Krista Ettlinger: van professioneel balletdanser tot masterstudent
Het Rosanna Fonds voor vrouwen, dat is opgericht door de Utrechtse hoogleraren Rosa Braidotti en Anneke Smelik, is bedoeld om getalenteerde vrouwelijke studenten en onderzoekers aan de UU te ondersteunen met beurzen tussen de 2.500 euro en 5.000 euro per jaar. Die kunnen worden gebruikt om collegegeld, reis- of verblijfkosten te dekken, of om een proefschrift af te ronden. Studenten en onderzoekers kunnen zichzelf voor de beurs aanmelden. Elk jaar worden degene die een beurs krijgen bekend gemaakt op internationale vrouwendag.
Ettlinger maakte een carrièreswitch van het podium naar de academische wereld, en of dat nog niet indrukwekkend genoeg was, werkt ze onderzoeksassistent in het Nederlands, een taal die ze niet sprak toen ze tien jaar geleden in Nederland arriveerde.
Hoe ben je bij Het Nationale Ballet (HNB) gekomen?
“Ik kom uit Florida en werkte bij het Boston Ballet. Ik kreeg de kans om voor deze baan naar het Nationale Ballet in Nederland te komen. Mijn hele leven heb ik getraind om balletdanser te worden en het was echt een droom om bij het HNB te dansen, want het is een van de beste internationale dansgezelschappen.”
“Ik heb niet lang gepeinsd over de verhuizing, om eerlijk te zijn. Ik dacht: ‘dit is een geweldig balletgezelschap.’ Het is eigenlijk heel makkelijk om naar Nederland te verhuizen, want bijna iedereen spreekt Engels. Dat is ook weer een valkuil, want daardoor staat ‘Nederlands leren’ niet bij iedereen bovenaan het prioriteitenlijstje. Ik ben blij dat dat gedeelte van de integratie achter de rug is. Want het maakt alles een stuk makkelijker.
“Ik vind het geweldig dat er hier zo veel cultuur is. Een groot aanbod culturele instellingen, musea en geschiedenis. Wanneer mijn familie mij komt bezoeken, gaan we altijd naar zo veel mogelijk musea. Ook al ben ik er zelf vaak al meerdere keren geweest.”
Wat is het verschil tussen het werken bij Het Nationale Ballet en het Boston Ballet?
“Het fijne is dat een balletgezelschap altijd heel internationaal is. Het is een verzameling van verschillende culturen uit de hele wereld. Het HNB biedt, naast het dansen op hoog niveau, ook heel veel ondersteuning aan. Zo helpen ze je in het onderzoeken wat je na het dansen wil gaan doen.
“Je moet technisch op een heel hoog niveau zitten om mee te kunnen. Daar gaat al je tijd en energie inzitten. Aan de andere kant zijn dansers ook bezig om te kijken wat ze na hun studie kunnen doen. Zo’n omgeving is heel inspirerend. Ik begon daardoor ook te denken ‘oh, het is hier normaal om daar ook al aan te denken’. Het is een fijne cultuur om je in te begeven. En het is fijn dat de directeur van het gezelschap je ondersteunt als je studeert.”
Waarom heb je voor werken én studeren gekozen?
“Normaal gesproken is een carrière in het ballet niet lang. Als je elke dag de hele dag met en aan je eigen lichaam werkt, kom je op een gegeven moment op het punt dat het pijn gaat doen. Daarom heb naast het dansen tegelijkertijd een bachelor gedaan. Ik wist dat je carrière ophoudt als je nog niet zo oud bent. Bovendien was het voor mijn familie en voor mezelf belangrijk om ook een opleiding te volgen. Ik heb mijn bachelor Bedrijfskunde gevolgd aan de Universiteit van Massachusetts Amherst in mijn vrije tijd, in de avonden en het weekend.”
Waarom koos je voor Bedrijfskunde?
“De uitvoerend directeur van het Boston Ballet was een voormalig professioneel danser die de administratieve en organiserende kant opging, en ik vond dat hij uitstekend was in zijn werk. Dus ik dacht: 'oh, dat is iets wat ik in de toekomst ook graag zou doen. Dat zou een snelle overgang kunnen zijn'. Daarom heb ik voor het bedrijfsleven gekozen.”
Hoe was het om je studie en het ballet te combineren?
“Heel druk. Het is fijn om uit een wereld te kunnen stappen die zo gefocust is op één ding door in je vrije tijd na te denken over andere dingen, door te lezen en schrijven. Helemaal opgaan in je studie is bijna een heel andere wereld. Tegelijkertijd is het meer dan een fulltimebaan. Dat maakt het wel vermoeiend – in het bijzonder wanneer je daarnaast moet optreden. Je moet een moeilijk stuk dansen en tegelijk ook nog rekening houden met deadlines van opdrachten. Op zo’n moment is het overweldigend. Het was niet de makkelijkste weg, maar ik ben wel blij dat ik ‘m genomen heb.”
