Financiële rugwind voor de UU
Aan het einde van dit jaar houdt de Universiteit Utrecht naar verwachting 8,8 miljoen euro over op de begroting. Een bedrag van bijna 7 miljoen kan opnieuw worden besteed. Een groot deel daarvan zal worden doorgegeven aan de faculteiten. In het calamiteitenpotje blijft minimaal 10 miljoen euro zitten.
Het goede nieuws kwam naar voren bij de bespreking van de cijfers over het tweede kwartaal (Q2) in de financiële commissie van de Universiteitsraad. De universiteit staat er naar omstandigheden goed voor. “Maar we houden er rekening mee dat lopende het jaar nog van alles kan gebeuren. De grote verschuivingen komen meestal in het vierde kwartaal als projecten financieel worden afgerond.” Hans Amman, de financiële man van het college van bestuur, probeert de faculteiten al jaren te bewegen om de financiële afronding meteen te laten volgen op de afloop van projecten. “Maar dat is een hardnekkig probleem aan deze universiteit; de afrekeningen worden vaak pas op het einde van het jaar gegeven.”
Miljoenen
Toch kon Amman al zeggen dat er aan het einde van het jaar miljoenen over zijn. In de Q2 stukken wordt het bedrag van 6,8 miljoen genoemd dat opnieuw besteed kan worden. Een deel van dat geld komt van het Ministerie van Onderwijs; de UU krijgt 2,5 miljoen als prijscompensatie. Daarnaast is de risicomarge verlaagd, zijn er kosten bespaard op overhead en lopen de huisvestingslasten terug. Verrassend is de onverwachte toename in de tweede en derde geldstroom.
De faculteiten Sociale Wetenschappen, Diergeneeskunde en met name Geowetenschappen doen het op dit vlak bovenverwachting goed. “Geowetenschappen heeft veel rugwind. In haar domein zit op dit moment nogal wat geld. De faculteit heeft er hard aan getrokken door op bijvoorbeeld het onderzoekterrein duurzaamheid het een en ander te kapitaliseren.”
Nog meer miljoenen
Ook verwacht Amman dat er bovenop de 6,8 miljoen nog extra geld vrijkomt door de bezuinigingen op huisvesting. “We beginnen de huisvestingslasten eindelijk een beetje in de klauwen te krijgen.” Mochten er nog meer meevallers zijn, dan worden daarvan eerst de leningen op de bank afgelost zoals jaren geleden met de Universiteitsraad is afgesproken.
De risicomarge, het geld dat de universiteit reserveert voor onvoorziene kosten, blijft staan op 10 miljoen. Over de hoogte van dit bedrag is al jaren discussie, maar Amman vindt 10 miljoen het absolute minimum. “Het bedrag is wel eens lager geweest, maar dat vond ik toch echt een onprettig gevoel.”
Pittige discussies
Hoe de extra miljoenen verdeeld gaan worden, is nog niet duidelijk. Daar moeten nog afspraken over worden gemaakt. De 2,5 miljoen prijscompensatie, zo belooft Amman, komt in zijn geheel ten goede aan de faculteiten, de diensten krijgen hier niets van. “En misschien vloeit er nog wel meer geld naar de faculteiten, alleen moet ik dat nog even goed uitrekenen.”
Discussie zal er zeker komen. Vooral omdat de meeste miljoenen zijn opgebracht door de financieel gezondste faculteiten. Komt er een verdeelmodel naar rato, mogen de gezonde faculteiten het extraatje in een spaarpot stoppen wat nu niet mogelijk is, of worden de meest armlastige faculteiten extra gecompenseerd. Daarnaast spelen natuurlijk nog de veranderingen binnen de Bètafaculteit en de overname van Bètagroepen door de faculteit Geowetenschappen wat grote financiële gevolgen heeft. In de komende weken moet daar meer duidelijkheid over komen.