Drie UU-wetenschappers over gedragsverandering

Helpen individuele acties de klimaatopwarming tegengaan?

kantelpunt Foto: 123rf
Foto: 123rf

Het jaarthema van de Universiteit Utrecht is de gezonde planeet. Dat betekent dat er extra aandacht is voor duurzaamheid, gezondheid en klimaatverandering. In hoeverre dit een positief effect heeft op de medewerkers en studenten is niet gemeten, maar uit onderzoek van Ipsos waar de Volkskrant een artikel over heeft geschreven, blijkt dat Nederlandse jongeren de urgentie van het klimaatprobleem minder voelen dan voorheen, en dat hun CO₂-uitstoot is toegenomen ten opzichte van vorig jaar .Het frustreert degenen die hun gedrag wel hebben aangepast, hoort DUB regelmatig. En dat kan demotiverend werken. Heeft het dus nog zin om zelf vlees te laten staan en vliegen in de ban te doen?

Eerst is er een verandering in houding en pas veel later volgt de gedragsverandering

Een minderheid kan zeker een sociaal kantelpunt teweegbrengen, zegt Madelijn Strick. Zij is universitair hoofddocent aan de faculteit Sociale Wetenschappen en doet onderzoek naar sociale beïnvloeding, communicatie en gedragsverandering. Ook voor haar zijn de zorgen van studenten herkenbaar. “Mensen willen hun gedrag verbeteren, maar zien om zich heen dat niemand anders meedoet. Dan ga je je afvragen hoeveel zin het eigenlijk heeft.” Toch is volgens haar niet alle verandering direct zichtbaar. “Er gebeurt mentaal veel meer dan je aan de oppervlakte ziet. Zelfs mensen die nog veel vlees eten, willen vaak wel minderen.” 

Volgens Strick verloopt maatschappelijke verandering vaak in fases: “Eerst is er een verandering in houding en pas veel later volgt de gedragsverandering”. Ze benadrukt dat eerlijk zijn over het feit dat je het moeilijk vindt je gedrag te veranderen, anderen juist kan aanzetten om met jou mee te doen. “Neem vlees eten. Mensen denken vaak: ik deel mijn voornemen pas als ik volgend jaar echt gestopt ben. Maar juist het delen in een vroeg stadium is belangrijk. Het is inspirerend om te horen dat iemand moeite doet om te veranderen, en als het soms niet lukt, maakt dat het juist menselijker. Dan kun je met je vrienden naar oplossingen zoeken en zo zelfs ook het gedrag van je vrienden beïnvloeden.”

Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn: vertel je vrienden dat je probeert om geen vlees meer te eten, en zij laten de hamburger voortaan ook staan. Maar is dat genoeg om een kantelpunt te creëren? Strick: “Ik zou zelf ook willen dat de overheid grotere stappen zette om de industrie aan banden te leggen, maar ook zij reageren op sociale veranderingen. Hoe je het ook wendt of keert: je moet je samen organiseren als je iets gedaan wilt krijgen. En daarvoor helpt het om open te zijn over je eigen morele overwegingen.” 

Volgens haar hebben consumenten bovendien meer invloed dan ze vaak denken. “Doordat mensen de laatste tijd minder vluchten naar Amerika boeken, zie je dat het aantal aangeboden vluchten afneemt. Het aanbod volgt de vraag. Ook politieke partijen houden voortdurend rekening met het consumentengedrag van hun kiezers.

Spelen is een hele goede manier om iets te leren, omdat het een bron van plezier is

 De Power Saver game, gemaakt door Dirk Jan Fijnheer

 De Power Saver game, gemaakt door Jan Dirk Fijnheer

Iemand die mensen actief een meer duurzame houding probeert aan te leren, is Jan Dirk Fijnheer. Voor zijn promotieonderzoek ontwikkelde hij de Powersaver Game, een spel dat huishoudens helpt om energie te besparen.

Het werkt als volgt: elk huishouden krijgt een maand lang dagelijks opdrachten, zoals wassen op 30 graden of het sluiten van tussendeuren. Je maakt progressie in de game op basis van je energiebesparing, die wordt gemeten via de slimme meter in huis. De resultaten zijn indrukwekkend: huishoudens die de Powersaver Game spelen, verbruiken gemiddeld 30 procent minder energie dan huishoudens met alleen een energie-app. 

Fijnheer legt uit waarom deze vorm van ‘gamification’ zo effectief is voor gedragsverandering: “Spelen is een hele goede manier om iets te leren, omdat het een bron van plezier is. Kijk maar naar kinderen of dieren. Bovendien duurt het gemiddeld 21 tot zestig dagen voordat nieuw gedrag echt beklijft. Mensen met alleen een energie-app haken vaak eerder af. De Powersaver Game is leuk, waardoor je gemotiveerd blijft om door te gaan.” 