Waarom wilde je na je bachelor doorstuderen?
“Toen ik klaar was met mijn bachelor, ben ik gaan kijken wat ik daarna kon gaan doen. Gelukkig is er in Nederland een omscholingsprogramma voor dansers. Daarvoor wordt een klein deel van je salaris ingehouden en zij helpen je met loopbaanbegeleiding en financiële ondersteuning als je besluit iets anders te gaan doen.
“Door dat programma kon ik spreken met ex-dansers. Een van mijn leraren vroeg me tijdens mijn bachelor of ik een academische carrière overwoog. Dus daar heb ik naar gekeken, maar wist niet zeker of ik dat kon. Er zijn niet veel balletdansers die de academische kant op gaan, maar ik sprak een voormalig danser die dat wel gedaan heeft bij de Universiteit van Amsterdam (UvA). Het was stimulerend om te zien dat zoiets mogelijk is na een balletcarrière.
“Toen ik stopte met dansen, vroeg een docent van het trainingsprogramma me wat mijn droom was, of ik iets kon bedenken dat na het stoppen met dansen niet alleen realistisch zou zijn om te doen, maar me ook gelukkig zou maken. Toen ben ik gaan kijken naar onderzoeksmasters in Nederland. Een master Business Research zou de meest voor de hand liggende keuze zijn, maar toen bezocht ik de open dag van de opleiding Public Administration van Bestuurs en Organisatiewetenschap in en die trok me erg aan - misschien omdat ik al zoveel jaar in publieke kunstorganisaties had gewerkt. Nu ben ik anderhalf jaar bezig met de master en het is voor mij echt een goede keuze geweest".
Wat zijn jouw tips voor studenten die een studie en fulltimebaan combineren?
“Ik ben erg van de lijstjes. Ik maak lijstjes omdat ik wil dat mijn taken op papier staan en niet in mijn hoofd rondzwemmen. Op die manier kan ik zaken opdelen in kleinere taken die goed te doen zijn. Dat geldt ook voor mijn master. Je moet zoveel verschillende kanten op. Je hebt altijd veel dingen tegelijk te doen.”
En heb je ook tips voor mensen die hun carrière, net zoals jij, drastisch om willen gooien?
“Probeer het te zien in stappen. Het lijkt wel alsof ik mijn carrière drastisch heb omgegooid, maar dat ging heel geleidelijk. Ik begon met mijn bachelor, iemand stelde een academische carrière voor, waardoor ik uiteindelijk naar een master ging kijken. Eenmaal bij de master, kwam de mogelijkheid om echt onderzoek te gaan doen. Als je alleen naar dat laatste kijkt, ziet het er misschien dramatisch en eng uit. Als je zorgt voor haalbare stappen en het ook leuk vindt, is dat helemaal niet het geval.”
Hoe was het om te stoppen met iets dat je je hele leven deed?
“Dat bevalt me beter dan ik had gedacht. Het is best spannend om aan het einde van de carrière te denken ‘ik ga hiermee stoppen’ en dan komt het moment van ‘dit is het juiste moment om dit te doen. Ik heb andere interesses en het gaat zeer doen. Dat wil ik niet meer’. Maar dan komt ook de angst en denk je ‘misschien moet ik hier toch iets langer mee doorgaan, want de buitenwereld is onbekend’. Je bent sinds je twaalfde gefixeerd op dat ene doel om topdanser te worden. Maar ik had een heel fijne laatste voorstellen met Het Nationale Ballet, waarbij ik in mijn eentje een laatste buiging mocht doen en mijn familie was ook komen kijken. Het voelde als een mooie afsluiting van dat hoofdstuk.
“Je moet erachter komen wat je bent zonder het dansen, want dat is onderdeel van je identiteit. Ik vind het geweldig om naar voorstellingen te gaan en vrienden te zien dansen. Ik ben helemaal niet verbitterd. Ik kan terugkijken op deze periode en zeggen dat ik er nu met andere ogen naar kijk. Ik denk dat het helpt dat ik veel tijd steek in de master. Dat maakt dat ik me daar echt onderdeel van voel.”
Foto: Altin Kaftira, Krista Ettlinger in een voorstelling.
Zijn er vaardigheden vanuit je balletcarrière die nuttig zijn voor je werk als onderzoeker?
