Berteke Waaldijk, het 'gezicht' van Taal- & Cultuurstudies, gaat met emeritaat
'Ik voel me wat weemoedig over mijn vertrek’
“Studenten komen naar een universiteit om te leren, maar daarbij wordt hen ook veel afgeleerd. Studenten verliezen hun onbevangenheid om te vragen wat in hun opkomt. Berteke Waaldijk moedigde hen aan juist dit te behouden”, zei hoogleraar Iris van der Tuin tijdens Waaldijks afscheidsceremonie op 30 september. "Beginnende studenten schromen niet om te vragen waarom ze bepaalde dingen niet mogen zeggen of waarom er geen auteurs van kleur op de verplichte literatuurlijst staan. Berteke Waaldijk stimuleerde hen om die kritische vragen te blijven stellen."
En dat is logisch, want Waaldijk is zelf ook nooit opgehouden met het stellen van kritische vragen. In de Grote Zaal van het Academiegebouw klommen enkele van haar collega's op een stoel om haar aan te kunnen spreken. Wat steeds terugkwam was: "Je was altijd kritisch en bleef op een vriendelijke manier vragen stellen, met oog voor het kwetsbare. Maar soms dachten we ook: 'Daar gaat ze weer...'."
Waaldijk gaf haar afscheidscollege voor een volle zaal. Studenten, collega's en alumni hadden een dag vol activiteiten georganiseerd om de academicus, die gekoesterd werd om haar platte managementstijl en holistische benadering van onderwijs en onderzoek, te eren.
Historicus en filosoof Waaldijk trad in 1997 in dienst bij de Universiteit Utrecht als universitair hoofddocent genderstudies en werd daarna coördinator van de bacheloropleiding Taal- & Cultuurstudies (TCS), de oudste Liberal Arts and Sciences-opleiding in Nederland.
Als pionier op het gebied van genderstudies en TCS-coördinator pleitte Waaldijk hartstochtelijk voor interdisciplinariteit en transdisciplinariteit. De bacheloropleiding heeft weinig eigen vakken: studenten volgen vakken van andere opleidingen binnen en buiten de faculteit Geesteswetenschappen, om zo hun eigen pad te vormen. Waaldijk was ook uitgesproken over het belang van het meer divers en inclusiever maken van de universiteit.
Hoe zou u uzelf omschrijven?
"Mijn werk bepaalt een groot deel van mijn identiteit. Mijn aanstellingen bij UU zijn heel belangrijk en bevredigend voor me geweest. Ik heb ook andere mooie aspecten in mijn leven, maar nu ik met pensioen ga, realiseer ik me pas hoe belangrijk mijn werk voor me is. Het heeft mijn intellectuele, sociale en politieke idealen samengebracht. Ik heb echt geluk gehad om zo’n prachtige baan te vinden.
In elke functie die ik bij UU had, merkte ik dat ik invloed kon hebben. Het stelde me ook in staat om contact te maken met anderen, wat cruciaal is voor mij en voor iedereen. Het is zo belangrijk om verbonden te zijn met de mensen om je heen, met diegenen die je werk mogelijk maken. Innovatief onderzoek is niet mogelijk zonder schoonmakers, facilitair management, mensen die de roosters organiseren, het juridische team, ICT- en websitebeheerders en de journalisten van DUB die het nieuws brengen. Er zijn zoveel mensen bij betrokken en we moeten het bewustzijn van deze grotere context vergroten."
Hoe voelt het om een baan op te geven die u zoveel voldoening heeft gegeven?
"Ik voel me een beetje weemoedig. Mensen zeggen tegen me: 'Je moet blij zijn dat je met pensioen gaat, nu kun je je richten op onderzoek en hoef je niet meer alles bij te houden en te registreren’ en dan voelt het bijna gênant als ik zeg dat ik die administratieve taken echt zal gaan missen.
"Twee jaar geleden ben ik gestopt met het coördineren van het TCS-programma. De afgelopen twee jaar was ik voorzitter van de examencommissie van het College voor Examens en een van de dingen die ik moet doen is examens ondertekenen. Ik moest 200 examens ondertekenen en de collega's van het examensecretariaat zeiden: ‘Dit ga je vast niet missen?’, waarop ik antwoordde: 'Ja, dat ga ik dus wel.’
