Kippenonderzoek op het Utrecht Science Park
‘Het is een soort Big Brother voor kippen’
Toen de Universiteit Utrecht dit voorjaar een vergunning aanvroeg om een stal te bouwen bij onderwijsboerderij de Tolakker voor maximaal 2925 kippen, leidde dat tot vragen van de Partij voor de Dieren. De Utrechtse Vegan Student Association startte een petitie om te zorgen dat de vergunning niet werd afgegeven. De vereniging van veganistische studenten vreesde voor het welzijn van de dieren en voor een toename van het aantal dierproeven.
Hoogleraar Dierenwelzijn Bas Rodenburg die onderzoek gaat doen naar de kippen in de nieuwe stal, heeft inmiddels een gesprek met de studenten gehad en de kou lijkt uit de lucht. “Tegenwoordig kun je er op rekenen dat zodra het welzijn van dieren in het geding lijkt te komen, er protest komt. Wat dat betreft kwam het protest niet helemaal als een verrassing.”
Stofbad
Bioloog Rodenburg kwam in april 2018 vanuit Wageningen naar de Universiteit Utrecht. Hij deed toen al twintig jaar onderzoek naar het gedrag en het welzijn van landbouwhuisdieren. “Het welzijn van dieren is de laatste jaren steeds belangrijker geworden. Nederland wil toewerken naar een dierwaardige veehouderij en daar is ook onderzoek voor nodig. Hoeveel kippen kun je bijvoorbeeld in een bepaalde ruimte houden zonder dat het welzijn daar onder lijdt? Hoe moet die ruimte ingericht zijn?”
Kippen in het wild besteden zo’n 60 tot 70 procent van de dag met het verkennen van hun omgeving, vertelt de hoogleraar. Daarnaast nemen we graag een stofbad, willen ze op stok kunnen gaan en eten en drinken wanneer ze daar zin in hebben. Rodenburg wil kijken in wat voor omgeving de kippen hun natuurlijke gedrag kunnen behouden binnen een productiebedrijf waar legkippen worden gehouden. “Als ze stress hebben, kunnen ze elkaar gaan pikken en dat kan doorgaan tot ze elkaar opeten.”
Een fijn leven in de stal is misschien nog wel belangrijker geworden door de vogelgriep. “Dan moeten de boeren de dieren binnenhouden om besmetting te voorkomen. Het is dan extra belangrijk dat de dieren zich prettig voelen binnen en ook daar hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen.”
Bas Rodenburg. Foto: Universiteit Utrecht
Big Brother
In de nog te bouwen huisvesting wil Rodenburg per stal zo’n tweehonderd kippen observeren met camera’s en microfoons. “Hoe gedragen ze zich? Hebben ze het naar hun zin of niet? Hoe vaak eten ze?” Het geluid dat ze voortbrengen is ook van belang. “Slaan ze alarm, hoor je frustratie of zijn ze gezellig aan het babbelen? Het is een soort Big Brother voor kippen”, lacht hij.
Het onderzoek heeft ook nog een tweede doel. “Met kunstmatige intelligentie willen we het onderzoek digitaliseren. We gaan een computer leren verschillende gedragingen en geluiden te herkennen zodat die uiteindelijk kan turven welk gedrag de kippen hoe vaak vertonen. We willen het gedrag en welzijn van de kippen op die manier meetbaar maken.”
Als deze technologie is ontwikkeld, kunnen kippenboeren deze tools inzetten om te monitoren of hun kippen het naar de zin hebben, of dat zij iets moeten aanpassen in de zorg of ruimte om het welzijn van de kippen te vergroten. Zo kan de tool verhoogde activiteit meten wat kan betekenen dat er iets mis is in het hok en kan er bijtijds worden ingegrepen.
De kippenstal van de UU
De stal zal in beginsel een grote kale ruimte worden, zegt Rodenburg. Hij belooft dat de kippen genoeg ruimte krijgen. Ze worden bijvoorbeeld niet in een steeds kleinere ruimte gezet om zo stressgedrag op te roepen en te meten. “Nee integendeel. De kippen in een proefopstelling krijgen meer ruimte dan in een productiebedrijf.”
De vrees van de VSA dat er veel dierproeven met de kippen worden gedaan, is ongegrond. Het onderzoek is weinig “invasief”, zegt hij, wat betekent dat er niet met medische apparatuur het lichaam van de kip wordt binnengedrongen. Hij moet het onderzoek wel aanmelden bij de instantie voor dierenwelzijn die bepaalt of iets een dierproef is. “Want het kan zijn dat we een keer bloed willen afnemen, dan is het wel een dierproef.”
Studenten
Wat Rodenburg een groot pluspunt vindt van een stal op het USP is dat masterstudenten van Diergeneeskunde op een meer makkelijke manier kunnen participeren in het onderzoek. “Nu moeten studenten die een onderzoekstage willen doen met kippen altijd het terrein af.” Een ander voordeel is dat er een fysieke plek is waar bijvoorbeeld boeren of onderzoekers uit het buitenland kunnen komen kijken en kennis overgedragen kan worden. “We worden nu al uitgenodigd om elders in de wereld te vertellen hoe het welzijn van kippen verbeterd kan worden. Als we hier een stal hebben, kunnen buitenlandse onderzoekers en boeren ook hier komen en met eigen ogen zien hoe wij het doen.”
Vegan Student Association helpt UU adoptieadressen kippen zoeken
“We zijn positief verbaasd over de manier waarop de Universiteit Utrecht met ons meedenkt”, zegt Steven van de Vegan Student Association. De VSA heeft twee gesprekken gevoerd met de universiteit. “Wij zijn principieel tegen het gebruik van dieren voor onderzoek en tegen het houden van dieren voor menselijke consumptie waar het kippenonderzoek aan bijdraagt. En hoewel we het ideologisch nooit met elkaar eens zullen worden over dit uitgangspunt, hebben we samen met de universiteit nagedacht over de toekomst van de kippen als ze voor het onderzoek niet meer nodig zijn.
“De universiteit heeft een programma waar gezocht wordt naar adoptieadressen voor voormalige proefdieren. De UU moest uitzoeken om hoeveel dieren dit gaat. In het tweede gesprek bleek dit om 5 procent van de proefdieren te gaan. Wij vinden dat een goed begin dat navolging en uitbreiding verdient. Wij gaan nu helpen om meer bekendheid te geven aan dit initiatief en helpen adoptieadressen te zoeken zodat meer dieren na gebruikt te zijn voor onderzoek, in een goede omgeving oud mogen worden.”
De VSA heeft de petitie tegen dit onderzoek inmiddels gesloten, maar niet offline gehaald. “We willen wel dat mensen weten dat dit soort onderzoek plaatsvindt.” De VSA staat overigens genuanceerder tegenover het gebruik van dieren voor de opleiding van dierenartsen. “We snappen dat studenten moeten leren dieren te onderzoeken om een goede arts te worden. Dit mag echter niet op een hoop gegooid worden met onderzoek ter bevordering van het instandhouden van de bioindustrie.”