“Veel meer dan ik dacht. Ik moet eerlijk zeggen dat ik een beetje angstig was toen ik aan deze opleiding begon. Ik kwam terecht in een totaal andere wereld van academici en medestudenten die Bestuurskunde gestudeerd hebben. Dat was best intimiderend, ik dacht dat ik nergens iets vanaf wist. Maar ik heb wel veel discipline en kan heel goed plannen. Ik wist hoe ik doelen voor de lange en korte termijn moest stellen. Dat helpt heel erg bij het plannen en verdelen van de werklast.
“Laatst, in een van de colleges, hadden we het over hoe je, tijdens het werk van analyseren van data en er daarna over schrijven, opeens een aha-moment kan krijgen, waarop alles samenvalt en je het hele plaatje kan zien in de data die op je afgevuurd wordt. Een van de artikelen die we moesten lezen omschreef het met een quote van Picasso waarin hij zei dat kunstenaars veel tijd kwijt zijn aan het oefenen van hun technische vaardigheden, zodat ze er bij het maken van een werk niet over na hoeven te denken en ze alles gewoon kunnen laten gebeuren. Dat was de eerste keer dat ik dacht: ‘onderzoek is kunst’. Dat was een cool moment.”
Wat vind je het leukst aan de master?
“Ik vond het heel spannend om eraan te beginnen. Ik hoopte nieuwe vaardigheden te leren en zou wel zien waar het schip strandt. Maar ik wist niet of ik het echt leuk zou gaan vinden en er echt voor zou willen gaan. Je weet vooraf niet hoe enthousiast je gaat zijn.
“Ten eerste is het programma superinteressant. Ik leer over alle verschillende kanten van Bestuurskunde – een academische uitdaging, daar hou ik wel van. Toen ik daarna begon als onderzoeksassistent, kwam ik in aanraking met de praktische kant. Tussen februari en juli 2020 werkte ik als onderzoeksassistent aan een onderzoek van de Provincie Utrecht, onder begeleiding van Albert Meijer, het hoofd van de opleiding. Daarvoor moest ik mensen in het Nederlands interviewen. Dus ook alle data was in het Nederlands.
“Inmiddels werk ik als onderzoeksassistent voor de Datawerkplaats voor de gemeenten Gouda, Almere, Amersfoort en Zuidplas. En de provincies Zuid-Holland en Utrecht. Ik werk dus mee aan echte organisaties en mensen voor wie wat wij doen een impact heeft, en zij zijn geïnteresseerd in wat wij te zeggen hebben en waarmee wij hen kunnen helpen. Ik hou van het puzzelaspect van onderzoek, maar ik vind het ook heel leuk dat we iets praktisch doen binnen een organisatie."
Krista Ettlinger (in het midden) begin van het collegejaar 2019-2020 tijdens een studiereis naar Berlijn met haar studiegenoten van de Master Public Administration and Organisational Science.
Waar ga je de beurs voor gebruiken?
"Ik ga het gebruiken voor de kosten van mijn levensonderhoud. Als je een niet-traditionele student bent, zoals ik, kom je niet in aanmerking voor studiefinanciering. Dat kan best lastig zijn. Het is heel fijn van het Rosanna Fonds om die financiële steun te geven, maar voor mij was het meer dan dat. Het ging ook om erkenning of aanmoediging: Ik begeef me op dit gloednieuwe academische terrein en gevestigde en gerespecteerde vrouwelijke professoren zeggen dat ik de goede kant op ga. Natuurlijk twijfel ik nog wel eens over het feit dat ik in de academische wereld zit en iets nieuws doe. Er is een stemmetje in mijn hoofd dat zegt: "Verdien ik het wel om hier te zijn?". Maar toen ik de beurs kreeg, dacht ik: 'misschien wel'."
Hoe ga je om met dat stemmetje... zullen we het maar het bedriegerssyndroom noemen?
"Voor een deel is het gewoon die knop in je hoofd omzetten en het werk doen. Dat was altijd mijn strategie met dans. Soms, als je iets nieuws doet, moet je gewoon hard werken. Ik probeer mezelf eraan te herinneren dat ik het goed doe, maar vertrouwen komt ook door steun van buitenaf. Ik heb echt het geluk dat ik professor Meijer als mentor heb. Om steun te hebben van iemand als hij, die zegt 'ik geloof dat je dit kunt', dat helpt echt op de dagen dat ik niet helemaal in mezelf geloof."
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
"In juli ben ik klaar met de masteropleiding. Ik ben op zoek naar PhD posities. Ik wil graag bij de UU blijven, want het voelt nu als thuis, maar ik kijk ook naar bestuurskundige functies bij andere Nederlandse universiteiten."