Internationale afgestudeerden die permanent in Nederland blijven:

‘Het is een fijn land om in te wonen, maar je moet hard vechten om het hier te maken’

After five years. Photo: courtesy of the owner
Foto's zijn afkomstig van de geïnterviewden

Gemiddeld zijn er vijf jaar na het afstuderen nog zo’n 24 procent van de internationale alumni in Nederland. Dat staat in het laatste rapport van Nuffic hierover, dat in december 2023 werd gepubliceerd. Ze hebben vele redenen om te blijven – van de balans tussen werk en privé tot het omarmen van Nederlandse culturele waarden als directheid en indivdualisme (zie kader hieronder). DUB sprak met vier mensen die besloten na het behalen van hun diploma in Nederland te blijven. 


 

Het is echt een misverstand dat het makkelijk is om een baan te vinden

Lina. Photo: courtesy of the owner

Lina Marcussen uit Zweden verhuisde in 2019 naar Nederland om de master Social Policy & Public Health aan de UU te doen. Ze deed dat omdat ze  op uitwisseling in Zuid-Afrika haar Nederlandse vriend ontmoette. 

Ze koos expres een masteropleiding met een stageperiode, zodat ze een voet tussen de deur zou krijgen van de Nederlandse arbeidsmarkt. “Helaas had het bedrijf geen vacatures aan het eind van mijn stage, dus konden ze me niet aannemen.” Een baan vinden zonder enig netwerk en zonder de taal vloeiend te spreken was “best moeilijk”, zegt ze. “Het verschilt per baan natuurlijk, maar het is echt een misverstand dat het makkelijk is om hier een baan te vinden waarvoor je geen Nederlands hoeft te spreken; maar weinig werkgevers nemen je dan aan.” Geen wonder dat de meeste van haar internationale vrienden het land inmiddels hebben verlaten. “Van de 30 internationals in mijn klas zijn er nog maar twee anderen hier gebleven. De rest kon geen baan vinden.” Volgens Nuffic verlaat meer dan 50 procent van de afgestudeerde internationals Nederland omdat ze geen baan kunnen vinden. 

Om haar kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, volgde Marcussen een eenjarige cursus Nederlands. Die werd aangeboden door de gemeente Amsterdam, waar ze destijds woonde. Ze oefende ook veel met haar partner en zijn familie. Uiteindelijk vond ze een baan in de marketing, en later wist ze over te stappen naar het werkveld waar haar hart ligt: startups. Tegenwoordig werkt Marcussen als startupscout bij UtrechtInc. “Ik zou mensen aanraden hier te blijven, maar het kost wel moeite,” concludeert ze. 

Ze is inmiddels getrouwd en heeft een kind. Ze heeft geen plannen om terug te keren naar Zweden – in ieder geval voorlopig. “Misschien ooit.”


 

Sorry, we kunnen je niet aannemen

Matthew. Photo: courtesy of the owner

Voor afgestudeerden die oorspronkelijk uit landen buiten de Europese Economische Regio (EER) komen, is het banenaanbod nog kleiner. “Het duurde even om iemand te overtuigen die extra moeite te nemen om mij als student aan te nemen,” zegt Matthew Tan uit Maleisië. Hij kwam in 2015 naar Nederland als student aan University College Utrecht en studeerde vervolgens Geneeskunde aan de UU. “Er waren part-time banen die ik graag wilde hebben, maar ik kon ze niet krijgen. Ik hoorde telkens ‘Sorry, we kunnen je niet aanemen.’ Dat kan echt wel vervelend worden. Je past niet echt in het systeem.” Uiteindelijk loonde het doorzettingsvermogen: Tan vond een baan als onderwijsassistent bij het vak Global Health bij Geneeskunde. 

Voor alumni van buiten de EER zijn er na het afstuderen  nog meer drempels als ze een baan in Nederland willen zoeken. Deze alumni kunnen zich aanmelden voor een extra jaar in Nederland (het zogeheten Zoekjaar); in die tijd mogen ze overal werken. Dit visum kan echter niet vernieuwd worden. Aan het eind van dat jaar kunnen ze alleen in Nederland blijven als een bedrijf een kennismigrantenvisum voor de afgestudeerde aanvraagt. Maar er is wel een addertje onder het gras: de meeste bedrijven mogen dit niet aanvragen. Ze moeten eerst een vergunning hebben om buitenlanders in dienst te mogen nemen– een dure procedure, tenzij het bedrijf regelmatig mensen van buiten de EER inhuurt. Zo vallen veel getalenteerde buitenlanders tussen wal en schip. Volgens Nuffic verlaten 6 van de 10 niet-EER alumni Nederland omdat ze geen visum kunnen krijgen. 

