Lijsttrekkersdebat Universiteitsraad: dít willen partijen voor UU-studenten
Stelling 1: De partijprogramma’s van de PvdUS en Lijst Vuur lijken zo sterk op elkaar dat ze beter samengevoegd kunnen worden.
Maud: “Het is belangrijk dat onze partijen los van elkaar blijven bestaan. Voor studenten is er dan keuze en er worden meer studenten in de Universiteitsraad vertegenwoordigd. Bij ons ligt de nadruk op het studentenleven en met name op de studentenverenigingen. Vuur heeft dat meer met studieverenigingen. De PvdUS vindt het belangrijk dat studenten leuke, ontspannende activiteiten doen – naast het halen van hun studiepunten en het zo mooi en groot mogelijk maken van je cv. Studenten ervaren hierdoor een hoge studie- en prestatiedruk. De universiteit kan helpen die druk te verlichten. Daar zetten wij ons voor in.”
Lune: “Hoewel we overlappende punten hebben, verschillen Vuur en PvdUS fundamenteel van elkaar. Lijst Vuur legt de nadruk op inclusiviteit, diversiteit, internationalisering en duurzaamheid. De universiteit moet een plek zijn, waar studenten zich veilig voelen. Wij geloven dat studenten zich op de universiteit niet alleen als academicus ontwikkelen, maar dat zij zich ook als mens ontplooien. “
Maud Duurkens (21) is lijsttrekker voor de Partij van de Utrechtse Student (PvdUS). Ze is derdejaars student Bestuurs- & Organisatiewetenschap, lid bij studentenvereniging UVSV en hockeyt in Dames 1 bij hockeyclub Voordaan. Als student zijnde, merkt ze hoe belangrijk het is dat de studententijd niet alleen bestaat uit studeren, maar ook uit alles erom heen waardoor studenten zichzelf kunnen ontwikkelen. Maud maakt zich volgend jaar hard voor flexstuderen en een beter studentenwelzijn. Daarnaast wil ze de band tussen de universiteit en de verenigingen versterken.
Stelling 2: De universiteit moet zich actief inzetten om studenten fysiek bij hoorcolleges aanwezig te laten zijn om halflege collegezalen te voorkomen.
Lune: “Studenten voelen door het fysieke onderwijs zich meer verbonden met de universiteit. Daarnaast leidt het tot betere discussies dan bijvoorbeeld tijdens Google Meet-bijeenkomsten, wat we tijdens de coronapandemie hadden. We zien ook dat het animo voor fysieke hoorcolleges afneemt. Lijst Vuur vindt het jammer dat collegezalen halfleeg zijn, maar er zit wel een reden achter. Sommige studenten zijn ontevreden over de kwaliteit van de fysieke hoorcollege. Daar moet de universiteit werk van maken. Andere studenten vinden het fijner om thuis online te studeren. Er zijn andere onderwijsvormen nodig, die de universiteit moet onderzoeken. Vuur vindt namelijk dat elke student moet kunnen studeren op de manier die bij hem of haar past.”
Maud: “Het hoeft geen probleem te zijn dat er minder studenten fysiek bij hoorcolleges aanwezig zijn. Zolang er goede alternatieven zijn, zoals het hybride onderwijs. De PvdUS is tegen het verplichten van hoorcolleges, want dat demotiveert juist studenten. Hoorcolleges zijn vaak lange monologen van de docenten. Kennisclips zouden bijvoorbeeld een betere en efficiëntere manier kunnen zijn om hoorcolleges vorm te geven. De fysieke werkgroepen zijn leerzamer; het is een kleinere groep, waar studenten dieper op de stof kunnen ingaan. Daar kunnen docenten en studenten elkaar beter leren kennen.”
Lune de Rijck (18) is lijsttrekker bij Lijst Vuur, eerstejaars Philosophy, Politics & Economics en lid van studievereniging Metis. Deze natuurliefhebber heeft maar liefst vijftig planten in een studentenkamertje van 20 vierkante meter, die ook nog eens gedeeld wordt met kat Keisha. Lune is queer en non-binair en vindt dat de universiteit wat betreft deze thema’s heel wat kan verbeteren. Inclusiviteit, internationalisering en duurzaamheid zijn onderwerpen die hen na aan het hart ligt. In de Universiteitsraad wil Lune zich daarom inzetten voor genderneutrale wc’s en het moet eenvoudiger worden om voor studenten hun persoonlijke voornaamwoorden te veranderen.
Hoe zorgen jullie ervoor dat online onderwijs het studentenwelzijn niet verslechterd?
Maud: “De nadruk komt meer te liggen op fysieke werkgroepen. Dat is de plek waar studenten contact hebben met de docent en medestudenten. Bij grootschalige studies is dat persoonlijke contact nu te beperkt. We zien bijvoorbeeld dat eerstejaarsstudenten van die studies te weinig contact overhouden aan hun studies. Daarnaast krijgen studenten meer ruimte voor gezelligheid en ontspanning als het mogelijk wordt om hoorcolleges online te volgen of te flexstuderen.”
Lune: “Hoorcolleges zijn dan wel minder persoonlijk dan werkcolleges, afhankelijk van de schaal waarop de opleiding wordt gegeven, maar het is nog steeds zo dat de student op de universiteit zit, naar de docent luistert en op die manier leert. Het is dus niet zo dat we fysieke hoorcolleges overbodig vinden. Daarnaast wil lijst Vuur van het Utrechts Science Park een hub maken met meer horeca, een grotere supermarkt en andere faciliteiten. Het moet een plek worden waar studenten ook hun contacten kunnen uitbreiden.”
