De UU en haar onderwijs voor professionals
‘Een diploma is tegenwoordig slechts een tussenstop’
Hoe hoog leg jij de lat? Wie kent deze slogan van een onderwijsaanbieder niet? Het is niet de enige instelling die werkenden uitnodigt zich bij of om te scholen. Behalve commerciële aanbieders, geven ook het middelbaar beroepsonderwijs, hogescholen en universiteiten cursussen voor deze groep die kennis wil bijspijkeren of nieuwe kennis wil opdoen. Daar zijn allerlei redenen voor. De één wil zijn kennis op peil houden, de ander wil een stap zetten in zijn carrière, de derde wil meer grip op zijn werk krijgen en een vierde is toe aan een totaal andere baan.
Dat is ook niet vreemd. De wereld verandert in rap tempo. Denk aan de energietransitie of technologische ontwikkelingen zoals kunstmatige intelligentie. Deze ontwikkelingen hebben ook gevolgen voor de arbeidsmarkt. Er verdwijnen banen, nieuwe ontstaan en de inhoud van het werk dat blijft, verandert. Ook probeert de overheid mensen te stimuleren een baan te nemen in een van de tekortsectoren zoals in het onderwijs en de zorg. Ook op maatschappelijk vlak verandert er vanalles. Nederlanders wisselen vaker dan vroeger van baan en moeten langer doorwerken tot de aow-leeftijd is bereikt. De polarisering in de maatschappij groeit, defensie wordt belangrijker door oorlogsdreiging en de vraag naar zorg neemt toe omdat mensen ouder worden.
Om in te spelen op al deze veranderingen, is nieuwe kennis vereist voor zowel werkgevers als -nemers om zo mee te kunnen of willen blijven doen.
Samenwerken met de maatschappij
De Universiteit Utrecht (UU) ziet deze ontwikkelingen ook en is zich de afgelopen jaren naast bachelor- en masterstudenten gaan richten op werkenden. De universiteit wil niet dat de kennis die ze opdoet met onderzoek, blijft hangen binnen de muren van de wetenschappelijke wereld. De politiek wakkerde dit extra aan. Universiteiten kregen naast het doen van onderzoek en het geven van academisch onderwijs een extra opdracht: ze moesten valoriseren. De kennis moest beschikbaar komen voor de samenleving.
Als gevolg hiervan ging de universiteit op zoek naar meer samenwerking met de maatschappij, zowel in het onderwijs als onderzoek. Het onderwijs voor professionals is hier onderdeel van. In 2016 legde de universiteit in haar beleid vast dat er een actueel en aantrekkelijk aanbod moest komen op het gebied van leven lang ontwikkelen – er kwam een speciaal programma voor. In de missie van de UU kwam te staan dat ze “denkers aan doeners wil verbinden zodat nieuwe inzichten worden toegepast” en op haar website schrijft ze “de academische kennis naar de plekken te willen brengen, waar die nodig is”.
In 2018 werd de Utrechtse hoogleraar Maatschappij Gericht Hoger Onderwijs Wieger Bakker benoemd tot Dean Lifelong Learning. Met een toegewijde decaan, werd het belang dat de UU aan het programma hecht zichtbaar, zei toenmalig rector Kummeling. Bakker kreeg onder meer de opdracht mee om het bestaande aanbod uit te breiden tot een breder en meer gedifferentieerd cursusaanbod. Dat moest bovendien een relatie hebben met het onderzoek en zijn afgestemd op de arbeidsmarkt en professionals.
Het onderwijs voor professionals staat anno 2025 even prominent onder het kopje onderwijsaanbod op de website van de UU als dat van de bachelors en masters. De UU biedt op dit moment ruim 250 leergangen aan afkomstig van alle zeven faculteiten. Deze variëren van masterclasses, kort- en langlopende cursussen en aanschuifonderwijs waarbij professionals samen met studenten in de collegebanken zitten, tot hele masteropleidingen. De meeste worden tijdens het academische jaar gegeven, maar ook een aantal cursussen van Utrecht Summer School valt onder onderwijs voor professionals. Ook verzorgt de universiteit op aanvraag ontwikkelde cursussen die vaak niet altijd zichtbaar zijn in het aanbod. De bètafaculteit geeft bijvoorbeeld veel in company trainingen.
“We willen onze kennis in de volle breedte aanbieden ten behoeve van de maatschappij”, zegt Bakker. “We willen niet alleen de toekomstige generatie professionals van de meest actuele kennis en expertise voorzien maar ook de huidige. Ook willen we onze studenten voorbereiden op een leven lang leren, want een diploma is tegenwoordig slechts een tussenstop.”
Bakker zegt dat de universiteit het als haar maatschappelijke taak ziet om onderwijs aan te bieden aan professionals, want het is geen verplichting van de overheid. Een verschil met commerciële aanbieders is dat de universiteit actuele wetenschappelijke kennis doorgeeft. “Wij zitten er met ons onderzoek bovenop en willen dat onze kennis bijdraagt aan het leefbaar houden van onze samenleving.”