Tan werkte hard aan zijn Nederlandse taalvaardigheid. Voor hem was het moeilijkste om blootgesteld te worden aan Nederlands. “Op UCU spreekt iedereen Engels, en lessen Nederlands zijn erg duur,” legt hij uit. De oplossing: naar België gaan, waar cursussen Vlaams gesubsidieerd zijn. Tegen de tijd dat hij zich aanmeldde voor Geneeskunde, was zijn Nederlands goed genoeg om hem door het aanmeldproces te loodsen. Maar, zegt hij, "de studie in het Nederlands doen was als studeren met een handicap. In het begin begreep ik niet alles wat er gezegd werd.” De Covid-19 pandemie, die begon aan het eind van zijn tweede jaar, werkte in Tans voordeel. “Alle lessen werden opgenomen, dus kon ik op mijn eigen tempo studeren, en sommige lessen terugkijken.”

Nu heeft Tan inmiddels lang genoeg in Nederland gewoond om een permanente verblijfsvergunning te krijgen, wat betekent dat hij dezelfde rechten heeft op de arbeidsmarkt als Nederlanders. Zijn vriendin is Nederlands, en hij voelt zich een onderdeel van de familie. Hij denkt niet dat hij terug zal verhuizen naar Maleisië – of waar dan ook. Voor zijn carrière zou dat ook niet logisch zijn. “Ik denk dat ik mijn gehele werkende leven in Nederland zal blijven. Ik bouw hier pensioen op!”


 

Soms voel ik me erg alleen in dit land

Juhi. Photo: courtesy of the owner

Zelfs als niet-EER alumni wel een bedrijf vinden die een kennismigrantenvisum willen aanvragen, hangt hun hele verblijf nog af van hun baan. Als hun contract niet wordt verlengd en de international kan niet op tijd een ander bedrijf vinden dat de visum wil aanvragen, moeten ze binnen enkele weken Nederland verlaten. Dat zorgde bij Juhi Nagori voor veel stress. 

Nagori komt uit India maar groeide op in Kenia. Ze verhuisde twaalf jaar geleden naar Nederland om aan UCU te studeren. Ze deed daarna een master in Meteorology & Air Quality aan de Wageningen University, en een PhD aan de UU, die ze niet afrondde. De noodzaak dat ze om te blijven een kennismigrantenvisum nodig heeft, gaf haar een gevoel van instabiliteit en zorgde voor veel stress. “Ik dacht vaak: ‘als ik iets verkeerd doe, als ik een deadline mis, dan moet ik alles achterlaten.”’ Nagori heeft nu een verblijfsvergunning, maar het kostte haar zeven jaar voordat ze daarvoor in aanmerking kwam. “Zeven jaar liep ik rond met het idee dat ik elk moment weggestuurd zou kunnen worden.”

Bovenop de stress van de visumprocedures noemt Nagori eenzaamheid als een factor die internationale graduates het land uit pusht. “Soms voel ik me erg alleen in dit land. Toen ik de veilige campus van UCU verliet, verbaasde het me echt hoe moeilijk het was om Nederlanders te leren kennen.”

Bovendien merkt Nagori op dat de meeste internationals op enig moment weggaan, wat betekent dat de mensen die wel blijven constant moeten proberen nieuwe vriendschappen te sluiten. Eenzaamheid raakte haar vooral tijdens corona, toen ze geen familie of levenslange vrienden om zich heen had. Toch heeft ze het voor elkaar gekregen om wat “geweldige mensen” te leren kennen die ze “in haar leven wil houden”. Een daarvan is haar Nederlandse partner. 

