Wageningen is magneet voor masterstudenten, Utrecht niet

Welke universiteiten zijn aantrekkelijk voor masterstudenten en welke niet? De grote Universiteit Utrecht valt tegen, terwijl het kleine Wageningen de verwachtingen overtreft.

Meer dan 33.000 bachelordiploma’s reikten de Nederlandse universiteiten vorig studiejaar uit. De meeste afgestudeerden kozen voor een masteropleiding en enkele duizenden hbo’ers en buitenlandse studenten voegden zich bij hen: in 2013 begonnen meer dan 40.000 studenten aan een masteropleiding.

Gemiddeld is het aantal nieuwe masterstudenten dus 23 procent hoger dan het aantal uitgereikte bachelordiploma’s. Daarmee valt een grove vergelijking te maken: welke universiteiten blijven daar onder en welke steken er bovenuit? 

Een spannende vraag, want steeds vaker kiezen studenten voor een masteropleiding aan een andere universiteit. Het gaat intussen om 12 procent van alle studenten, meldde universiteitenvereniging VSNU begin dit jaar.

De Universiteit Utrecht blijft onder de norm. Daar beginnen ongeveer net zoveel masterstudenten aan hun opleiding als er bachelorstudenten zijn afgestudeerd. Utrecht gaat dan ook alle masteropleidingen op de schop nemen, meldde DUB onlangs.

Ook de Rijksuniversiteit Groningen en de Radboud Universiteit Nijmegen hebben kennelijk moeite hun bachelorstudenten vast te houden. In Nijmegen zijn ze “assertiever” gaan werven, aldus universiteitskrant VOX.

Wageningen Universiteit doet het juist heel goed en geeft de rest het nakijken: daar beginnen ruim twee keer zoveel nieuwe masterstudenten als er bachelors zijn afgestudeerd. De universiteit krijgt van studenten en deskundigen veel waardering voor haar masteropleidingen en is in trek bij buitenlandse masterstudenten. Maar ook de Erasmus Universiteit Rotterdam trekt veel belangstelling: er zijn 43 procent meer eerstejaars masterstudenten dan afgestudeerde bachelors.

Van de technische universiteiten scoort Eindhoven het best met 56 procent meer masterstudenten. Ook die universiteit gooit hoge ogen in de Keuzegids Masters. Delft komt op 36 procent: nog altijd bovengemiddeld. Met 10 procent blijft de Universiteit Twente onder de streep. 

De universiteiten maakten natuurlijk wel hun eigen analyses, maar jarenlang wilden ze geen instroomcijfers van masteropleidingen geven. Die zouden tot verkeerde vergelijkingen leiden, stelden ze. Want aan sommige universiteiten mochten bachelorstudenten alvast wat mastervakken volgen nog voordat ze hun diploma op zak hadden (‘zachte knip’), terwijl andere universiteiten dat niet toestonden.

Toch moesten de instroomcijfers openbaar zijn, omdat de financiering van universiteiten er mede van afhankelijk is. Daarom verstrekte de Dienst Uitvoering Onderwijs deze cijfers op verzoek aan het Hoger Onderwijs Persbureau.

Advertentie