Daarnaast vraagt gedragsverandering vaak om het opgeven van comfort, en dat vinden mensen lastig. Het spelelement maakt dat makkelijker. Daarnaast zijn we volgens Fijnheer ook beter in staat om ons aan te passen dan we denken: “Honderd jaar geleden verwarmde een huishouden zich met één klein kacheltje. Dus of de thermostaat nu op 20 of 18 graden staat: het is maar net wat je gewend bent. We zeggen nu vaak dat we energie ‘besparen’, maar je kunt ook zeggen dat we gewoon minder verspillen.”

Met behulp van een hulpmiddel zoals de Powersaver Game kan zelfs een minderheid al impact hebben. Zo noemt Fijnheer het voorbeeld van netcongestie die kan worden opgelost als mensen minder energie verbruiken: “Als slechts 15 procent van huishoudens in een wijk de Powersaver Game speelt waardoor energie wordt bespaard, kan dat probleem al opgelost worden.” Fijnheer is geen voorstander van verplichte maatregelen: “Er moet intrinsieke motivatie zijn. Technische oplossingen zijn waardevol, maar uiteindelijk moet ook het gedrag veranderen.”

Als je echt iets wilt veranderen, kun je gewoon googelen hoe je dat het beste kan doen

De Sort it out! Game, bedacht door Claudia Stuckrath Alvarado

De Sort it out! Game, bedacht door Claudia Stuckrath Alvarado

Claudia Stuckrath Alvarado houdt zich bezig met duurzaamheid. Ooit werkte ze als bouwkundige in Chili, waar ze meewerkte aan het bouwkundig ontwerp van kolencentrales. Maar langzaam begon ze te twijfelen aan de zin van haar werk. “Op een dag liep ik de bouwplaats af met kolenstof in mijn oren. Toen wist ik: dit moet anders.”  Ze besloot haar koers te wijzigen en begon aan de master Sustainable Business & Innovation aan de UU. “Ik ben geen activist, maar bouwkundige. Ik geloof in praktische oplossingen.”

Nu is ze promovendus aan het Copernicus Instituut, en is betrokken bij het Centre for Living Labs: omgevingen waarin innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen worden ontwikkeld en getest. Hoewel ze aan projecten werkt die haar door de hele universiteit brengen, ontdekte ze iets opmerkelijks vlak bij haar eigen werkplek.:
 “Toen ik hier begon, viel me op dat het afval buiten mijn kantoor niet goed werd gesorteerd. Niet af en toe, maar structureel.” Samen met haar promotor ging ze op onderzoek uit. “We ontdekten dat 50 procent van het afval verkeerd werd weggegooid.” Ironisch genoeg gebeurt dit bij de afdeling Circulaire Economie van het Copernicus Instituut. Als iemand zou moeten weten hoe belangrijk recyclen is, zijn zij het wel, zegt ze. "Maar als zelfs zij het niet goed doen, hoe kunnen we dan verwachten dat anderen het wel doen?”

Volgens Alvarado kan een minderheid niet alleen een positief maar ook een negatief kantelpunt veroorzaken. Ze legt uit dat afvalverwerkers handmatig controleren of afval correct is gescheiden. Als te veel afval in de verkeerde bak zit, wordt de hele partij verbrand en is ieders inspanning voor niets geweest.

Om dat tegen te gaan, bedacht ze een spelelement: verschillende afdelingen moesten nepafval sorteren en haar een foto sturen om punten te scoren. “Hierdoor zijn er op het werk interessante gesprekken begonnen over het probleem rond het ontstaan van afval.” Volgens haar ligt het probleem bij de complexiteit van het recyclingsysteem. “In Nederland heeft elke instelling een ander bedrijf dat het afval verwerkt. Zelfs de hogeschool en de universiteit op het Science Park werken met verschillende partijen, die elk andere regels hanteren. Dat is verwarrend.” 

Toch vindt ze niet dat gebrek aan kennis het grootste obstakel is voor duurzaam gedrag. “Als je echt iets wilt veranderen, kun je gewoon googelen hoe het moet. Het probleem is eerder dat mensen het niet belangrijk vinden of dat ze zien dat anderen het ook niet doen.” Zelf merkte ze dit sterk na haar komst naar Nederland: “In Chili eten we veel vlees. Dat doe ik nu veel minder door groepsdruk en doordat er hier meer alternatieven zijn.” Toch is ze terughoudend als het gaat om het afdwingen van duurzaam gedrag. “Je moet oppassen dat het niet te veel inbreuk maakt op het privéleven. Ik heb nooit een auto gehad, maar ik had het geluk altijd dicht bij mijn werk te wonen. Dat wordt anders als je partner verder weg werkt.”

Dit is het derde artikel in de reeks van het DUB-project waarin lezers gevraagd werd van welke van de drie voorgelegde onderwerpen zij meer verdiepende artikelen zouden willen lezen. De meerderheid van de lezers wilde weten wat je als individu kan doen om de planeet te redden. Ze vroegen zich af hoe groot de individuele verantwoordelijkheid is, in hoeverre je bepaalde maatregelen kan opleggen en welke rol overheden of de universiteit daarin speelt.
Alle andere artikelen kan je hier vinden.

Advertentie