'Je kan je thuis voelen aan de UU ondanks dat je er gediscrimineerd wordt’
Voel je je thuis aan de UU? Dat was de vraag die gesteld werd aan zeven studenten en een alumnus met elk een andere etnische achtergrond tijdens de derde online bijeenkomst van Black Lives Matter @ UU: Creating Change. Deze vond plaats op 27 januari.
De belangrijkste conclusie: ja ze voelen zich thuis aan de universiteit maar worden er ook gediscrimineerd. De studenten benadrukten dat racisme vaak op een subtiele manier wordt geuit. Het zit vaak in kleine dingen of grapjes die niet discriminerend bedoeld zijn, maar wel diepgewortelde vooroordelen blootleggen, de zogenoemde microagressie.
Ook waren alle studenten het erover eens dat het belangrijk is dat alle studenten zich gerepresenteerd voelen. Ze willen zich kunnen herkennen in docenten en in het studiemateriaal en daar ontbreekt nog het nodige aan bij de universiteit, zeggen ze. De universiteit zou met het diverser maken van het curriculum haar eurocentrische tunnelvisie moeten loslaten.
DUB benaderde na de bijeenkomst vier van de zeven studenten om wat dieper in te gaan op hun ervaringen met en ideeën over een inclusieve universiteit.
'Ik word vaak aangezien voor die andere zwarte student'
“UCU is heel trots op de diversiteit van zijn studentenpopulatie, maar het college kijkt dan alleen naar het aantal nationaliteiten. UCU is niet zo divers qua huidskleur”, zegt Morgan Diakite (20), derdejaars student die zich specialiseert in neurowetenschappen en biologie. Haar moeder is Afro-Amerikaans, haar vader half Frans en half Ivoriaan. Net als Ragma, was Morgan er ook aan gewend de enige minderheid op school te zijn. Maar daar dacht ze eigenlijk nooit aan, tot ze op de campus van University College Utrecht aankwam waar bijna niemand op haar leek.
Hoewel zij een van de weinige zwarte studenten was, werd ze door een medestudent aangezien voor een andere zwarte student die dezelfde cursus volgde. Op de middelbare school gebeurde dit ook weleens. “Ik had toen niet door dat dit een vorm van microagressie is. Ik realiseerde me niet dat zoiets een racistische lading had.”
Morgan kan zich eigenlijk niet herinneren of ze ooit een niet-witte docent heeft gehad. Iemand in wie ze zich had kunnen herkennen en wat belangrijk voor haar ontwikkeling had kunnen zijn. “Zo heb ik nooit het idee gehad dat ik ook les zou kunnen geven. Dat is wat zoiets onderbewust met je doet.” Morgan heeft zich nu ingeschreven voor een masterprogramma en hoopt daarmee deuren te openen voor andere zwarte vrouwen.
Na de Black Lives Matter protesten van afgelopen zomer besloot ze zich aan te melden voor de diversiteitscommissie van UCU. Ook heeft ze een WhatsAppgroep aangemaakt voor niet-witte studenten. Daar hoort inmiddels ook een Facebookpagina bij. Het idee achter dit initiatief is het creëren van een veilige plek voor niet-witte studenten waar ze ervaringen kunnen delen. “Er zitten nu ongeveer veertig studenten in die groep. Ik heb er bewust ook ‘allies (witte mensen die tegen racisme willen strijden, red.) are welcome’ bijgezet, maar daar zijn er tot nu toe maar weinig van.”
'Sommige van mijn beste vrienden zijn racistisch'
Maar witte medestanders bestaan wel. Eén van hen zat ook in het panel van de BLM-bijeenkomst. Tamara Vlajic (21), masterstudent Global Criminology meldde zich aan voor het panel omdat ze gelooft dat “heel veel witte mensen wel iets willen doen tegen racisme, maar niet weten waar ze moeten beginnen”. Als dochter van Servische migranten groeide Tamara op in Venhuizen, een klein dorp in Noord-Holland. Ze zegt elke dat weer meer te leren over racisme.