De taal blijft een uitdaging voor haar. “Ik denk dat mijn Nederlands goed genoeg is voor op het werk, maar soms worstel ik een beetje met socializen.” Om haar leerproces een boost te geven, nam Nagori privéles en na haar PhD solliciteerde ze alleen op Nederlandstalige banen. “Ik werkte een jaar lang volledig in het Nederlands, en daardoor moest ik wel Nederlands spreken.” Ze werkt momenteel als Climate Risk Modeler bij Royal HaskoningDHV, waarbij ze datasets creëert over de risico’s van klimaatbedreigingen – een tweetalige baan. 

Nagori vindt het niet moeilijk om zich een leven op een andere plek voor te stellen, maar daadwerkelijk ergens anders heen verhuizen is andere koek. “Ik kan mezelf overal wel zien wonen, maar ik heb geen zin om die moeite te doen. Het is veel werk.” De kans is groot dat ze nog veel jaren in Nederland blijft wonen. 


Als ze iets niet leuk vinden, zullen ze het je vertellen

Kegan. Photo: courtesy of the owner

Kegan Sweetnam komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika, maar groeide op in Groont-Brittannië en België. Bij haar verliep alles soepel en daarmee een beetje de uitzondering. Na haar afstuderen aan UCU in 2013, deed ze een tussenjaar om werkervaring op te bouwen. Ze wilde eigenlijk de master in Criminal Law gaan doen, maar besloot uiteindelijk niet meer verder te studeren. Ze werd aangenomen bij een Japans automatiseringsbedrijf als juridisch medewerker, en werd een jaar later gevraagd als Project Management Officer op de IT-afdeling. Ze had destijds geen visumproblemen dankzij een Brits paspoort. “Het werd pas een beetje vervelend na de Brexit,” zegt ze. Tegenwoordig werkt ze bij een Nederlands consultancybedrijf dat offshore wind- en zonne-energieparken bouwt. “Ik voel me erg geaccepteerd, zelfs gewild, als international,” zegt ze. Volgens Nuffic is Sweetnams verhaal bijzonder omdat in de regel internationale alumni met een masterdiploma een grotere kans hebben om een baan te vinden op de arbeidsmarkt dan studenten met alleen een bacheloropleiding.

Nederlands leren was ook niet moeilijk voor haar. Sweetnam heeft de middelbare school gedaan in België, waar ze Duits als tweede taal deed, en haar moeder spreekt Afrikaans. “Het lijkt veel op elkaar.” Daarom volgde ze nooit lessen Nederlands. “Ik leer het beste als ik gewoon in het diepe word gegooid,” legt ze uit. En dat gebeurde toen ze een relatie kreeg met een Nederlandse man wiens familie geen Engels spreekt. Ze zijn nu getrouwd en hebben een kind. 

Sweetnam kan zich niet meer voostellen dat ze ergens anders zou wonen. “Ik houd ervan om met verschillende culturen te werken, maar ik identificeer me het meest met deze cultuur. Hier voel ik me het meest thuis.” 

Waarom blijven internationale alumni in Nederland?
Er zijn veel factoren die bepalen of een internationale student besluit in Nederland te blijven na de opleding. Zo scoren met name de balans werk-privébalans en kwaliteit van leven met 80 procent heel hoog in het onderzoek van Nuffic. Daarmee bedoelen de internationale graduates dat hier niet verwacht wordt dat je heel veel overuren maakt, dat er voldoende vakantiedagen zijn en dat er speciale voorzieningen worden geboden zoals ouderschapsverlof.  Een relatie hebben helpt ook. Alle vier alumni die we spraken hebben relaties met Nederlanders. In het onderzoek van Nuffic zegt 55 procent van de blijvers geeft aan dat een partner in Nederland hebben een extreem belangrijk aandeel had in hun beslissing om te blijven. 

Culturele waarden als directheid en individualisme spelen ook een rol. “Ik hou van de vrijheid die ik hier heb om te zijn wat ik wil zijn en te doen wat ik wil doen. De cultuur waar ik vandaan kom is wat conservatiever,” zegt Nagori. “Ik ben uitzonderlijk direct voor een Maleisiër. Ik vind het geweldig dat ik dat hier gewoon kan zijn,” zegt Tan. “Nederlanders zijn erg to the point. Als ze iets niet leuk vinden, zeggen ze dat gewoon. In Engeland doet iedereen opzichtig beleefd en praten ze om de dingen heen,” voegt Sweetnam toe. 

Advertentie