Is het Utrechtse hospiteersysteem asociaal?

Neem student Maaike. Als eerstejaars wilde ze dolgraag op kamers in Utrecht. Ze schreef zich in bij studentenhuisvester SSH en ging – weliswaar met lood in de schoenen – hospiteren. Dat liep na vele pogingen op niets uit.

Na een paar jaar vond ze uiteindelijk een kamer in een particulier studentenhuis. Nu wil ze graag een grotere kamer. Omdat ze inmiddels al zo lang bij SSH staat ingeschreven, dacht ze via de studentenhuisvester goede kans te maken. Ze mag bij elk huis waar ze zich voor een kamer inschrijft, hospiteren.

Opnieuw verzamelde ze alle moed bijeen en ging langs. “Maar ik val iedere keer buiten de boot. Blijkbaar ben ik nooit het type dat in een huis past.”

Inmiddels heeft ze haar zoektocht bij SSH gestaakt. “Ik hou niet van wijntjes drinken, niet van mainstream muziek en niet van elke avond feesten. Ik ben introvert en ben daarom misschien wat minder uitbundig. Dan pas je blijkbaar niet in het plaatje van de ideale  huisgenoot.”

Ze heeft SSH gevraagd of ze niet ‘geplaatst’ kan worden in een studentenhuis. Dan kan als je aantoonbaar actief hebt gehospiteerd en na drie maanden nog geen kamer hebt gevonden. “Maar de SSH kon me niet vertellen wat actief hospiteren is en wilde me dus niet in een huis plaatsen”

Maaike vraagt zich af waarom SSH vasthoudt aan het hospiteersysteem en geen kamer toewijst op grond van de inschrijfduur zoals bij Woningnet van de gemeente Utrecht het geval is. “Dat lijkt me een eerlijker methode voor een sociale huisvester.”

DUB ging op onderzoek en vroeg zich af: is het hospiteersysteem typisch iets voor Utrecht?
Ardin Mourik van Kences, de brancheorganisatie voor studentenhuisvesting in Nederland: “Nee, de huisvester mag zelf beslissen op welke manier ze kamers aan studenten toewijst. Dat kan dus per stad verschillen. Of een huisvester laat hospiteren of een kamer toewijst naar aanleiding van de inschrijfduur, heeft meestal een historische achtergrond.”

Waarom moeten kamerzoekenden in Utrecht meestal wel hospiteren?
Annemiek van Vondel van SSH Utrecht: “Hospiteren is een oud recht in Utrecht, maar inschrijfduur telt ook bij ons. Wij publiceren alle kamers die vrijkomen op onze website. Ben je in die kamer geïnteresseerd dan meld je je daarvoor aan. De tien of vijftien die het langst staan ingeschreven mogen gaan hospiteren. Niet alle huizen maken gebruik van het hospiteerrecht. Soms kiezen ze een van de kandidaten uit de top 10."

Maar wat als studenten nu steevast buiten de boot vallen? Hoe komen zij bij SSH aan een kamer?
"Soms overrulen wij de hospiteerregel: dan plaatsen we een student die na actief hospiteren nog steeds geen kamer heeft. Actief hospiteren betekent dat je drie maanden lang 20 tot 25 keer hebt gehospiteerd. Wij denken dat deze regeling realistisch is. Onze ervaring is dat kamerzoekenden gemiddeld zo’n tien keer hospiteren voordat ze een kamer vinden. In drie maanden heeft een groot deel van de kamerzoekenden een kamer gevonden.”

Zouden jullie het hospiteersysteem niet kunnen afschaffen? “Wij willen graag dat zittende huisgenoten invloed hebben op de keuze van hun nieuwe huisgenoot, dat is goed voor de onderlinge cohesie.”

In Nijmegen hoeft lang niet altijd gehospiteerd te worden voor een kamer. Hoe werkt dat?
Vincent Buitenhuis van SSH Nijmegen: "In Nijmegen hebben we twee systemen naast elkaar. We hebben kamers in stadspanden met het recht van coöptatie, hospiteren noemen jullie dat in Utrecht. Maar we hebben ook verschillende studentencomplexen waar we jaarlijks tussen de 1000 en 1500 studenten plaatsen. Die kamers zijn voornamelijk voor eerstejaars. Wie het langst staat ingeschreven, is als eerste aan de beurt. Studenten die langer dan twee uur naar Nijmegen moeten reizen, krijgen een urgentieverklaring waarmee ze sneller een kamer krijgen. In Nijmegen wacht een eerstejaars tussen de nul en tien maanden op een kamer.”

Vinden studenten het wel leuk om met onbekenden in een huis te wonen?
“Wij merken geen verschil tussen de huizen waar studenten moeten hospiteren of waar studenten worden geplaatst. In huizen waar gehospiteerd wordt, zijn er vaak al banden met de nieuwkomer. Die band wordt in huizen waar geen coöptatie voor is, pas gesmeed in het huis. Maar er zijn niet meer of minder ruzies bijvoorbeeld. Wat we wel merken is dat studenten sneller verhuizen in de panden zonder coöptatie.”

Welk systeem vindt u nu beter? “Ik ben blij dat beide systemen naast elkaar bestaan in Nijmegen. Wij vinden het belangrijk dat studenten in hun eerste jaar al in de stad kunnen wonen en omdat er keuze is, komt elke student snel in aanmerking voor een kamer.”

Hoe staat de Utrechtse Studentenunie Vidius tegenover het hospiteersysteem? 
Pijke Dorrestein: “Hospiteren is niet iets waar wij ons mee bezig houden. Wij richten ons op het verlichten van de kamernood in Utrecht. Wij vragen de gemeente, particuliere verhuurders en de SSH om meer kamers te realiseren. Als er meer kamers zijn in Utrecht, wordt de kans op een kamer groter, omdat er minder studenten voor die kamer in de rij staan.

"Als je overgaat tot een systeem gebaseerd op inschrijfduur, worden studenten willekeurig bij elkaar in een huis gestopt. Dat kan fout gaan, je kan conflicten verwachten. Ik weet niet of dat opweegt tegen het feit om niet uitgekozen te worden bij het hospiteren, hoewel ik wel snap dat het heel vervelend is om vaak te worden afgewezen. Eerlijk gezegd weet ik ook niet wat een fatsoenlijke oplossing zou zijn.”

Zou de politiek nog iets kunnen betekenen voor studenten die het hospiteersysteem niet zien zitten?
Steven Mencke van de politieke partij Student & Starter: “Hospiteren werkt voor 99,5 procent, maar voor een kleine groep voor wie hospiteren niet werkt, zou er een goede regeling moeten zijn. Ik dacht dat de SSH een goede plaatsingsregeling had, maar als je daarvoor pas in aanmerking komt als je in drie maanden tijd 20 tot 25 keer bent afgewezen… ik vraag me af wat er dan van je ego overblijft. Hierover zou ik wel met de SSH willen overleggen.

“Zelf hoor ik maar zelden klachten over het hospiteersysteem. Het is een door veel studenten gewaardeerde manier om een nieuwe huisgenoot te kiezen. Maar ik kan me ook voorstellen dat een huis waar de bewoners bij elkaar zijn geplaatst, ook goed werkt. Daar hangt wellicht een andere dynamiek doordat er meer van elkaar verschillende studenten wonen. Misschien is het een idee om de mening van de studenten eens te peilen over dit onderwerp.”

Advertentie