Kamervragen spelen te veel op de persoon

Een paar weken voor de Dies kregen we contact met een raadslid van de Vrije Student. Hij wees ons op de openbare declaraties van het College van Bestuur. Met name de 124.000 euro voor woon-werkverkeer was exorbitant hoog. En ook enkele gedeclareerde vliegreizen leken behoorlijk prijzig.

De redactie ging op onderzoek uit. Al snel doemden een paar vragen op. Hoe komt het dat deze bedragen worden gekoppeld aan de collegevoorzitter, terwijl daar geen bonnetjes of iets dergelijks van zijn? Hoe komt het dat het nu in oog springt, terwijl de kosten van het gehele college in totaal lager liggen dan de voorgaande jaren? En wat zijn de regels als het gaat om declareren van woon-werkverkeer voor leden van het bestuur?

Taxiritjes
Al snel bleek dat de kosten voor de dienstauto’s en chauffeurs op deze rekening worden gezet. Het gaat daar niet om gedeclareerde uitgaven, maar om een kostenpost. Dat riep nog meer vragen op. Zijn dit alle kosten voor de dienstauto’s en chauffeur? Staan die allemaal bij de collegevoorzitter of ook deels bij de andere twee collegeleden? En waarom is gekozen voor deze verdeling?

Dit zijn zaken die je eerst moet uitzoeken, voor je met een onderbouwd artikel komt. Staat nog even los van de opmerking dat ruim 124.000 euro voor woon-werkverkeer erg veel geld is. Hoeveel taxiritjes kun je daar wel niet van maken? Voor dat bedrag kun je jaarlijks ook zelf een goede auto kopen.

Twee weken geleden kwam een andere student van de fractie Vuur naar ons toe. Hij had nu uitgezocht dat de kosten van de UU beduidend hoger liggen dan bij andere universiteiten. Daarbij had hij overigens een vergelijking gemaakt met acht andere universiteiten en vergeleek hij verschillende jaren. Maar het was wel een indicatie. Nog meer reden om dit onderwerp eens goed onder de loep te nemen. Maar ook hier moet je dan wel weten hoe het zit. Hebben die andere universiteiten geen dienstauto? Of zetten ze die kostenpost op een andere plek, zodat de cijfers niet helemaal vergelijkbaar zijn?

Andere universiteiten
Een eerste globale navraag maakte duidelijk dat nog maar weinig universiteiten een eigen dienstauto met chauffeur hebben. En mochten deze er wel zijn, dan wordt dit niet rechtstreeks verrekend als woon-werkverkeer. Hoe dan wel, is onduidelijk. Ook hoorden we dat binnen de UU discussie is over deze vorm van declareren. Gekeken wordt wie procentueel het meest gebruik maakt van de dienstauto’s en zo worden de kosten verdeeld. Zo werd in 2017 door Pijpers 98.000 euro gedeclareerd, waarschijnlijk omdat meer collegeleden gebruik maakten van de dienstauto’s. De collegevoorzitter zelf had dat al eens aangekaart omdat het geen afspiegeling zou zijn van zijn daadwerkelijke kosten. Maar omdat deze constructie was goedgekeurd door de accountant, kon dat ook niet eenvoudig veranderd worden. We hadden nog niet alles goed op een rijtje om het genuanceerde verhaal te publiceren.

De student van Vuur vond dat allemaal vragen en antwoorden die niet relevant waren voor de kern van zijn kritiek. Het gaat om een enorm bedrag dat hoger is dan de studieschuld van welke student dan ook. Geld dat je ook aan onderwijs zou kunnen besteden.

Kilometervergoeding
Hij ging daarom naar de Kamerfractie van GroenLinks. Kamerlid Zihni Özdil had meteen zijn mening klaar. “Dit waren de draaideur declaranten van de UU en die moesten hard aangepakt worden”. Zonder uit te zoeken hoe het nu echt zit, stelde hij het aan de orde in de Tweede Kamer. Hoe kan het dat deze voorzitter voor zoveel geld reist terwijl gewone UU’ers een veel mindere kilometervergoeding krijgen, vroeg hij. Bovendien heeft de man al een topsalaris.

Naar aanleiding  van de ophef die dit genereerde, kwam de Vrij Student direct met een ludieke actie. Zij boden de collegevoorzitter een Swapfiets aan.

Nu is het wel duidelijk dat de door de UU gehanteerde constructie om de kosten van de dienstauto te verrekenen via declaraties van het woon-werkverkeer op zijn zachtst gezegd ongelukkig is. Het onderscheid tussen werkritjes  en woon-werkverkeer is diffuus en het zegt weinig over het daadwerkelijke gebruik. Het zijn vaste en niet gedeclareerde kosten.

Dienstauto van deze tijd?
Beter is het te twisten of een dienstauto met chauffeur nog van deze tijd is. De rector kiest bijvoorbeeld principieel voor de trein. De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft eerder gezegd dit wel verantwoord te vinden omdat bestuursleden vaak tot ’s avonds laat moeten werken. Dan moeten ze veilig thuisgebracht worden, vindt hij. Komend jaar verhuist Pijpers naar Utrecht en dan wordt het nog lastiger om het fenomeen dienstauto voor woon-werkverkeer te handhaven. In hoeverre heeft het dan nog zin om chauffeurs in dienst te houden voor die andere ritjes overdag?

Het zijn deze principiële vragen waar het om gaat. Dat is het verhaal dat DUB had willen schrijven. Niet of de collegevoorzitter als persoon teveel heeft gedeclareerd, als je dat niet kunt bewijzen. Deze constructie met dienstauto’s bestaat al vele jaren, waarbij procentueel gekeken wie het meest reist. Maar je mag je best afvragen of je als universiteit de faciliteit en het bedrag vindt passen bij de secundaire arbeidsvoorwaarden. Zo ja, dan moet je niet verder zeuren. Zo nee, dan moet je gepaste maatregelen nemen. Het is aan de minister om duidelijike richtlijnen ge geven en aan de Raad van Toezicht om binnen die richtlijnen de knoop door te hakken.

Advertentie