Wieger Bakker. Foto: Ivar Pel
Ook voor niet-academisch geschoolden
De UU mikt met haar scholingsaanbod op professionals die werken op hbo-plus niveau, een niveau, zegt Bakker, dat ook opgedaan mag zijn in de praktijk. “Iedereen kan in zijn werk behoefte hebben aan actuele expertise en ondersteuning bij de toepassing daarvan op vraagstukken waar zij aan werken. Wij willen onze kennis en expertise zo voor een bredere doelgroep toegankelijk maken.”
Ouderwetse tentamens of het schrijven van een paper hoeven de meeste cursisten niet te maken. “Behalve voor onze masteropleidingen, vindt de toetsing veelal plaats in de praktijk. Cursisten moeten bijvoorbeeld met prakijkvoorbeelden komen waarin ze laten zien hoe ze opgedane kennis toepassen. Of ze moeten voorbeelden die de docent aandraagt analyseren.”
Wie een cursus of leertraject afrondt, krijgt een certificaat. Voor een aantal cursussen krijgen cursisten een microcredential. Deze onderscheidt zich van een certificaat omdat cursisten de cursus afronden met een toets waarvoor ze een voldoende moeten halen. Voor een masteropleiding krijgen cursisten een volwaardig diploma. De masteropleidingen voor professionals voldoen aan alle wettelijke eisen.
Niet vrijblijvend
Bakker weet dat het maatschappelijke nut van een leven lang ontwikkelen inmiddels breed gedragen wordt binnen de universiteit. Toch heeft nog niet elke opleiding evenveel cursussen ontwikkeld. “Opleidingen die van oudsher al onderwijs verzorgen voor mensen uit de beroepspraktijk zoals juristen, medische beroepen, de wereld van bestuur en beleid en voor leraren van het basis- en middelbaar onderwijs, lopen wat dat betreft voorop en hebben een groter aanbod.”
Docenten ervaren met name twee obstakels, hoort Bakker. Zo vinden ze het niet altijd gemakkelijk om een cursus op te zetten waar de professional op zit te wachten. “De meeste docenten zijn van nature geen ondernemer wat het soms moeilijk maakt een cursus te bedenken. Daar kunnen ze wel ondersteuning bij krijgen.”
Het tweede waar docenten tegenaan lopen, is dat ze het idee hebben het naast hun andere werkzaamheden te moeten doen, zonder dat ze daar tijd voor krijgen. “Universiteitsbreed is dit helaas nog niet goed geregeld. Sommige docenten zien deze taak als iets wat ze erbovenop moet doen, maar het ontwikkelen en geven van onderwijs voor professionals is niet iets vrijblijvends. Het is inmiddels een officiële taak voor elke docent waar hij uren voor moet krijgen.”
Bakker heeft in de afgelopen jaren het aantal cursussen zien groeien en hoopt dat meer docenten enthousiast worden om onderwijs aan professionals te geven als ze de voordelen ervan leren kennen. “Als docent breng je niet alleen kennis over, maar doe je ook kennis op. In een cursus zitten vaak mensen met verschillende achtergronden en beroepen die hun praktijkervaring met elkaar delen. Dat is waardevol. Niet alleen ziet de docent hoe kennis wordt toegepast, ze pikken er ook praktijkvoorbeelden uit die ze kunnen gebruiken tijdens colleges aan studenten. Ook kunnen ze door de contacten bijvoorbeeld stageplekken regelen voor hun studenten. En ze doen er ook ideeën op voor hun lopend of nieuw onderzoek.”
Persoonlijk ontwikkelingsbudget
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de laatste jaren veel aandacht voor een leven lang ontwikkelen (LLO). Uit beleidsbrieven blijkt dat het ministerie bij- en omscholing noodzakelijk acht door de snel op elkaar volgende ontwikkelingen van de laatste decennia en de krapte op de arbeidsmarkt. De overheid heeft verschillende subsidies beschikbaar gesteld aan onderwijsinstellingen zoals de LLO-katalysator waar miljoenen in omgaan. Zo heeft het consortium bestaande uit de UU, het ROC Midden Nederland, de Hogeschool Utrecht en de bedrijven Bloemendal Bouw, Stedin en Van Dorp en de Technologieraad Utrecht en ROM Utrecht region, enkele miljoenen gekregen om samen cursussen op het gebied van de energie- en grondstoffentransitie te ontwikkelen.