"Misschien heb ik wel een holistische benadering van het werken aan de universiteit. Ik heb nooit het gevoel dat mijn rol als academisch programmacoördinator of hoogleraar me zou moeten bevrijden van het nadenken over de praktische aspecten van organiseren, lesgeven, impact en onderzoek."
"Een van de dingen die ik opvallend vond – en nog steeds vind – aan de manier waarop Berteke met mensen samenwerkt, is dat ze altijd positieve energie uitstraalt, zelfs als ze kritisch is. Als ze ergens kritisch over is, heeft ze een positieve manier om haar punt over te brengen, wat mensen meestal verrast. En ze heeft een uitgesproken mening, vooral over lesgeven en het belang daarvan in de academische wereld. In dat opzicht zijn maar weinig mensen zoals Berteke. Door haar heb ik geleerd dat je door dingen positief te belichten meer kunt bereiken dan door negatief te zijn."
Peter Schrijver, Afdelingsvoorzitter Talen, Cultuur & Communicatie
Is er iets dat weinig collega's over u weten?
"Geen idee, ik denk dat ik een open boek ben. Maar ik heb de neiging om mensen te spiegelen. Niet bewust, maar ik doe dat om contact met ze te maken. Ik glimlach en knik veel. Daardoor zijn mensen soms verbaasd dat ik wel degelijk grenzen heb en dat ik, net als iedereen, boos kan worden. Ik ben niet altijd de good cop.
"Het is een hele eer om benoemd te worden tot hoogleraar aan een universiteit. Als collega en begeleider wilde ik mensen stimuleren om hun mening te geven en bezwaren te delen. Maar ik heb moeten ontdekken dat niet iedereen zich tegen een hoogleraar durft uit te spreken. Het is niet persoonlijk. Je vertegenwoordigd nu eenmaal een deel van de autoriteit. Hiërarchie doodt veel gesprekken en daardoor verliezen we waardevolle input. Dit maakt me nog dankbaarder voor degenen die zich wel hebben uitgesproken."
Wat zijn uw beste herinneringen uit de beginperiode van uw carrière?
"Het lesgeven in vrouwenstudies was zo spannend. Ik heb me nooit een monodisciplinair historicus gevoeld. Door naar Utrecht te verhuizen en eerst voor het programma Genderstudies en vanaf 2004 voor TCS te werken, kreeg ik zoveel interessante en uitdagende dingen te doen. Hoe organiseer je een programma waar kritische kennis over ras, gender en sociale klasse een plaats heeft, waar je politiek betrokken kunt zijn zonder dat als het tegenovergestelde van wetenschappelijk werk te zien? Sommige studenten gebruiken hun studie om hun activisme te versterken, anderen worden beleidsadviseurs. Voor mij gaat het erom na te denken over wetenschappelijk werk en hoe het de maatschappelijke partners die je wilt ondersteunen, echt verder kan helpen."
"Ze is bijna onmogelijk te vervangen. Berteke is creatief, strategisch, een democratisch leider, een verbinder en een omdenker. Op al die punten heb ik veel van haar geleerd. Als ze iets wil, kan ze behoorlijk vasthoudend zijn en daar heb ik ook veel van geleerd. Wanneer moet je loslaten en wanneer moet je onwrikbaar zijn in wat je wilt?"
Margreet Kuiper,Onderwijscoördinator voor het Departement Filosofie en Religiestudies
U heeft ook bijgedragen aan de versterking van het vakgebied Vrouwenstudies, wat nu Genderstudies heet. U bent een van de oprichters van AtGender, de Europese Vereniging voor Genderonderzoek, -educatie en -documentatie.
"Een van de dingen die ik van Rosi Braidotti heb geleerd is, dat als we de universiteit ervan willen overtuigen dat we relevant zijn, we een tastbaar, transnationaal netwerk moeten opbouwen dat kritische genderstudies ondersteunt. Rosi begreep al vroeg hoe belangrijk de EU en de Erasmusprogramma's zouden zijn. Internationalisering, zoals we dat nu noemen, was cruciaal voor het voortbestaan van nieuwe interdisciplinaire vakgebieden.
