Studenten kiezen vaker master aan andere universiteit

Studenten zijn steeds minder honkvast. Ze kiezen vaker voor een master bij een andere universiteit dan waar ze hun bachelorstudie hebben afgerond.

De zogeheten ‘mastermobiliteit’ is met 26 procent gestegen ten opzichte van vorig studiejaar. In het collegejaar 2012-2013 volgden 3579 Nederlandse bachelor-alumni een master elders, in 2013-2014 zijn dat er 4510, 12 procent van het totaal aan nieuwe masterstudenten. Dat blijkt uit cijfers van universiteitenvereniging VSNU. 

Reden voor de toegenomen mastermobiliteit? Dat is waarschijnlijk de landelijke invoering van zogeheten ‘harde knip’. Studenten mogen pas aan hun masteropleiding beginnen als ze hun bachelordiploma op zak hebben. In het verleden konden studenten bij veel universiteiten al tijdens hun bachelor aan een master binnen dezelfde universiteit beginnen. Nu dat niet meer kan, gaan studenten bewuster nadenken over de keuze van een masteropleiding en vaker van instelling wisselen.

Het merendeel van de studenten (59 procent) blijft overigens ‘gewoon’ na de bachelor studeren aan dezelfde universiteit. Van alle masterinschrijvingen voor collegejaar 2013-2014 komt verder 17 procent uit het buitenland en 12 procent uit het hbo.