Masterscriptie met verhalenbundel beloond met 9,5

Hoe ga je verder als een studiegenoot uit het leven stapt?

Scriptie zelfdoding. Foto: eigen foto
Jasmijn Pelders, eigen foto's

Jasmijn (25) maakte het zelf van dichtbij mee toen ze tijdens haar bachelor Bestuur- en Organisatiewetenschappen vlak achter elkaar twee studiegenoten door suïcide verloor. “Mijn studie is kleinschalig. Niet alleen kennen de meeste studenten elkaar, ook de docenten zijn nauw betrokken. Het sloeg in als een bom toen we te horen kregen dat een studiegenoot was overleden. Dat een tweede studiegenoot niet veel later overleed was een absurde situatie. Het waren twee individuen, maar het werd voor mij één complexe rouwperiode.”

Ze begon haar gevoelens op te schrijven in haar ‘gedachtenboek’ en liet haar familie en vrienden haar teksten lezen of las ze zelf voor. “Zo wist mijn omgeving wat er in me omging. Dat voelde minder eenzaam. Schrijven werd een brug tussen mijn binnen- en buitenwereld.” 

Uiteindelijk was het gedachtenboek de aanzet om haar masterscriptie voor de opleiding Organisaties, Verandering en Management aan dit onderwerp te wijden.

‘Het delen van verdriet blijkt vaak lastig’

Voordat ze aan de scriptie begon, twijfelde Jasmijn even. “Ik vroeg me af of ik wel zo diep in het onderwerp wilde duiken. Het is geen licht thema en mensen uit je omgeving gaan er natuurlijk vragen over stellen.” Toch voelde ze een sterke drang om erover te schrijven. Volgens haar verdient het omgaan met suïcide nog meer aandacht.

De onderzoeksvraag van haar scriptie luidde: ‘Wat zijn de ervaringen van studenten die in rouw zijn (geweest) gedurende hun studietijd, vanwege het verlies van een studie- of leeftijdsgenoot door zelfdoding?’ “Er bestaat al veel onderzoek naar rouw, maar de focus op een leeftijdsgenoot verliezen tijdens je studententijd door suïcide is een onderbelicht thema.”

Via haar eigen netwerk vond Jasmijn uiteindelijk negen deelnemers die mee wilden werken aan het onderzoek. De participanten hadden allemaal een rouwervaring na het verlies van een studie- of leeftijdsgenoot door suïcide. 

Om haar onderzoeksvraag te beantwoorden interviewde Jasmijn de deelnemers meerdere keren en maakte ze daarnaast gebruik van auto-etnografisch materiaal. Hierbij betrok ze haar eigen ervaringen als aanvullend onderdeel van het onderzoeksproces. “Dankzij mijn eigen ervaringen kon ik tijdens de gesprekken met de deelnemers bijvoorbeeld dingen aanvullen of verder doorvragen waardoor het gesprek meer de diepte in ging.” 

Uit haar onderzoek blijkt dat studenten zowel letterlijk als figuurlijk ruimte zoeken om hun rouw te ervaren. “De studenten balanceren voortdurend tussen het alledaagse studentenbestaan, waar vaak geen plaats lijkt voor rouw, en de innerlijke wereld van het verlies,” legt Jasmijn uit. 

“Veel deelnemers rouwen plaatsgebonden. Ze hebben bepaalde sociale kringen waar hun rouw aanwezig kon zijn, maar ook plekken waar niemand wist dat ze iemand verloren hadden. Als je bijvoorbeeld iemand verliest van je sportclub, kan het zijn dat niemand van je studie dit weet. Je studieomgeving blijft dan ‘vrij’ van rouw, maar het kan ook eenzaam voelen als niemand daar weet waar je mee zit. Tegelijkertijd kan het misschien ook fijn zijn om er niet overal mee bezig te hoeven zijn.”

Dat vond Jasmijn een verrassende uitkomst omdat ze zelf haar rouw in al haar sociale kringen de ruimte gaf, voornamelijk dankzij haar gedachtenboek. Ze begrijpt dat het voor anderen moeilijker is. 

Uit haar resultaten blijkt dat het delen van verdriet vaak lastig is omdat veel rouwenden een stigma ervaren. “Dat weerhoudt hen ervan om open te praten over suïcide, uit angst om anderen te belasten of te kwetsen. Daarnaast kunnen gevoelens als boosheid of teleurstelling naast verdriet ook als ongepast worden gezien. Veel studenten die met suïcide in hun omgeving te maken krijgen, zijn geen familie van de overleden persoon en kunnen daardoor het gevoel ontwikkelen dat ze minder recht hebben om te rouwen.” 

Scriptie zelfdoding. Foto: eigen foto

‘Ik wil graag een groter publiek bereiken’

Opmerkelijk is dat een verhalenbundel een belangrijk onderdeel vormt van het eindproduct van de scriptie. Jasmijn: “Als klein meisje schreef ik al verhalen. Ik hou van creatief schrijven en daarnaast heeft schrijven mij geholpen in mijn eigen proces van rouwverwerking. Ook wilde ik weleens wat anders dan een wetenschappelijk document schrijven.” 