"Nadat Rosi de eerste Summer School in Genderstudies had georganiseerd, zorgde een succesvolle aanvraag voor netwerkondersteuning in Athena. Het gaf ons de mogelijkheid om elk jaar docenten en onderzoekers uit heel Europa te ontmoeten, met zes jaar financiering van de EU. Maar nadat ik voor de tweede keer financiering had gekregen, wist ik dat het onwaarschijnlijk zou zijn dat ik die opnieuw zou krijgen. Daarom heb ik hard gewerkt om een Europese vereniging voor genderstudies van de grond te krijgen.
Athena is hier in Utrecht opgericht, samen met leden van het Erasmus Netwerk. Individuele en institutionele leden maken het mogelijk dat genderstudiewetenschappers elkaar elk jaar kunnen ontmoeten. Dit is een onmisbare conferentie voor beginnende onderzoekers en genderspecialisten buiten de academische wereld. Elk jaar ontmoeten ongeveer 150 mensen elkaar op deze bijeenkomst maar om de drie jaar hebben we ook de European Feminist Research Conference, waar ook honderden mensen deelnemen. Het is nu dus een goed geoliede machine die haar eigen agenda bepaalt."
"Mijn verbondendheid met Berteke berust op een waarde die we hartstochtelijk delen: volmaakt radicalisme! Berteke heeft altijd haar passie voor haar vakgebied gecombineerd met een sterke feministische en genderbenadering. Natuurlijk respecteren we instellingen, maar we zijn ook vastbesloten om ze te veranderen, te updaten en ze een afspiegeling te laten zijn van de maatschappij die ze geacht worden te dienen."
Rosi Braidotti, emeritus universiteitshoogleraar genderstudies
En hoe ziet u de positie van Genderstudies nu?
"Voor sommige politieke stromingen is de benoeming van een professor voor genderstudies op zich al beledigend. De woede van de anti-genderstudiesbeweging laat zien hoe belangrijk kritisch denken over gender is. Aan de UU en elders lijkt genderstudies veilig te zijn: geïnstitutionaliseerd, niet alleen verdedigd maar ook mogelijk gemaakt door de instelling. Dit geeft een speciale verantwoordelijkheid voor ons vakgebied. Andere kritische studies, zoals rassen-, klassen-, validisme- en queerstudies zijn minder succesvol geweest in het veroveren van een plaats te binnen de universiteit. Ik ben blij om te zien dat Genderstudies als een plek kan dienen om ook deze gebieden te ontwikkelen. In Utrecht speelde het hoogleraarschap van Gloria Wekker een cruciale rol, en - zoals altijd - maken de studenten die naar de opleiding komen het verschil.
"Het feit dat UU een witte instelling in een koloniale natie is, speelt hierbij een grote rol. Het heeft gender misschien tot een minder controversieel onderwerp gemaakt. Ik heb de wisselwerking tussen feminisme en imperialisme in de Nederlandse geschiedenis onderzocht in Transforming the Public Sphere, dat ik samen met Maria Grever heb geschreven. Laten we gender dus geen gevaarloos onderwerp maken door te laten zien dat het er niet alleen om gaat vrouwen dezelfde rechten te geven als mannen. Het gaat er eerder om diep na te denken over hoe structuren van inclusie en uitsluiting worden gevormd."
TCS is een ander programma aan de UU. Hoe was het om daar de coördinator van te zijn?
"TCS nodigt studenten uit om te ontdekken waar ze gepassioneerd over zijn. Wat zijn de onderwerpen, methoden en kennissystemen waar ze warm voor lopen? Ik denk dat het te vroeg is om 17- en 18-jarigen te vragen om te beslissen of ze bioloog of historicus willen worden, en dat dit hun andere interesses onzichtbaar maakt.
