Onderwijsdemonstraties toen en nu
‘Demonstreren doe je om uiteindelijk aan de onderhandeltafel te komen’

De jaren 60 stonden in geheel Europa bekend om grootse onderwijsprotesten. In 1968 bezetten zo’n zevenhonderd studenten vijf dagen lang het Amsterdamse Maagdenhuis om meer democratisering in het onderwijs te eisen. Sinds de bezuinigingen op het hoger onderwijs vorig jaar werden afgekondigd, zijn er tal van demonstraties geweest. Op 14 november bijvoorbeeld de ‘verboden’ demonstratie in het centrum van Utrecht en op 25 november trok het onderwijsprotest op het Malieveld in Den Haag zeker 20.000 mensen. Daarna volgden onder meer de estafettestaking. Zulke massale onderwijsdemonstraties bleven in de jaren 60 in Nederland uit, hoewel er wel grootschalige marsen tegen overheidsbeleid rondom de Vietnamoorlog of kernwapens waren waaraan veel studenten meededen.
Is de protestmentaliteit van studenten door de jaren heen veranderd? En hoe zit het met de reacties van docenten en het universiteitsbestuur? DUB ging in gesprek met oud-demonstrant René van de Kraats en de voorzitter van studentenvakbond Vidius Luuk Bruijnen. René studeerde Nederlands en Algemene Literatuurwetenschap van 1965 tot 1972 en was jarenlang docent Nederlands aan het Christelijk Gymnasium in de Domstad. Daarna was hij als vakdidacticus talen verbonden aan de Universiteit Utrecht om na zijn pensioen les te gaan geven aan de Károly Universiteit in Boedapest. Luuk Bruijnen is bachelorstudent geschiedenis in Utrecht.
Waar waren jullie op 14 november tijdens het protest in Utrecht?
“Ik was toevallig die week mijn huis aan het opruimen en had net een aantal oude krantenknipsels georganiseerd”, vertelt René. Hij was verrast toen hij op 14 november plots een grote stoet demonstranten door zijn straat hoorde komen die actievoerden tegen de forse bezuinigingen op hoger onderwijs. “Eén van die knipsels was een artikeltje over een studentenprotest uit 1966 waaraan ik had meegedaan.” René was toen lid van de Studenten Vakbeweging (SVB) en de Utrechtse Studenten Faculteiten (USF). “Toen dacht ik: dit moet ik even laten zien!” Hij ging in zijn deurpost staan om het knipsel te laten zien. “Iedereen die passeerde begon te applaudisseren. Sommigen maakten er een opname van en plaatsten het op internet waardoor ik op mijn ouwe dag nog viraal ging”, lacht René.
Luuk, die mede het protest had georganiseerd, vertelt over zijn gevoel van trots toen hij de foto van René in een artikel tegenkwam. “Ik zag het artikeltje met het protest dat door het USF, de voorgangers van Vidius, georganiseerd was. Toen dacht ik: ik heb mijn voorgangers trots gemaakt door die dag door te laten gaan”.

René van de Kraats laat een krantenknipsel zien aan de voorbijtrekkende studenten die op 14 november 2024 demonstreerden in Utrecht tegen de bezuinigingen, foto DUB
Luuk vertelt over de spanning van die dag, doordat het protest kort van tevoren was afgeraden door burgemeester Dijksma. “Wij werden nerveus, want we zagen in mobilisatie-groepsapps nog steeds dat honderden mensen zouden komen. Dat was aardig spannend, want als er zoveel mensen zonder coördinatie bij elkaar zouden komen, kon er zomaar iets misgaan.” Samen met andere verenigingen hadden ze er alles aan gedaan om alles zo goed mogelijk te laten verlopen. Tot op de ochtend van het protest zelf, was het nog een illegale demonstratie. “Ik dacht: het kan maar zo zijn dat de ME komt en ik voor het eerst in mijn leven een stok in mijn nek krijg. Uiteindelijk is het fantastisch verlopen en was het geweldig om te zien dat iedereen er met de juiste overtuiging stond.”
Voor welk doel demonstreerden de SVB en de USF destijds?
René: “We demonstreerden voor de democratisering van het hoger onderwijs. We verzetten ons tegen de bestuurlijke herinrichting van universiteiten waarbij studenten volstrekt geen inspraak hadden”. René was toen hoofdredacteur van Trophonios, een Utrechts studentenblad dat allerlei misstanden aan de universiteit aankaartte. “Als redactielid moest je overal bij zijn, dus was ik bij alle protesten aanwezig. De meest bijzondere actie was de bezetting van de Aula van het Academiegebouw in 1966, waar we pleitten voor meer zeggenschap in het bestuur. In de bomvolle zaal waren de president-curator Graaf Van Lynden van Sandenburg en de secretaris van het bestuur Henk Schamhardt ook aanwezig. Ze reageerden heel vriendelijk op ons. Die bijeenkomst zal ik nooit meer vergeten.” René vertelt dat die acties vrij snel resultaat hadden en dat de democratisering snel toenam. “Helaas is dat in de jaren 90 voor een groot deel weer teruggedraaid.”
De afgelopen jaren waren er vooral protesten tegen de afschaffing van de basisbeurs en later tegen de matige compensatie van de pechgeneratie. Luuk vertelt dat de inspraak van studenten sinds zijn voorzitterschap geen prioriteit is. “Wij demonstreren vooral tegen de bezuinigingen. De langstudeerboete van tafel krijgen was het eerste doel, en nu is de prioriteit om de bezuinigingen tegen te gaan en studies die in gevaar zijn te behouden.”