Bovendien gelooft Jasmijn dat storytelling een vorm van wetenschap kan zijn, evenals andere creatieve vormen zoals poëzie of theater. “Op zo’n manier spreek je een veel breder publiek aan. Het gaat om veel meer mensen dan alleen wetenschappers. Mijn doel was dan ook om dit thema tot het grote publiek te brengen.” De inspiratie voor dit idee kwam van Jasmijns begeleider Noortje van Amsterdam, die zelf ook met andere, meer creatieve vormen van wetenschappelijk onderzoek werkt. 

De bundel bevat een fictief verhaal over vier studenten die samen een gemeenschappelijke vriend verliezen wegens zelfdoding. Jasmijn benadrukt: “Hoewel de verhalen zijn bedacht, zijn ze opgebouwd uit echte ervaringen, gedachten en gevoelens van de deelnemers en mijzelf. Op deze manier ontstaat ruimte voor herkenning, erkenning en verbinding voor alle studenten die zoiets meemaken. De verhalen kunnen bijdragen aan bewustwording en het doorbreken van isolatie. Want dat is juist bij suïcidaal verlies enorm belangrijk.”

‘De verhalen gaven mij veel steun’

Of het schrijven van de scriptie Jasmijn ook heeft geholpen bij haar eigen rouwverwerking? Het is een vraag die ze vaak krijgt. “Natuurlijk heeft het op een bepaalde manier geholpen, maar ik voelde heel sterk dat die ervaring al een plek had gekregen voordat ik hieraan begon. Ik zou niet adviseren om zo’n onderzoek te doen als je nog diep in de rouw zit.” 

Als voorzorgmaatregel had Jasmijn wel een externe coach met wie zij haar eigen welzijn regelmatig monitorde. “Je weet niet van tevoren hoe de informatie van deelnemers invloed op je heeft. Gelukkig merkte ik dat het delen van verhalen mij vooral veel steun gaf en energie om het onderzoek tot een goed einde te brengen.”

Die deelnemers hebben de verhalenbundel inmiddels ook gelezen en de reacties zijn positief. Jasmijn: “Ik heb nu alle deelnemers los van elkaar gesproken. Dat was voor mij heel waardevol en ik gun dat de anderen ook. Daarom wil ik een middag organiseren om met zijn allen samen te komen.” 

Hoewel het volgens Jasmijn misschien tegenstrijdig klinkt, heeft ze veel plezier beleefd aan het schrijven van haar scriptie. “Ik heb echt met passie geschreven omdat ik wist dat ik iets goeds aan het doen was. De deelnemers en ik voelen allemaal dat dit onderwerp besproken kan worden. Dat daar tijd en aandacht voor is, levert dan toch een bepaalde vreugde op.”

‘Dit zou ook in een werkgroep besproken kunnen worden’

Jasmijn denkt dat haar verhalenbundel voor iedereen waardevol kan zijn. “Ik zou het heel graag willen uitgeven, maar het is een wereld die ik nog niet ken. Ook spelen er ethische vragen. Wil ik er geld aan verdienen, bijvoorbeeld? Dat is lastig.” 

Wat Jasmijn vooral wil bereiken is dat rouw besproken mag en kan worden. “Er mag ook ruimte zijn voor rouw op plekken waar je die normaal gesproken niet snel toont, zoals in een werkgroep.” 

Ze heeft ook nagedacht over manieren waarop de universiteit hierin een rol kan spelen. “De mogelijkheden om bij problemen bij studieadviseurs en mentoren aan te kloppen, moeten niet alleen in de introductieweek genoemd worden, maar het hele jaar door zichtbaar blijven. Bijvoorbeeld door docenten een vaste openingsslide te laten gebruiken met een QR-code of link naar informatie over hulpmogelijkheden.” 

Ook een buddysysteem zou een manier kunnen zijn om studenten te ondersteunen, denkt Jasmijn. “Het lijkt soms een te hoge drempel voor studenten om gevoelige onderwerpen met een begeleider of docent te bespreken. Een medestudent als buddy kan die drempel verlagen. Belangrijk daarbij is dat het om een langdurige relatie moet gaan, omdat vertrouwen tijd nodig heeft om te groeien.”

Binnenkort zal Jasmijn haar werk laten zien bij 113 Zelfmoordpreventie en in november op een expositie van Stichting Wie Mis Jij samen met andere studenten die dit onderwerp in hun studie hebben verwerkt.

Lees hier een fragment uit de verhalenbundel die Jasmijn schreef.

Scriptie zelfdoding. Foto: eigen foto

113
Loop jij rond met suïcidale gedachten? Je bent niet de enige. Neem contact op met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via de website van 113 of bel 113 (lokaal tarief) of 0800-0113 (gratis). De website van 113 bied ook online trainingen of groepstrainingen aan in suïcidepreventie. Daarnaast kun je praten met iemand in je omgeving of een studieadviseur. Ook kun je meedenken over het bevorderen van studentenwelzijn. Voor suggesties kun je contact opnemen met Contact team Studentenwelzijn via studentwellbeing@uu.nl

Login to comment

Reacties

We stellen prijs op relevante en respectvolle reacties. Reageren op DUB kan door in te loggen op de site. Dat kan door een DUB-account aan te maken of met je Solis-ID. Reacties die niet voldoen aan onze spelregels worden verwijderd. Lees eerst ons reactiebeleid voordat u reageert.

Advertentie