"Een van de voordelen van ons programma is dat studenten niet in een aparte afgezonderde groep zitten, of dat nu een discipline is of een University College. Ze volgen hun vakken samen met studenten van alle bacheloropleidingen in de Geesteswetenschappen. Het nadeel is dat ze zich het buitenbeentje kunnen voelen als ze in een klas van een andere opleiding zitten. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar het is wel een manier om erachter te komen: 'Is dit een vakgebied waarin ik me thuis voel? Is dit iets waar ik mijn hart en hersenen aan wil wijden? Wat voor werk zie ik mezelf later doen?
"Na het eerste jaar kiezen TCS-studenten een major. Sommigen ervaren deze fase als behoorlijk stressvol, ze gebruiken er zelfs de term ‘TCS: keuzestress’ voor. Veel van onze studenten maken combinaties of gaan naar een interdisciplinair vakgebied. Voor mij is dit de meest pure vorm van academische vrijheid voor studenten en het zou de toekomst van het hoger onderwijs in Nederland kunnen zijn. We moeten verder denken dan de traditionele disciplines."
Heeft u nog wensen voor de toekomst van TCS?
"Er is een verplichte stage, maar een vrijwillig programma zou studenten meer aanmoedigen om na te denken over stages en maatschappelijke betrokkenheid. Studenten kunnen dan buiten de gebaande paden gaan, naar een maatschappelijke partner of naar het buitenland. Het zou geweldig zijn als alle studenten dat deden. Wacht, nee, nu ik het hardop zeg, denk ik: 'Niet nog een cursus!' Dat zou de vrijheid van onze studenten beperken."
"Berteke is een leider die zich niet superieur voelt. Ze geeft feedback zonder te oordelen, ze relativeert zonder zichzelf te ondermijnen, ze spreekt waardering uit en geeft complimenten die recht uit haar hart komen. Ik zal me blijven laten inspireren door de manier waarop ze humor gebruikt (er zijn weinig academici met wie ik zo kan lachen als met haar), de manier waarop ze je echt ziet en de manier waarop ze zich niet laat ontmoedigen door tegenslagen, zoals bureaucratie en onduidelijke redeneringen. Berteke heeft me laten zien hoe je een wetenschapper en een activist kunt zijn."
Kila van der Starre, universitair docent Nederlands
U maakte deel uit van de redactieraad van DUB, die de redactie adviseert en toeziet op de kwaliteit van de onafhankelijke journalistiek. Waarom heeft u ervoor gekozen om lid te worden?
"Ik hou van DUB! Mijn deelname aan de raad heeft me doen beseffen hoeveel werk en toewijding hierin gaan zitten. Hoe verbinden we ons met de UU-gemeenschap? Welke keuzes maken we? En de politiek, de macht waarover onderhandeld wordt. DUB is er goed in geslaagd onafhankelijk te blijven. Dat is niet gemakkelijk, zoals je kunt zien op andere universiteiten. Het is indrukwekkend om te doen wat jullie doen met de beschikbare middelen."
Welke boodschap wilt u achterlaten voor de UU als instituut?
"Laten we ons richten op de grote verscheidenheid aan maatschappelijke betrokkenheid die we bij UU hebben. Deze diversiteit is enorm en soms lijkt het alsof we niets met elkaar gemeen hebben. Werken met gemeenschappen in Community Engaged Learning en in Participatory Action Research is totaal iets anders dan beleidsaanbevelingen ontwikkelen voor ministeries en NGO's, wat weer totaal iets anders is dan patenten verkopen voor medicijnen.
"Ik ben er echter van overtuigd dat we als universiteit moeten nadenken over wat ze met elkaar gemeen hebben en wat we onze studenten kunnen leren over impact. Dit zijn allemaal vormen van maatschappelijk engagement, van impact genereren buiten het onderzoek en het onderwijs dat we organiseren. Ze vereisen allemaal dat onderzoekers bescheiden zijn en accepteren dat er een wereld is die verder gaat dan hun eigen criteria voor het produceren van kennis. Laten we studenten leren hoe ze daarmee om kunnen gaan zonder hun wetenschappelijke en wetenschappelijke idealen en passies op te geven."