“Als kind had ik niet het idee dat ik anders behandeld werd vanwege mijn achtergrond. En ik dacht - en hoopte - dat dat voor iedereen gold. Achteraf kan ik zeggen dat het heel naïef van me was. Want naarmate ik ouder werd, zag ik steeds vaker dat mensen om mij heen toch wel racistische trekjes hadden.” Toen ze aan haar bachelor aan de universiteit begon, werden haar ogen geopend, zegt ze, want hier ontmoette Tamara meer vluchtelingen en internationale studenten. “Een van mijn vrienden is teruggestuurd naar Libië en ik voelde me verschrikkelijk. Waarom krijgt hij niet dezelfde kansen als ik?”
Dat was het moment waarop ze doorkreeg hoe bevooroordeeld een deel van haar vriendengroep thuis is. “Ze maken grappen over moslims, dat ze allemaal terug moeten naar hun eigen land. In de sportschool is er een Afghaan, hij heet Mohammed . Eén van mijn vrienden zei ooit: ‘Hij is de enige Mohammed die ik aardig vind’. Door deze opmerkingen vroeg ik mezelf af of ik wel bevriend met ze wil blijven.” En hoe reageerde deze vriend dan op Tamara : “Hij zegt: ‘ja, maar jij bent anders. Jij bent aardig”.
De vooringenomenheid tegen minderheden ziet ze terug in de literatuur die ze moet lezen voor criminologie: etnische minderheden worden vaker als crimineel gezien terwijl daar geen statistisch bewijs voor is. “Ik heb onderzoek gedaan naar etnische discriminatie bij banken, om een voorbeeld te noemen. Ze blokkeren rekeningen van mensen van wie ze vermoeden dat zij geld witwassen. Ik wil in de toekomst graag meer onderzoek doen naar discriminatie door instanties als banken, scholen en overheden.”
Wat ze op persoonlijk vlak kan doen, vindt ze moeilijk. Vooralsnog blijft het bij het geven van weerwoord bij racistische opmerkingen. “Ik doe dat, maar ik denk dat er veel mensen zijn die dat niet durven. Toch is het belangrijk om het wel te doen. Zeker nu er verkiezingen aankomen. Als je iemand kent die PVV wil stemmen, leg diegene dan uit waarom ze dat niet zouden moeten doen.”
'Het idee van ras is anders in verschillende omstandigheden'
Derdejaars UCU-student Vicky Pinheiro Keulers (20) heeft een Nederlandse vader en een Braziliaanse moeder. Ze groeide op in een Zeeuws dorp dat ze omschrijft als “erg wit en plattelands”. “Ik was nooit wit, tot ik op de universiteit kwam. Ik was altijd bruin of licht getint, wat op zich grappig is want mijn moeders achtergrond is Portugees. En dat valt onder wit. Dat laat zien dat het idee van ras anders is in verschillende omstandigheden.” En in Brazilië zou ze zeker als wit worden gezien.
Net als Tamara en Morgan heeft Vicky nooit zo stilgestaan bij haar kleur tot ze ging studeren. Daar was zo’n internationale gemeenschap dat ze in aanraking kwam met allerlei verschillende ideeën over rassen. “In Nederland praten we eigenlijk niet over ras. Het gaat over termen als ‘niet-Westerse allochtoon’, waarbij mensen toch aan een bepaald type mens denken. En dat is ook het hokje waar ik in wordt geplaatst.” Door haar voorliefde voor antropologie groeide ook Vicky’s interesse in postkolonialisme. En dat leidde ertoe dat ze ook lid werd van UCU’s diversiteitscommissie.
Ze was verbaasd dat de studenten tijdens de BLM-bijeenkomst openlijk praatten over racisme, omdat “we daar in Nederland eigenlijk niet in het openbaar en niet zo expliciet over praten”. Ze was ook blij met de mogelijkheid om te luisteren naar de ervaringen van studenten bij andere opleidingen, want het komt niet vaak voor dat ze samen over inclusie en diversiteit kunnen praten, zegt ze.
Het enige waar ze het niet mee eens was, was met de hoofdvraag: Voel je je thuis aan de UU? "Ik begrijp dat ze probeerden studenten aan te moedigen hun persoonlijke ervaringen met racisme te delen, maar je kunt je ergens thuis voelen en er tegelijkertijd ook gediscrimineerd worden. In feite is thuis juist de plek waar veel mensen discriminatie en geweld ervaren. En daardoor voelt het heel verraderlijk of zelfs schadelijk." Welke vraag had er volgens haar dan gesteld moeten worden? "Is de universiteit racistisch?", antwoordt ze. "Maar ik snap waarom ze dat niet hebben gedaan, want in dit soort discussies moet je ook mensen meekrijgen die de neiging hebben om aanvankelijk dit soort racisme goed te praten.".
