Fragment uit scriptie over rouwverwerking na zelfdoding

Brain’storm

Scriptie zelfdoding. Foto: eigen foto
Eigen foto

Lees hier ons interview met Jasmijn over haar scriptie.

Deel 6 – Brain‘storm’

Lise

Het is net na vieren als ik mijn jas dichttrek en mijn fiets van het rek haal. De lucht boven de stad is zwaar, grijzig, en hangt vol vocht alsof er elk moment een nieuwe bui over kan trekken. De wind trekt rukkerig aan mijn sjaal — niet meer warm als in de nazomer, maar onrustig, alsof de herfst al iets wil zeggen. Het is eind september en de stad lijkt het niet goed eens met zichzelf: nog bladeren aan de bomen, maar ook al plassen op het asfalt. Twee weken geleden zaten we nog in zomerkleding op een bankje. Nu ruikt de lucht naar storm en blad. Ik moet nog een eind fietsen, naar het huis van Martijn, waar we vanavond met de commissie samenkomen. Activiteitencommissie Ontspannend — alleen de naam al. Het klinkt alsof alles licht moet zijn. Luchtig. Los. Maar niets in mij voelt vandaag laagdrempelig, licht, luchtig of los.

De fietstocht duurt twintig minuten. Ik trap stevig door, maar niet te snel. Mijn wangen gloeien, mijn handen worden koud. Het is zo'n overgangsmoment van de dag waarop het geluid anders klinkt: stiller, maar ook scheller. Fietsen zijn luidruchtiger. Auto’s stugger. Mijn gedachten doffer. Bij het stoplicht denk ik aan het bericht van Thomas’ moeder. Het blijft maar in mijn hoofd hangen. Of we nog eens willen langskomen. Maar ik weet niet eens of ik het aan zou kunnen — haar ogen, haar stem, die woonkamer.

Als ik aankom, staat de deur van Martijns huis al open. Het is een oud studentenhuis, met trappen die kraken en een geur van vochtige jassen en pastapesto. In de keuken is het warm. Iedereen is er al. Ik ben niet de enige die verwaaid is. De ramen zijn wit, allemaal beslagen. Zes mensen in totaal. Martijn, die altijd roept voordat hij nadenkt. Noor, met haar eeuwige knot waar het weer niet tussen kon komen. Dan Jasper, die alles relativeert. Lieke, die fanatiek notuleert. Daan, die vaak zwijgt maar ineens een briljant idee kan hebben. En ik. Lise. Promotiefunctionaris. Zonder promotiegevoel.

Er is te weinig ruimte aan tafel, zoals altijd. Er wordt stoelendans gespeeld tot iedereen een plek heeft, half op de vensterbank, half op de wasmand. Jasper kantelt een bierkratje met een paar laatste flesjes met de grootste zorgvuldigheid en vormt daarmee de ontbrekende zesde zitplaats. Hijzelf neemt triomfantelijk plaats op zijn nieuwe troon. Hij gebaart dat ik op zijn stoel kan gaan zitten. Martijn roept dat we weer als sardientjes zitten. Ik lach mee. Automatisch. Er is pasta met pesto en spinazie. Ik prik erin, kauw langzaam, kom nog wat verdwaalde cherrytomaten tegen die duidelijk vergeten waren door de chef: koud. Jasper gebaart naar me of ik een biertje wil van zijn troon. Ik knik en luister verder naar gesprekken over tentamens en weekendplannen. Er wordt gegrapt over vorige activiteiten: de karaokeavond, de foute fitnessmarathon.

‘Oké, jongens, nieuwe brainstorm. Wat gaan we doen eind oktober? We hadden het toch ooit over iets met buitenlucht? Iets actiefs? Misschien kunnen we juist nu iets doen met het herfstige weer.’ Gooit Noor in de groep vanuit haar vensterbank positie. Achter haar hangt de muur vol met foto’s die je beter niet op je telefoon kan hebben staan, je weet nooit wanneer je oudere broer, of gekke oom ze anders in handen krijgt. Van die foto’s die doen lijken alsof het leven zonder zorgen is, niets is te gek. Hier en daar zie je dat de foto’s loslaten, op andere plekken zie je dat juist grijze stukken ducttape dienen als zelfklevende hoekjes zoals ik ze ken uit mama’s fotoboeken. Foto’s die me doen denken aan ‘beleef iedere dag als je laatste’.  

Martijn gooit zijn vork op tafel. Ik stok adem, m’n borstkast zit ineens gevuld met lucht. M’n ruggenwervels staan recht boven elkaar. Ik voel me betrapt.

‘Survival. Met van die touwen. Bruggetjes. Modder! Misschien is eind oktober juist perfect. Als het koud is, wordt het pas echt een uitdaging.’ Roept hij.

Iedereen begint te lachen. ‘We kunnen het 'Expeditie Ontspannend' noemen!’ Vult Daan aan.

Ik hoor het aan. Zie in mijn hoofd hoe Thomas zou reageren. Hoe hij met een mengeling van ironie en enthousiasme zou zeggen dat een modderbad goed is voor je weerstand. Hoe hij er altijd bij wilde zijn als het ging om tentjes, vuur maken, de lucht inademen alsof je daar extra levens mee kon kopen. Alles buiten. Altijd buiten. En hoe het nu juist dát is wat me vanavond zo raakt: dat de wereld die hem het meest vreugde gaf, de wereld waarin hij altijd aanwezig was, voor mij ineens doordrenkt is van afwezigheid. Dat het geen nieuwe levens geeft, maar verlies ademt.

 

Login to comment

Reacties

We stellen prijs op relevante en respectvolle reacties. Reageren op DUB kan door in te loggen op de site. Dat kan door een DUB-account aan te maken of met je Solis-ID. Reacties die niet voldoen aan onze spelregels worden verwijderd. Lees eerst ons reactiebeleid voordat u reageert.

Advertentie