Spinozapremie voor bioloog Corné Pieterse; 'We pamperen onze planten'
Hoe maak je planten weerbaarder en verklein je de kans op misoogsten door ziektes en plagen? Met een groeiende wereldbevolking en klimaatveranderingen die op de ene plek voor grote droogte en elders voor overstromingen zorgen, is dat een vraag van levensbelang.
De Utrechtse plantenbioloog Corné Pieterse denkt dat er een doorslaggevende rol zal zijn weggelegd voor goedaardige micro-organismen die op de wortels van planten bivakkeren. Met belangrijke wetenschappelijke doorbraken toonde hij aan hoe deze organismen gewassen helpen gezond te blijven. Het leverde hem dit jaar de Spinozapremie op.
Een beetje knokken
Pieterse werd een aantal weken geleden “totaal overvallen” toen hij tijdens een lunchafspraak met zijn jongste dochter Nikki op een bankje in De Uithof zat en NWO-voorzitter Marcel Leví aan de telefoon kreeg met een heuglijke mededeling.
Dat hij nu zo’n grote prijs krijgt voor het werk dat zijn groep de afgelopen 30 jaar in Utrecht heeft verricht, vervult hem met trots. “Het mooiste vind ik misschien nog wel dat dit een erkenning is voor het plantenonderzoek in Utrecht. De biologie is hier toch vooral medisch gericht, het is voor ons altijd een beetje knokken.”
In Utrecht kon Pieterse voortborduren op het werk van voorgangers als Bob Schippers en andere nazaten van Johanna Westerdijk, die als eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland het plantenonderzoek op de kaart zette. Zij ontdekten dat micro-organismen het afweersysteem van planten versterken. “Toen ik in 1993 naar Utrecht kwam vanuit Wageningen was het mijn taak om uit te zoeken hoe die mechanismen werkten.”
Doelgerichtheid
In de afgelopen decennia wist Pieterse aan te tonen op welke ingenieuze wijzen planten weten welke immuunreactie ze in stelling moeten brengen tegen ziekten en hoe ze goedaardige micro-organismen weten aan te trekken als dat nodig is.
Dat hij dergelijke “conceptuele vernieuwingen” in zijn vakgebied teweeg wist te brengen, denkt Pieterse te danken te hebben aan zijn doelgerichtheid. “Ik zie een puzzelstukje en heb dan een idee waar dat toe kan leiden. En dan bijt ik me erin vast.”
Niet laten afleiden
Pieterse weet dat er grote maatschappelijke, economische en commerciële belangstelling is voor zijn vondsten. Het verduurzamen van de landbouw staat hoog op alle agenda’s. De Utrechtse hoogleraar werkt in enkele onderzoeksprogramma’s samen met het bedrijfsleven en plantenveredelingsbedrijven konden op basis van zijn vindingen al goede eigenschappen van micro-organismen meegeven aan hun zaden.
“Die toepasbaarheid vind ik belangrijk, maar ik wil me er niet te veel door laten afleiden. Mijn passie is het fundamentele onderzoek en nieuwe ontdekkingen doen en mijn geluk is dat die vindingen ook echt effecten in de praktijk hebben.”
Planten zijn verzwakt
De komende jaren hoopt Pieterse met behulp van de 2,5 miljoen euro die met de Spinozaprijs gemoeid is, verder onderzoek te kunnen doen naar de functies en eigenschappen van de verschillende micro-organismen die planten te hulp schieten. Maar even belangrijk is het onderzoek naar de eigenschappen van de planten zelf. Welke planten weten het beste hoe ze bacteriën en andere eencellige organismen voor zich kunnen laten werken?
Pieterse: “De afgelopen decennia is er geprobeerd met veredelingsmechanismen, kunstmest en pesticiden gewassen te versterken. Maar eigenlijk hebben we planten daarmee te veel gepamperd, ze zijn zwakker geworden. Eigen kwaliteiten die planten hadden om zich te beschermen zijn verloren gegaan. We moeten proberen die terug te vinden.”
Hij verwijst hierbij ook naar het Groeifonds-project CropXR van zijn Utrechtse collega Guido van den Ackerveken waarin onderzoekers eveneens op zoek gaan naar duurzame manieren om gewassen klimaatbestendig te maken zonder het gebruik van pesticiden. “We hebben biologische oplossingen nodig.”
Gesold met medewerkers
De plantenbioloog prijst zich gelukkig in het Kruytgebouw in een omgeving te verkeren waarin wetenschappelijk talent ruimschoots voorhanden is. Vijf van de twintig Utrechtse Spinozisten hebben of hadden hun werkplek in dat gebouw. “In deze entourage leveren heel veel onderzoekers waanzinnig goed werk.”
Des te storender noemt Pieterse de wijze waarop er “gesold” wordt met diezelfde medewerkers. Het Kruytgebouw verkeert immers in zeer slechte staat. Na een grote lekkage waardoor zijn onderzoek schade opliep, sprak Pieterse twee jaar terug in DUB al eens gefrustreerd en emotioneel over zijn huisvestingssituatie.
Met het onderhoud gaat het inmiddels beter en nieuwe calamiteiten blijven nu uit, maar de kersverse Spinozist heeft grote zorgen over wat de Kruytbewoners nog te wachten staat. Het jongste plan is een tijdelijke uithuizing om na de renovatie van het Kruytgebouw weer terug te keren.
“Je hebt hier te maken met onderzoekers die allemaal een kwetsbare onderzoeksinfrastructuur hebben. Daarvoor is twee keer verhuizen echt een te groot risico. We begrijpen natuurlijk dat er iets met het Kruyt moet gebeuren. Maar waarom niet één keer verhuizen en dan meteen goed? De UU had tot voor kort als motto ‘bright minds, better future’, ik zou zeggen: bright minds, new buildings.”
Dochters
Overigens figureerde dochter Nikki met wie Pieterse als eerste zijn vreugde over de prijs kon delen, samen met zus Silke al in 2005 in het toenmalige Ublad. Destijds waren ze zeven en negen. In het artikel waarin wetenschappers vertelden over de combinatie werk en zorg voor kinderen zei Pieterse dat zijn jonge dochters zijn werk wat moeilijk te doorgronden vonden. “Mijn vader geeft de planten water, zeiden ze in het begin.” Inmiddels weten ze beter.
Behalve Corné Pieterse krijgen ook de Leidse hoogleraar hoogleraar observationele astrofysica Ignas Snellen, de Nijmeegse hoogleraar Mathematische Fysica Klaas Landsman en de Rotterdamse hoogleraar Hulp en Wederopbouw Thea Hilhorst dit jaar de premie. Klik hier voor meer info.