'Onze vereniging wil studenten het gevoel geven erbij te horen'
Ragma (26), die de master Law & Economics volgt, groeide op in de buurt van Amersfoort. Lange tijd was haar familie daar de enige zwarte familie. Haar ouders komen uit Somalië. Na altijd het enige zwarte meisje op school te zijn geweest, was ze specifiek op zoek naar een diverse en internationale universiteit. Ze kwam uit bij Tilburg University. “De verdeling van mannelijke en vrouwelijke docenten was daar heel goed. Ook waren er heel veel verschillende studentenverenigingen: bijvoorbeeld voor Afrikaanse studenten, Caribische studenten, Oost-Europese studenten…”
Het eerste wat haar in Utrecht opviel, was dat zulke verenigingen er hier niet waren: “Tussen Utrechtse studentenverenigingen zit er niet veel verschil. De meeste zijn oud en lijken niet heel uitnodigend voor Afrikaanse, Caribische of internationale studenten”, zegt Ragma. Het tweede dat haar opviel is dat de meeste docenten op de UU wit zijn.
“De UU is niet heel divers als je kijkt naar mensen van kleur. Veel witte UU studenten komen hier niet of nauwelijks zwarte studenten tegen”, vertelt ze. Daardoor zouden zwarte studenten zich op de campus minder snel thuis voelen. Ook vindt ze het jammer dat alle niet-witte studenten in de categorie 'mensen van kleur' vallen. “De term is inclusief, maar gaat voorbij aan onze specifieke, persoonlijke ervaringen. Mijn ervaringen met racisme als zwarte vrouw zijn heel anders dan de ervaringen van mensen uit het Midden-Oosten of Azië. Het is voor hen lastig om zich te identificeren met mijn ervaringen.”
Om al deze redenen wil Ragma The African and Caribbean Society oprichten, een studentenvereniging die sociale en educatieve activiteiten wil organiseren gericht op het Afrikaanse erfgoed. Het doel is om studenten "een stem te geven, een gevoel van erbij horen, een gemeenschap: samen kunnen komen, discussies voeren, elkaar helpen met alle moeilijkheden waarmee ze te maken kunnen krijgen". Bovendien zou ze graag zien dat de studentenvereniging de UU helpt om problemen op het gebied van diversiteit en inclusie op te lossen. Het initiatief zit in de oprichtingsfase - Ragma probeert hiervoor financiering van de universiteit te krijgen - maar ze zou graag zien dat het tot ver na haar eigen studententijd tot bloei komt.
“Openbare bijeenkomsten lijken misschien een oppervlakkige oplossing om racisme tegen te gaan, maar dat is niet zo”, legt Laura Coello van het programma Equality, Diversity & Inclusion (EDI) uit. Met wat zij hoort tijdens dit type samenkomsten, wordt achter de schermen beleid gemaakt om racisme beter aan te pakken en te voorkomen. “Dit is een eerste stap voor de Diversity Dean en de EDI-stuurgroep om te weten hoe studenten en medewerkers de universiteit ervaren. Want de UU heeft meer dan 30.000 studenten en 7000 werknemers. Het is een gigantische, diverse organisatie.”
Op basis van deze bijeenkomsten brengt de universiteit de belangrijkste kwesties in kaart waarvan studenten en medewerkers vinden dat ze moeten worden aangepakt, naar wie er geluisterd moet worden en met welke inhoud en op welke toon dit gedaan moet worden. Daarnaast stimuleren deze evenementen ook de bewustwording van structureel racisme aan de universiteit en in de samenleving als geheel, voegt Coello toe.
De UU-gemeenschap kan dan ook nog veel meer van dit soort evenementen verwachten. Tijdens deze derde bijeenkomst van BLM @ UU lag de nadruk op de ervaringen van studenten. De online-discussie, die door ongeveer 70 mensen werd bijgewoond, werd georganiseerd door het Centre for Global Challenges en de Gender and Diversity Hub, en werd voorgezeten door universitair docent Genderstudies Jamila Mascat.