Stelling 3: Meer geld naar studentensport mag ten koste gaan van het geld bestemd voor onderwijs
Maud: “De universiteit heeft een groot budget en de PvdUS vindt dat er meer geld van de universiteit naar sportverengingen moet gaan, maar dat dit niet ten koste mag gaan van het geld voor het onderwijs. Sporten is goed voor je fysieke en mentale welbevinden. Het is ook een moment waarop je samenkomt en gezellig samen iets doet. Nu moeten studentensportverenigingen studenten te vaak weigeren omdat ze niet meer leden kunnen hebben. De PvdUS vindt dat de UU extra geld moet investeren in faciliteiten zoals meer velden op Olympos voor bijvoorbeeld hockey of tennis.”
Lune: “Ook Lijst Vuur vindt dat extra geld naar sport niet ten koste mag gaan van geld voor onderwijs. Wij pleiten voor een betere samenwerking van de universiteit met Olympus, Mesa Cosa en de gemeente. De UU moet actiever en samen met andere onderwijsinstellingen lobbyen bij de gemeente zodat studentensporten een belangrijk punt op de agenda wordt. Ook Vuur vindt dat Olympos moet kunnen uitbreiden, omdat er veel vraag naar sport is. Daarnaast moeten er meer, meertalige, workshops gegeven worden, waarin studenten een voorproefje krijgen van een sport.”
De universiteit zal minder te zeggen hebben over terreinen van andere studentensportverenigingen, die niet op Olympos gevestigd zijn. Welke ideeën hebben jullie daarvoor?
Maud: “De PvdUS vindt dat de universiteit niet alleen in meer ruimte moet investeren, maar ook in betere kwaliteit. Dat kan bijvoorbeeld door investeringen in topsport, zodat er een goed selectieteam komt.”
Lune: “Maar dan ga je tegen je eerste punt in dat de PvdUS wilt dat meer studenten kunnen sporten, terwijl je het juist selectiever maakt.”
Maud: “De universiteit moet sowieso investeren in meer ruimte. Daarnaast moeten verenigingen zelf kunnen bepalen waar ze meer in willen investeren. Bijvoorbeeld door een lagere prijs op het abonnement aan te bieden, om meer leden te krijgen. Of door te investeren in een beter selectieteam.”
Stelling 4: De internationalisering van de universiteit is doorgeschoten: er zijn in verhouding te veel internationale studenten
Lune: “Vuur vindt niet dat de internationalisering is doorgeschoten. Wij zetten ons in voor een inclusieve onderwijsinstelling. Daar horen internationale studenten bij. Wij geloven dat dit de onderwijskwaliteit vergroot, omdat mensen met andere denkwijzen, je eigen denkwijze beproeft. Vuur ziet ook dat de Universiteit Utrecht drukker wordt en heel populair is onder internationale studenten. De drukte moet echter niet de reden zijn om internationale studenten te weren. De universiteit moet zich daarom zo veel mogelijk inzetten om het aantal onderwijsruimtes uit te breiden of de verdeling beter te organiseren, zodat zij ook haar internationale studenten plek kan bieden. Vuur ziet mogelijkheden voor een extra onderwijsgebouw op het Utrechts Science Park."
Maud: “PvdUS en Lijst Vuur liggen hier als partijen verder uit elkaar. We vinden het zalentekort erg problematisch. Vooral omdat het aantal universitaire studenten alsmaar verder groeit. De PvdUS ziet internationalisering niet als iets slechts, maar wil wel eerst internationale studenten weigeren, voordat er meer numerus fixusopleidingen komen. Nederlandse studenten zouden in zo’n situatie voorrang moeten krijgen."
Lune: “Heb je voorbeelden van studies die een numerus fixus dreigen te krijgen door een toename aan internationale studenten?”
Maud: “Nee, maar voor Nederlandstalige opleidingen speelt dit probleem minder, omdat hier minder internationale studenten op afkomen.”
Lune: “We hebben wel een sterkere internationale basis in vergelijking met een aantal jaar terug, maar de universiteit heeft het Engelstalige studieaanbod ook uitgebreid . Zowel in het Nederlands als in het Engels. Toch moet ook Vuur toegeven dat de universiteit vol aan het lopen is, maar om hier de oplossing aan toe te voegen dat internationale studenten geweerd moeten worden, zal volgens ons, echt het onderwijskwaliteit, inclusiviteit en diversiteit gaan benadelen. We leren immers veel van deze groep studenten en het maakt de nieuwe student ook klaar voor hun plek in een internationale samenleving."
Hoe staan jullie partijen tegenover de verengelsing van het onderwijs?
Maud: “De PvdUS staat voor het behoud van de Nederlandse taal, omdat deze belangrijk is op de arbeidsmarkt. Zo willen we dat er vanuit de universiteit Nederlandse taalcursussen komen voor internationale studenten.”
Lune: “Engels speelt een steeds grotere rol door de globalisering. De westerse wereld spreekt in het Engels. Lijst Vuur vindt het daarom belangrijk dat ook studies in het Engels worden aangeboden. Zodat er voor studenten ook mogelijkheden zijn om hun Engels te verbeteren.”
Maud: “Het is niet zo dat PvdUS tegen Engels in het onderwijs is, maar we gaan ervanuit dat we in de basis een Nederlandse universiteit zijn. Engels literatuur is waardevol, maar voor de rest moeten opdrachten en tentamens in het Nederlands worden gemaakt. Die Nederlandse schrijfvaardigheid is belangrijk. Daarnaast beschikken studenten al over een basisniveau Engels. Als studenten ambitie hebben om internationaal te gaan, door een baan te zoeken in een ander land, zijn daar mogelijkheden voor. Daar kunnen zij zelf het voortouw in nemen."