De pechgeneratie demonstreert. Foto: HOP / Josefine van Enk
Hebben jullie het idee dat de demonstratiementaliteit onder studenten anders is dan vroeger?
Luuk geeft aan dat hij strijdbaarheid mist. “Studenten denken soms: er staan toch al mensen te demonstreren en de overheid doet er toch niks mee”, zegt hij. “Wat misschien een rol speelt”, zegt René, “is dat het individualiseringsproces toen nog veel minder was ingezet. Er waren nog geen mobieltjes en computers, waardoor studenten zich juist door onderlinge ontmoetingen verbonden voelden in hun student-zijn.” Luuk herkent zich wel in wat René zegt. “Wij zijn nu niet echt op zoek naar dat groepsgevoel.”
Toch zegt René dat hij denkt dat het verschil wel mee valt. De onderwijsdemonstraties zijn nu in Nederland grootschaliger dan in zijn tijd. Toen, vooral in 1968, bleef het juist vergeleken met omliggende landen als Frankrijk heel stil. Tegelijkertijd waren er wel enorme demonstraties tegen internationaal beleid, waar je tegenwoordig de studentenstem juist weer wat minder hoort. De demonstratiementaliteit is dus niet zo anders, maar de focus ligt op een andere plek, denkt hij.

Foto: Sacha Bergsma
Wat vinden jullie van de participatie van het College van Bestuur?
Het valt René op dat de waarde van de universiteit in de samenleving anders ligt dan vroeger. “Het moet nu allemaal financieel winstgevend zijn, terwijl in mijn studietijd de universiteit een heilig bolwerk was waar alles bestudeerd moest kunnen worden. Daar schaf je niks af. Dat werd ook vanuit de overheid zo gezien.” Daarom verbaast het hem dat het universiteitsbestuur zich zelden of nooit voor de demonstraties inzet. René vertelt hoe verbazingwekkend hij de bereidheid van het CvB vond om de bezuinigingen door te voeren waarover in Den Haag nog geen definitief besluit genomen is. “Dat betekent dat ze niet fundamenteel protesteren tegen Den Haag, maar het overlaten aan studenten en docenten.”
Wel is René enthousiast over de actiebereidheid van het universiteitspersoneel. “Vroeger deden docenten nooit mee. Er was wel een soort werkgroep van docenten, Wetenschap in Actie, die de studenten steunden. Maar dat was een kleine club. Nu zijn veel meer docenten lid van de vakbond, en gaan ze zelfs mee staken.”

Margot van der Starre deed met collega's Anton Pijpers en Niels Vreeswijk mee aan het fluitconcert van 11 december 2024, foto UU
Waarom moeten mensen demonstreren?
“Als iets in een bestuur niet goed gaat, moet je je als burgers of studenten organiseren en zeggen ‘ho, zo kan het niet’. De weg via het parlement is niet de enige in onze samenleving”, zegt René. “Of het nu het lokale, gemeentelijke of landelijke bestuur is, mensen weten of doen dingen soms gewoon niet goed. En dan moet je in beweging komen.”
René vertelt dat hij elke demonstratie tegen onderwijsbezuinigingen zal toejuichen. “Demonstreren zal nooit voor niets gebeuren. Als ik achter het doel sta, heb je mij aan je kant. Als je namelijk met demonstreren je doel moet bereiken, dan is er iets mis in de samenleving, dan gaat het via de gebruikelijke kanalen niet goed.”
Luuk stemt daarmee in. “Je gaat demonstreren omdat andere methodes niet gewerkt hebben. Je doet het om aandacht te vestigen op een onderwerp en gesprekken tot stand te brengen. Een demonstratie is eigenlijk een uiting van alles wat je daarvoor en daarna aan het doen bent. Na een demonstratie ga je weer verder, het is onderdeel van een groot proces. Uiteindelijk moet je aan de onderhandeltafel komen.”