Meer studenten kiezen voor een master in Utrecht
Steeds meer studenten weten de weg naar de Utrechtse masters te vinden. Vooral bij de faculteit Bèta is de groei behoorlijk.
Utrecht dreigt een bacheloruniversiteit te worden. Dat was de noodkreet van rector Bert van der Zwaan enkele jaren geleden. Steeds vaker kozen Utrechtse studenten na hun bachelor voor een master in een andere stad. Maar het aantal studenten van buiten de UU die voor Utrecht kozen, trok niet aan.
Deze trend lijkt zich nu enigszins te keren. Zo blijkt uit de voorlopige cijfers van de masterinstroom in 2016. Het aantal masterstudenten groeit weer.
Er is wel een kanttekening te maken bij de cijfers. Zo kende het aantal masterstudenten bij Geneeskunde en Diergeneeskunde in 2015 een dip. Dat had te maken met het feit dat sommige studenten bij die faculteiten zich eerder hadden ingeschreven voor de master om nog in aanmerking te komen voor een basisbeurs. Hierdoor zijn deze studenten niet meegenomen in de cijfers van 2015 maar in die van 2014.
Voor de kentering zijn een paar mogelijke redenen aan te geven. In 2014 is de universiteit gestart met een project om de masterfase te hervernieuwen. Zo moeten de opleidingen meer aansluiten bij de arbeidsmarkt. Ook is er een nieuwe site gekomen die masterkiezers beter helpt bij het maken van een keuze.
Een andere reden lijkt wat paradoxaal. Sinds vorig jaar zijn alle masters selectief. Dat wil zeggen dat je niet meer automatisch tot de master wordt toegelaten. Er worden eisen gesteld. Wie aan de eisen voldoet, mag komen. Het lijkt erop dat de selectie ervoor gezorgd heeft, dat meer studenten zich hebben aangemeld.
Bij de Bètafaculteit is de groei het duidelijkst. Dit jaar zijn er bijna 40 procent masterstudenten bijgekomen. En dat terwijl er bij de Life Sciences bij zeven van de dertien masteropleidingen een fixus gehanteerd wordt. In dat geval wordt slechts een vooraf bepaald maximum aantal studenten toegelaten.