De Sociaal Economische Raad is al jaren een voorvechter voor leven lang ontwikkelen. Voorzitter Kim Putters zei dit voorjaar tijdens het symposium Ongekend Talent dat “iedere burger volwaardig mee moet kunnen doen in een samenleving die steeds sneller verandert”. Hij vindt dat elke burger leerrechten moet krijgen of een persoonlijk ontwikkelbudget om cursussen voor bij- en omscholing van te kunnen betalen, want goedkoop zijn cursussen ook bij de UU niet (zie kader). Als de werkgever niet (mee)betaalt, moeten cursisten die zelf betalen. Nadat de belastingaftrek voor scholing werd afgeschaft, kwam het Stap-budget van 1000 euro per jaar. Maar ook die bestaat sind 2024 niet meer.
Volgens Bakker zal onderwijs voor professionals een onderdeel van de universiteit blijven. Het doel is dat dit type onderwijs in 2026 volledig geïntegreerd is in het werk van de Universiteit Utrecht. En over 10 jaar, zegt hij, moet het in de haarvaten van de universiteit zitten. Bang dat het programma verdwijnt door de bezuinigen van de overheid op het hoger onderwijs is hij niet. Dit omdat volgens Bakker het onderwijs voor professonials een onlosmakelijk deel van de universiteit is geworden.”
Persoonlijk ontwikkelingsbudget
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de laatste jaren veel aandacht voor een leven lang ontwikkelen (LLO). Uit beleidsbrieven blijkt dat het ministerie bij- en omscholing noodzakelijk acht door de snel op elkaar volgende ontwikkelingen van de laatste decennia en de krapte op de arbeidsmarkt. OCW heeft verschillende subsidies beschikbaar gesteld aan onderwijsinstellingen zoals de LLO-katalysator waar miljoenen inzitten. Zo heeft de UU vorig jaar september samen met het ROC-Midden Nederland en de Hogeschool Utrecht, 4 miljoen gekregen om samen cursussen op het gebied van de energie- en grondstoffentransitie te ontwikkelen voor de bedrijven Bloemendal Bouw, Stedin en Van Dorp.
De Sociaal Economische Raad is al jaren een voorvechter voor leven lang ontwikkelen. Voorzitter Kim Putters zei dit voorjaar tijdens het symposium Ongekend Talent dat “iedere burger volwaardig mee moet kunnen doen in een samenleving die steeds sneller verandert”. Hij vindt dat elke burger leerrechten moet krijgen of een persoonlijk ontwikkelbudget om cursussen voor bij- en omscholing van te kunnen betalen, want goedkoop zijn cursussen ook bij de UU niet (zie kader). Als de werkgever niet (mee)betaalt, moeten cursisten die zelf betalen. Nadat de belastingaftrek voor scholing werd afgeschaft, kwam het Stap-budget van 1000 euro per jaar. Maar ook die bestaat sind 2024 niet meer.
Volgens Bakker zal onderwijs voor professionals een onderdeel van de universiteit blijven. Het doel is dat dit type onderwijs in 2026 volledig geïntegreerd is in het werk van de Universiteit Utrecht. En over 10 jaar, zegt hij, moet het in de haarvaten van de universiteit zitten. Bang dat het programma te lijden krijgt onder de bezuinigen op het hoger onderwijs van de overheid is hij niet. Hij verwijst naar de uitspraak van voormalig rector Henk Kummeling: “Onderwijs voor professionals is geen wormvormig aanhangel dat bij bezuinigingen als eerste sneuvelt”.
Wie betaalt het onderwijs aan professionals?
Onderwijs voor professionals is een private activiteit. De financiering die de UU van de overheid krijgt, mag hiervoor niet worden gebruikt. Vandaar dat een cursus van een paar dagdelen al gauw 1000 euro kost. De UU moet minstens de kostprijs rekenen voor alle uren die aan dit onderwijs worden besteed. Wieger Bakker: “We benutten deze cursussen niet als een manier om extra inkomsten te generen. Eventuele winst die we maken, gebruiken voor de ontwikkeling van nieuwe cursussen. Onderwijs voor professionals zou in de toekomst wel een extra inkomstenbron kunnen zijn voor de hele universiteit. Dat zou mooi zijn - zeker als de financiering van het rijk terugloopt.”
In samenwerking met het programma Onderwijs voor Professionals van de Universiteit Utrecht heeft DUB het themamagazine Lang zullen we leren! gemaakt, dat in verschillende gebouwen te vinden is. Het magazine gaat in november ook mee met Illuster, het blad van alumni. Alle verhalen uit het magazine staan ook online en de komende twee maanden zullen we een aantal van deze verhalen uitlichten op onze website. Ook zullen er de komende weken nog een paar extra verhalen over onderwijs voor professionals uitsluitend online worden gepubliceerd. Alle verhalen zijn via deze link te vinden..
Reacties
We stellen prijs op relevante en respectvolle reacties. Reageren op DUB kan door in te loggen op de site. Dat kan door een DUB-account aan te maken of met je Solis-ID. Reacties die niet voldoen aan onze spelregels worden verwijderd. Lees eerst ons reactiebeleid voordat u reageert.