordelen als minachting van een bepaalde groep studenten, zonder dat we daarbij kritisch hebben gekeken naar onze eigen rol in deze bredere maatschappelijke ontwikkeling. Laten we blijk geven van de succesvolle academische vorming die we in de afgelopen jaren hebben genoten, door vanuit een kritische redeneerzin de dialoog te openen en op basis van inhoudelijke argumenten een eventuele discussie te voeren, zonder anarchistische bezettingen en politiek geladen stemmingmakerij.
Alleen op die manier kunnen en mogen we onszelf in deze tijd echt serieus nemen in onze roep om studenteninspraak en democratisering van de Nederlandse universiteit. Blijken we daar niet toe in staat, dan bewijst dat niet alleen het failliet van democratische studenteninspraak, maar dan is dat ook een diskwalificatie van onszelf. We strijden dan voor meer transparantie en een democratischer bestuur, door juist de democratische middelen die ons nu reeds ter beschikking staan te minachten. Nu maak ik mij vooral zorgen. Grote zorgen over de kwaliteit van de toekomstige hoogopgeleide beroepsbevolking.
Mark Ouendag is masterstudent Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universitiet Utrecht. Deze bijdrage verscheen eerder in de Volkskrant.